Met het huidige beleid zal Nederland vrijwel nergens zijn verplichte doelen voor waterkwaliteit gaan halen, en dus zijn snel meer maatregelen nodig om vervuiling tegen te gaan. Dat schrijft de Europese Commissie in een rapport dat dinsdag is verschenen.
Europese landen spraken al in 2000 af dat de waterkwaliteit in de Europese Unie tegen 2015 overal „voldoende” moest zijn. De deadline in de zogeheten Kaderrichtlijn Water (KRW) werd sindsdien meermaals uitgesteld, en staat nu op 2027. Toch ziet het er niet naar uit dat ook dit doel gehaald zal worden. Bereikte in 2015 nog een derde van de wateren een acceptabel niveau van chemische verontreiniging, nu is dat nog maar een kwart.
Nederland doet het in Europees opzicht een stuk slechter dan gemiddeld. De Europese Commissie verwacht dat in 2017 van de 745 Nederlandse rivieren, kanalen, meren en plassen slechts 39 (5,2 procent) een „goede ecologische status” zullen hebben. Zo’n ecologische status houdt onder meer verband met de biodiversiteit in een waterlichaam.
Ten opzichte van het vorige meetmoment, in 2015, constateert de EU wel een vooruitgang. Bijna twee derde van de wateren verkeren nu in “matige” staat, waar het merendeel voorheen als „redelijk slecht” of “slecht” werd bestempeld. Wel waren er in 2015 nog twee wateren in Nederland in „goede” ecologische staat – nu zijn dat er nul.
Zorgwekkende stoffen
Op het gebied van chemische verontreiniging ziet de EU een verslechtering van de Nederlandse wateren. In 2009 had nog 70 procent van de wateren op dit vlak een goede status, wat betekent dat weinig tot geen zorgwekkende stoffen in het water werden aangetroffen. Bij de laatste rapportage, in 2022, was dat nog minder dan 10 procent. Dit zou ook kunnen komen doordat de regels sinds de vorige meetmomenten verder zijn aangescherpt.
De EU verwacht dat in 2027 zo’n 20 procent van de Nederlandse wateren op dit vlak een “goed” zal scoren, maar vooralsnog gaat het juist de andere kant op. In april vorig jaar bleek uit onderzoek van NRC op basis van de meest recente gegevens dat nog maar 4 procent van de wateren in goede chemische staat verkeerde.
Vooral vlamvertragers, stoffen die zorgen dat bijvoorbeeld meubels en elektronica minder snel in brand vliegen, zorgen voor problemen. In 662 van de 745 Nederlandse wateren zitten te veel van deze stoffen, die bijvoorbeeld vrijkomen bij lozingen door de industrie. Volgens de EU voldoet Nederland niet aan zijn verplichting om de lozingsvergunningen periodiek tegen het licht te houden.
Ook bestrijdingsmiddelen, PFAS en microplastics verslechteren de waterkwaliteit, net als zogeheten overbemesting met nitraat en stikstof als gevolg van intensieve landbouw. Daarnaast noemt de Europese Commissie de vele dammen, dijken en sluizen problematisch voor het leven in de Nederlandse wateren.
Waterscrisis
Experts waarschuwen al jaren dat Nederland een watercrisis riskeert. Net als bij de stikstofcrisis kan de slechte waterkwaliteit een grond gaan vormen om economische activiteiten te blokkeren, schreef deze krant in 2022. Ook zou de EU Nederland vanaf 2027 dwangsommen tot 80 miljoen euro per jaar kunnen opleggen wegens het niet nakomen van verplichtingen om de waterkwaliteit te verbeteren.
Wil Nederland de doelen nog halen, dan zou het volgens de Europese Commissie extra maatregelen moeten nemen om watervervuiling door de landbouw en industrie tegen te gaan. Het gaat dan bijvoorbeeld om het terugdringen van stikstofuitstoot en het gebruik van pesticiden en kunstmest. Ook zou er ruim een miljard euro per jaar meer moeten worden geïnvesteerd in duurzaam waterbeheer.
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat kon dinsdag nog niet inhoudelijk tegen NRC reageren op het rapport.
Lees ook
Schadelijke stoffen? Dat bepaalt de tankreiniging zelf wel
