Europa moet tegenover China eenduidig de democratie verdedigen

Geopolitiek Europa geeft voortdurend wisselende signalen af en lijkt niet bereid de economische verstrengeling met autoritaire staten als China op te geven, schrijft . Dat vergroot de internationale instabiliteit.


Foto EPA

Het staatsbezoek van de Franse president Emmanuel Macron aan Nederland deze week speelt zich af tegen een achtergrond van grote geopolitieke verschuivingen. Het recente bezoek van Macron aan China, en ook het eerdere bezoek van de Duitse bondskanselier Olaf Scholz, schetst een duidelijk beeld van de spagaat waarin het Europese Chinabeleid zich bevindt. Beiden wezen er terecht op dat dialoog met China van cruciaal belang is, vanwege de rol die China zou kunnen spelen bij het beëindigen van de oorlog tegen Oekraïne. In de praktijk leken hun bezoeken echter vooral op handelsmissies; in hun kielzog reisden een scala aan Duitse en Franse bedrijven mee. Zo communiceert Europa vooral dat er sinds het begin van de oorlog eigenlijk niets veranderd is in ons denken over economische verstrengeling met autoritaire staten. Ook wekt dit de indruk van een groeiende kloof tussen Europa enerzijds, en de Verenigde Staten met hun hardere opstelling anderzijds, iets wat China graag ziet. Bovendien ondermijnen de regeringsleiders hiermee de genuanceerde strategie van de Europese Commissievoorzitter Ursula von der Leyen, die de-risking” van onze Chinarelaties bepleit.

De Chinese president Xi Jinping is praktisch bekroond tot alleenheerser voor het leven, en met zoveel macht in de handen van één man neemt het risico van misrekeningen in binnen-en buitenlandbeleid enorm toe. In combinatie met de sputterende Chinese economie kan dit de komende jaren leiden tot grote instabiliteit. Europa moet zich dan ook instellen op dit gevaar, en een consequent en duidelijk Chinabeleid gaan voeren dat het risico op misverstanden verkleint. Van groot belang hierin is een breder begrip van Xi Jinpings visie op de internationale orde.

Een idee dat in Beijing ingang heeft gevonden, en dat het risico op toekomstige misrekeningen kan vergroten, is dat de ‘opkomst van het Oosten, en de ondergang van het Westen’ op de lange termijn onvermijdelijk is. Dat wil zeggen dat de liberale democratieën wereldwijd onherroepelijk in verval zijn geraakt, en dat autoritaire staten de internationale orde van de toekomst zullen vormgeven. Een voorbeeld van dit idee is de verlammende polarisering in de Amerikaanse politiek. Ook de jarenlange keuze van Europese leiders om onze economieën afhankelijk te maken van China en Rusland versterken het beeld.

Een assertief China

De oorlog in Oekraïne heeft duidelijk gemaakt wat voor gevolgen de misrekeningen van geïsoleerde alleenheersers kunnen hebben. Door jarenlang consequent te weigeren een hard standpunt in te nemen tegen Russisch expansionisme gaven westerse leiders aan president Poetin het signaal dat ze nooit zouden opkomen voor democratische waarden. Daarom heeft de westerse eenheid tegenover de Russische agressie zowel Rusland als China, en misschien ook wel onszelf, verrast.

Het is van het grootste belang om dergelijke fouten te vermijden bij het omgaan met de grotere uitdaging van een opkomend China. Een mogelijke Chinese invasie van Taiwan zal uiteraard centraal staan in elke discussie, maar onze focus moet breder zijn. Een assertief China legt nu al grote druk op de normen en waarden die gelden in de internationale arena. In tegenstelling tot de VS geven Europese politici nog steeds wisselende signalen af of ze hier tegenwicht aan willen bieden. Zo suggereerde Macron dit weekend in een interview zelfs dat de kwestie-Taiwan niet echt een Europees probleem is en dat Europa zich maar niet moet inlaten met „de agenda van anderen in alle regio’s van de wereld”. Het wekt geen verbazing dat Macrons standpunten bijna juichend werden ontvangen in Chinese staatmedia.

Ook de wrange timing van de bezoeken speelt China in de kaart. Zo bezocht Scholz het land vlak na het uitbrengen van het vernietigende VN-rapport over de Chinese mensenrechtenschendingen tegen de Oeigoeren en andere bevolkingsgroepen. En Macrons bezoek volgde op Xi’s zeer amicale bezoek aan Poetin, waarmee hij uitdagend liet zien aan welke kant China uiteindelijk staat.


Lees ook dit opiniestuk: De EU kan nu best assertiever zijn tegen Xi

Democratische waarden

Nederland moet kritisch naar zichzelf kijken; zo raakt volgens de laatste cijfers ook de Nederlandse economie alleen maar meer vervlochten met China. Ons Chinabeleid is vooral reactief; verbaasd gaan we van incident naar incident, zoals schandalen in Nederland met Chinese invloed in het hoger onderwijs, Chinese camera’s bij overheidsgebouwen, Chinese politiebureaus, en Chinese intimidatie van een Nederlandse journalist, laten zien.

De recente eensgezindheid van het Westen richting Rusland zal zeker ook indruk gemaakt hebben in Beijing, en stemt hoopvol over een toekomstig democratisch tegenwicht tegen de macht van autoritaire staten. Maar vooralsnog kiezen we dus voor een heel ander signaal richting China. Namelijk dat wij Europeanen nog steeds kiezen voor meer economische afhankelijkheid, en dat we onze handelsbelangen ook in crisissituaties zullen laten prevaleren boven onze waarden of principes. Dit is precies wat tot verdere internationale instabiliteit kan leiden. Zo ziet de Chinese regering dat de mensenrechtenschendingen in eigen land nog steeds geen serieuze consequenties hebben. China voelt zich in zijn buitenlandse politiek gesterkt door de overtuiging dat de Europese politieke elite niet bereid is op te komen voor haar strategische belangen, noch voor haar eigen waarden.

Tenzij we gaan uitdragen dat we bereid zijn democratische waarden te verdedigen, zal een zelfverzekerd China steeds minder risico zien in het ondermijnen van de internationale orde.