De Europese Unie heeft na maanden politieke strijd een manier gevonden om de financiering van wapens voor Oekraïne voort te zetten. Via een nieuw fonds moet dit jaar vijf miljard euro beschikbaar komen voor wapens. Dat maakte België, dat dit halfjaar de EU voorzit, woensdagavond bekend.
Terwijl Oekraïne gebukt gaat onder een nijpend tekort aan artilleriegranaten en de Franse president een steeds hardere toon aanslaat tegen Rusland, vlogen EU-lidstaten elkaar in de haren over de manier waarop militaire steun voor Oekraïne gefinancierd moet worden. De Europese stagnatie viel ook nog eens samen met onenigheid in Washington over een steunpakket van ruim zestig miljard dollar voor Kyiv.
Brussel kwam vorig jaar met twee verstrekkende voorstellen om steun voor Oekraïne voor vier jaar vast te leggen. Kyiv moet jaarlijks gemiddeld 12,5 miljard euro begrotingssteun krijgen, deels als schenking, deels als lening. Dat pakket werd vorige maand op een ingelaste bijeenkomst van regeringsleiders goedgekeurd.
Daarnaast wilde de Europese Commissie ook een speciaal fonds van twintig miljard euro inrichten om de komende vier jaar wapenleveranties en de training van Oekraïense militairen in Europa te financieren. De inrichting van dat fonds leidde tot een slepend debat.
Lees ook
Extra munitie voor Oekraïne vergt enorme investeringen Europese defensiesector
Europese wapens
Frankrijk stond erop dat met Europees geld alleen Europese wapens en munitie gekocht mochten worden. Europees belastinggeld zou alleen ten goede moeten komen aan de Europese industrie. Andere lidstaten, waaronder Nederland, wilden die restrictie niet. Snelle hulp aan Oekraïne moest het belangrijkste criterium zijn.
Op tafel ligt nu een klassiek compromis. Landen worden aangemoedigd om samen wapens of munitie in te kopen. In principe moet dat in de EU (en Noorwegen). Mocht levering in Europa niet snel genoeg kunnen, dan mag van de ‘Buy Europe’-verplichting afgeweken worden. Landen die op eigen houtje wapens voor Oekraïne kopen, krijgen gedurende een overgangsperiode ook een vergoeding als het niet-Europese aankopen zijn. De lengte van die overgangsperiode is niet gedefinieerd. ‘Buy Europe’ krijgt dus wel een impuls, maar het wordt geen keurslijf.
Lees ook
Voor de nieuwe Macron zijn er geen grenzen aan de steun voor Oekraïne
Europese landen kopen wapens en munitie nu voor 80 procent buiten de EU. Ruim 60 procent van de Europese defensie-aankopen vindt plaats in de Verenigde Staten.
De snelle financiering van wapenleveranties was in eerste instantie een succesverhaal. Meteen na de grootschalige inval van Rusland ging Brussel de wapenleveranties van lidstaten aan Kyiv (deels) vergoeden. Landen stuurden materieel uit hun voorraad naar Oekraïne, kochten vervolgens vervangende spullen en konden de rekening daarvoor indienen in Brussel.
Bijzonder fonds
Het geld daarvoor kwam uit een bijzonder fonds, de Europese Vredesfaciliteit, dat oorspronkelijk was ingericht om partners van de EU bij te staan met militaire ondersteuning. Denk: hulp bij grensbewaking in Jordanië, medische spullen voor het leger van Libanon, steun voor de missie van de Afrikaanse Unie in Somalië.
Vlak na de Russische inval stelde EU-buitenlandchef Josep Borrell voor om vijfhonderd miljoen uit het fonds te halen voor de financiering van wapens. Het was een vergaande stap: dat de EU wapens ging financieren voor een land in oorlog was ongehoord. Ook uit de Vredesfaciliteit was tot dan toe alleen niet-dodelijke militaire hulp gefinancierd.
Het fonds staat buiten de eigenlijke EU-begroting omdat de EU-verdragen de financiering van wapens verbieden; een aantal lidstaten is zelfs formeel neutraal. De financiering van wapens via de Vredesfaciliteit toonde aan dat de EU onder druk van de Russische agressie ingrijpend veranderde.
Het fonds wordt door de lidstaten gevuld naar rato van de omvang van hun economie. Omdat er snel veel ‘bonnetjes’ voor leveringen aan Oekraïne binnenkwamen moest het fonds steeds weer opnieuw bijgevuld worden. Inmiddels heeft de EU voor ruim zes miljard aan wapens gefinancierd.
Aparte pot
Om voortdurende discussie te voorkomen én om Oekraïne-hulp apart te zetten van andere taken, onder meer in Afrika, stelde Borrell voor binnen de Vredesfaciliteit een aparte pot voor Oekraïne in te richten, het Ukraine Assistance Fund.
Ook Duitsland, dat de Vredesfaciliteit voor ongeveer een kwart vult, greep de vernieuwing aan voor een principieel debat. Berlijn was voorstander van wapenleveranties, maar had bezwaren tegen het mechanisme. Veel landen stuurden oude spullen, vaak nog uit Sovjet-inventaris, naar Kyiv en vervingen dat door modern Amerikaans materieel. Berlijn zei dat het niet de bedoeling kon zijn dat Duitsland de modernisering van Europese krijgsmachten voor een kwart subsidieerde. Daar is nu een oplossing voor gevonden. Bovendien gaf Duitsland veel direct aan Oekraïne en vond dat die bijdrage moest meewegen in zijn Europese bijdrage. Ook daar is een oplossing voor gevonden.
Lees ook
Oekraïense drone-aanvallen richten zich op de pijlers van de Russische economie en de oorlogsindustrie
En dan is er nog Hongarije. Boedapest, dat eigenlijk tegen elke steun aan Oekraïne is, houdt de uitbetaling van geld uit het oude fonds al maanden tegen. Een Hongaarse bank is door een Oekraïense ngo op een zwarte lijst gezet. Met Hongarije is niet te praten voordat die bank van de lijst af is.
In de nieuwe constructie is voor Hongarije een uitzondering ingericht. Boedapest moet wel inleggen in het hoofdfonds, maar zijn geld gaat niet naar Oekraïne, maar bijvoorbeeld naar Afrika. Voor de landen die volgens hun grondwet neutraal zijn gold al dat van hun bijdrage niet-dodelijke steun voor Oekraïne gefinancierd werd.