
Het contrast kan niet groter zijn. Terwijl president Donald Trump in de Verenigde Staten de AI-wetgeving van zijn voorganger heeft teruggedraaid, stoomt Europa gestaag door. De Europese AI Act – een omvangrijk pakket wetten dat de komende jaren in fases kunstmatige intelligentie moet reguleren – is sinds zondag officieel van kracht.
Bedrijven en organisaties die actief zijn in Europa worden sindsdien geconfronteerd met een eerste reeks maatregelen. De AI Act is wereldwijd het meest verregaande stuk wetgeving dat grip probeert te krijgen op kunstmatige intelligentie. AI ontwikkelt zich razendsnel sinds de opkomst van chatbot ChatGPT in 2022, zonder dat er duidelijke regels zijn.
De AI Act werd eind 2023 aangenomen en gepresenteerd als een groot Europees succes. Dat was allemaal vóór de verkiezing van Donald Trump tot Amerikaans president en de introductie van techmiljardair Elon Musk als zijn adjudant. Sindsdien staat Europa er alleen voor als het gaat over de aanpak van techbedrijven.
Een van Trumps eerste beslissingen als president was het terugdraaien van een presidentieel decreet van Biden uit oktober 2023. Deze ‘executive order’ verplichtte AI-bedrijven risico-analyses te maken van hun systemen en die te delen met de overheid. Het moest de opmaat vormen voor Amerikaanse AI-wetgeving naar Europees model.
De EU en Biden vreesden voor toenemende cyberaanvallen, massawerkloosheid en een enorme toename van nepnieuws
Waar waren Europa en Biden zo bang voor? De angst is dat bedrijven in een zucht naar snelheid en kostenbesparing massaal mensenwerk vervangen door AI-systemen, zonder dat de risico’s daarvan goed doordacht zijn. Vrees is er onder meer voor toenemende cyberaanvallen, massawerkloosheid en een enorme toename van nepnieuws.
Nu Trump een streep heeft gezet door het beleid van zijn voorganger is het duidelijk waar de Verenigde Staten voor staan. Alle ruimte voor snelheid van innovatie. Met een overheid die vooral veel mogelijk maakt en weinig beperkingen oplegt.
Burgers beschermen
Europa kiest een andere koers. Daarbij staan in eerste instantie niet de innovatiekansen voor techbedrijven, maar de bescherming van burgerrechten centraal. Met de AI Act heeft de EU een aantal ‘rode lijnen’ opgesteld: technologieën die die lijnen overschrijden, zijn per direct verboden op het Europese continent.
Zo is het sinds deze week officieel niet toegestaan om burgers met behulp van AI-systemen te beoordelen aan de hand van persoonlijkheidskenmerken, zoals ras of geslacht. De toeslagenaffaire, waarbij mensen op basis van een computeralgoritme ten onrechte van fraude werden beschuldigd, is een bekend voorbeeld van hoe zo’n toepassing mis kan gaan.
Ook biometrische surveillance mag alleen nog maar onder strikte voorwaarden. Dat betekent dat gezichtsherkenning in de openbare ruimte of het ‘schrapen’ van foto’s van gezichten op internet in principe verboden is. Zo mag een voetbalclub bijvoorbeeld geen AI-systeem meer inzetten om rellende hooligans te identificeren. Winkels die hun camera’s uitrusten met gezichtsherkenning om dieven te identificeren moeten vrezen voor boetes.
Druk opvoeren
Deze maatregelen gelden voor alle organisaties die in de EU actief zijn, dus ook Amerikaanse techreuzen die hun producten in Europa aanbieden. Als zij zich niet houden aan de regels, kan Europa boetes opleggen tot 35 miljoen euro of 7 procent van de omzet. Voor Big Tech loopt dat al snel in de miljarden.
In augustus dit jaar gaat de tweede fase van de AI Act in, waarbij onder meer aanbieders van taalmodellen die de basis vormen onder chatbots zoals ChatGPT te horen krijgen aan welke regels zij moeten voldoen. De verwachting is dat Amerikaanse techbedrijven de druk op Trump opvoeren om vooral dit onderdeel van de AI Act zoveel mogelijk af te zwakken.
De grote vraag is hoe Trump gaat reageren als ‘zijn’ techbedrijven worden aangepakt of beboet. En of Europa standhoudt als het in reactie daarop wordt geconfronteerd met Amerikaanse sancties.
Tijdens het World Economic Forum in het Zwitserse Davos bleek dat Trump onlangs de boetes die Europa oplegt aan ‘zijn’ techbedrijven ziet als een vorm van onterecht geheven belasting. „Ze willen miljarden van Google, van Apple, van Facebook. Het zijn Amerikaanse bedrijven, dus dat zou niet mogen”, zei Trump. „Dus ja, we hebben een aantal zeer grote klachten over de EU.”
