De Europese Unie lanceert een groot programma om Europese overheden, bedrijven en burgers van een eigen, veilig en supersnel satellietcommunicatienet te voorzien. Hiermee moet Europa voor zijn (gevoelige) communicatie minder afhankelijk worden van bijvoorbeeld Amerikaanse satellieten.
Zo’n 290 kleine satellieten – ter grootte van een kleine vriezer – moeten vanaf 2030 in relatief lage banen om de aarde gaan cirkelen. Vergelijk het met de duizenden Starlink-satellieten van Elon Musk. De Europese commissie kondigde dit project, IRIS2 (Infrastructure for Resilience, Interconnectivity and Security by Satellite), al zo’n twee jaar geleden aan, maar nu gaat het er écht komen. Na lange, stevige discussies over kosten en spreiding van het project over lidstaten en bedrijven, is er maandag in Brussel een deal over gesloten.
Het project, inclusief bouw, lancering en onderhoud van satellieten, mag 10,6 miljard euro kosten. Daarvan moet 61 procent publiek gefinancierd worden. De rest van het geld komt uit de private sector: van het industriële consortium SpaceRise. Daarin zitten onder meer Airbus en Thales, de belangrijkste satellietfabrikanten van Europa.
Grillige acties van Musk
Bert Meijvogel, telecomadviseur bij ruimtevaartinstituut Netherlands Space Office, wijst op het belang van een Europees satellietennet. Geopolitieke spanningen en digitalisering van de economie hebben het risico op cyberaanvallen vergroot. „Met een éígen communicatienetwerk in de ruimte heeft Europa zelf de controle over bijvoorbeeld de beschikbaarheid en veiligheid ervan.”
Lees ook
Europa wil zelf weer sterk worden in de ruimte, helemaal met Trump en Musk aan de macht
Marco Langbroek, docent Space Situational Awareness (SSA) aan de faculteit Lucht- en Ruimtevaart aan de TU Delft, refereert aan „de grillige acties van Musk”. Musk maakte zijn Starlink-satellieten eerst beschikbaar voor het Oekraïense leger in de strijd tegen Rusland en trok dat later weer in. Langbroek wijst erop dat Musk regelmatig botst met Europese regelgeving. „Wie weet heeft Europa straks plots geen toegang meer tot Starlink. Gezien de huidige geopolitieke ontwikkelingen is het slim als Europa meer zijn eigen boontjes gaat doppen.”
Gezien de huidige geopolitieke ontwikkelingen is het slim als Europa meer zijn eigen boontjes gaat doppen
De communicatie via de IRIS2-satellieten moet worden beveiligd met moderne versleuteling. Daardoor zouden verstuurde gegevens alleen gelezen kunnen worden door degene voor wie ze bedoeld zijn, en niet onderweg door iemand anders.
Verreweg de meeste IRIS2-satellieten komen straks in een lage baan om de aarde. Dat is anders dan bij veel van de grote communicatiesatellieten uit bijvoorbeeld de VS, Frankrijk en Duitsland die Europa nu gebruikt. De grote communicatiesatellieten cirkelen in een geostationaire baan, zo’n 36.000 kilometer boven de aarde. De Low Earth Orbit (LEO), de ruimte waar de meeste IRIS2– satellieten naartoe gebracht worden, gaat tot 1.200 kilometer hoogte. De satellieten van Starlink cirkelen daar ook. Enkele IRIS2-satellieten gaan naar een iets hogere baan: de Medium Earth Orbit (MEO). Door de satellieten op verschillende hoogtes met elkaar te verbinden, zijn er geen duizenden nodig, zoals bij Starlink het geval is.
Satellieten in de LEO-baan versnellen communicatie; door de korte afstand tot de aarde duurt het minder lang om een signaal te sturen. Wel is het technologisch moeilijker het signaal naar de gebruiker op de grond te krijgen.
Dode zones
Vanaf 2030 moet de Europese constellatie (deels) in gebruik zijn om internet, telefoongesprekken en andere manieren van datatransport aan te bieden, onder voorbehoud van de vertraging (en kostenoverschrijdingen) die dit soort complexe projecten vaak oplopen. Burgers kunnen het dan gebruiken om bijvoorbeeld te whatsappen (of wat voor communicatieapps er dan ook in zwang zijn), als aanvulling op of vervanging van ondergrondse internetverbindingen en 6G-zendmasten. Overheden kunnen het gebruiken om extra gevoelige informatie te delen of als back-up voor andere netwerken. Of bijvoorbeeld om met hulpverleners te communiceren in gebieden waar geen goede andere verbinding is, zoals sommige plekken in Afrika, of met onderzoekers in het Arctisch gebied. Want IRIS2 moet ook gaan werken in zulke ‘dode zones’.
Naast een onafhankelijk en veilig netwerk levert IRIS2 Europa ook banen op in de ruimtevaartindustrie. Daar profiteert wellicht ook Nederland van, dat goed is in de ontwikkeling van bijvoorbeeld lasers waarmee satellieten onderling communiceren. Het is alweer ruim tien jaar geleden dat Europa zo’n groot satellietproject lanceerde. Die andere grote satellietparadepaardjes van de EU zijn aardobservatieprogramma Copernicus en het civiele navigatiesysteem Galileo.
Drukte
Rest de vraag: zit het rondom de aarde niet al propvol met satellieten? Moeten er nog meer bij? Ze verstoren astronomische waarnemingen en bovendien neemt het risico op ruimtebotsingen almaar toe.
„Het gaat om keuzes maken”, zegt Meijvogel. „Wil je onafhankelijker zijn of minder drukte in de ruimte?”
Wel denken lidstaten erover na hoe ze de risico’s van de extra drukte door IRIS2 kunnen verkleinen, bijvoorbeeld met waarschuwingssystemen bij botsingsgevaar. En ze zinnen op manieren om satellieten die uit dienst gaan naar de aardatmosfeer te manoeuvreren waar ze verbranden, zodat er geen ruimtepuin blijft rondcirkelen. Satellieten zakken nu al vanzelf naar de aardatmosfeer, door een samenspel tussen weerstand en zwaartekracht, maar zonder extra ‘duwtje’ vanuit de satelliet kan dat jaren duren.