Februari 2023 was een veelbewogen maand voor trans mensen in Spanje. En niet alleen voor trans mensen en niet alleen in Spanje, want trans-rechten zijn de kanarie in de kolenmijn als we het over mensenrechten hebben, aldus de Baskische regisseur Estibaliz Urresola Solaguren (1984). Daarom was het zo verheugend dat in het patriarchale Spanje een wet werd aangenomen die het trans mensen van zestien jaar en ouder mogelijk maakte om hun genderregistratie te veranderen zonder dat daarvoor een medische of psychologische diagnose nodig is.
Een paar dagen later won op het filmfestival van Berlijn de achtjarige Sofía Otero de Zilveren Beer voor beste acteerprestatie voor haar rol in Solagurens speelfilmdebuut 20.000 especies de abejas (‘20.000 soorten bijen’). „Dat had ik nooit verwacht, het maakproces van de film was zo lang en zo omslachtig. Maar toen we de film in Berlijn op het grote doek zagen wist ik wel dat dat niet voor niets was geweest. Het publiek reageerde en leefde met de film. Alles viel op z’n plaats.”
De film over het jonge trans meisje Lucía is geïnspireerd op het verhaal van de zestienjarige Ekai Lersundi, die in 2018 een einde aan zijn leven maakte om aandacht te vragen voor het feit dat hem en vele jongeren hormoonaanvullende behandeling was ontzegd.
Bijna een jaar na de première is Solaguren nog steeds niet bekomen van de zegetocht die haar film sinds februari maakte. Ik spreek haar eind december. „Het wordt hoog tijd dat ik weer eens aan een nieuwe film kan gaan werken.” Waar die over gaat, daar wil ze nog niets over kwijt. „Mijn films hebben een lang en meanderend wordingsproces.”
Trans-supportgroep
Toen ze de afscheidsbrief van Lersundi in de krant las voelde ze wel dat daar een zaadje voor een film lag. Maar hoe die film eruit moest gaan zien wist ze niet meteen: „Ik zocht contact met een lokale trans-supportgroep, maar vond het aanvankelijk lastig om met de ouders en hun kinderen in gesprek te gaan. Ik wilde niet overkomen alsof ik een film over hun verdriet wilde maken. Daarom moest het ook geen documentaire worden, of een film die het leven van Ekai reconstrueerde.” Nadat ze met ongeveer twintig gezinnen had gesproken, had ze de grote lijn voor haar film: hij moest over vreugde en levenslust gaan en niet over dood en verdriet.
„Wat me het meeste is bijgebleven uit al die gesprekken met die ouders is dat ze me vertelden dat het uiteindelijk niet zozeer hun kinderen waren die veranderden, maar de omgeving. Hoe die opeens naar ze keek”, aldus Solaguren. Dat zien we onder andere terug in de film: door de vastberadenheid van trans meisje Lucía zien alle vrouwen om haar heen, haar zus en haar moeder, haar oma en haar oudtante, zich genoodzaakt om over hun eigen vrouwelijkheid na te denken. „Dat klopt”, zegt Solaguren. „Mijn uitgangsvraag was: hoe weet een volwassene zo goed wat het betekent om vrouw te zijn, dat het de autoriteit heeft om tegen een kind te zeggen dat het geen meisje is? Als een trans kind zegt ‘ik ben een meisje of een jongen’, dan wordt er vaak gezegd dat het te jong is om dat te weten. Waarom zeggen we dat? Waarom denken wij volwassenen dat wij dat beter weten?”
Schaamte
Vrouwelijkheid is een containerbegrip, wil ze maar zeggen. Een ervaring. Fluïde. En niet alleen van biologische kenmerken afhankelijk. En al helemaal niet iets wat van een diagnose afhankelijk is. „Er is niet een conceptvrouw, er zijn vele soorten vrouwen en vele vormen van vrouwelijkheid. Daarom vertellen alle vrouwen rondom Lucía allemaal een deel van het verhaal.”
Ze ziet een overeenkomst tussen al deze vrouwen, namelijk schaamte: „In patriarchale samenlevingen is schaamte een machtsmiddel, een manier om mensen zwakker te maken dan jij, te onderdrukken. Vrouwen, maar feitelijk iedereen die anders is, is daarvan het slachtoffer en moet met neergeslagen ogen door het leven. Daarom zegt de oudtante ook tegen de moeder: doe met je leven wat je wilt, maar zorg er op z’n minst voor dat je kinderen die schaamte niet van je overnemen. Lucía laat alle mensen om haar heen in de spiegel van de schaamte kijken.”
Lees ook
de recensie van ‘20.000 especies de abejas’
Ze vond een geschikte metafoor in de bijenwereld. „Er zijn wereldwijd 20.000 soorten bijen. Dat lijkt me wel voldoende om mee te beginnen om aan te geven hoeveel soorten vrouwen er zijn.”
Voordat Solaguren met 20.000 especies haar speelfilmdebuut maakte, regisseerde ze een lange documentaire en een korte fictiefilm over de Baskische muziekcultuur. Ook voor het bijenthema vond ze daarin weer inspiratie. „In mijn cultuur is de bij een diepgeworteld symbool. Ik ontdekte een oud Baskisch liedje, gezongen in families van traditionele imkers, waarin de bij wordt bezongen als een heilig dier aan wie ze alle belangrijke veranderingen in het leven moeten vertellen. Daarom vertelt Lucía aan de bijen wat er met haar gebeurt, omdat haar familie haar niet ziet.”
En er was nog een reden: „Een bijenkorf is een perfect symbool voor intersubjectiviteit. Iedereen heeft een eigen rol, er is voortdurend communicatie, en niets blijft wat het was. Daarom is de film voor mij ook een bijenkorf, waarin alle verhalen van alle familieleden bijeenkomen. Dat is mijn kijk op het thema van genderidentiteit. Is het een privé-ervaring of ook een sociale gebeurtenis? Zelf ben ik de vijfde in een gezin. Dus ik weet dat mijn identiteit net zozeer is bepaald door mijn broers en zussen als door hoe ik me zelf voel.”