Esther Ouwehand is na een interne machtsstrijd helemaal terug, maar veel linkse kiezers twijfelen nog

Zeven lijsttrekkers komen afgelopen zondag bij de Klimaatmars in Amsterdam het podium op, met Esther Ouwehand van de Partij voor de Dieren meters voor de rest uit. In een rode jas, met haar rechterhand strijdbaar in de lucht, lachend naar het publiek. „Esther, Esther, Esther!”, juichen haar aanhangers in witte jasjes haar toe.

Ouwehand is terug in de verkiezingscampagne, na een lastige machtsstrijd met het afgetreden partijbestuur. Ze is veel op televisie, vertelt dat ze keihard heeft moeten knokken, en herhaalt steeds dat het de „groeipijnen” waren die horen bij het professionaliseren van de partij – die net als Ouwehand nu zeventien jaar in de Tweede Kamer zit.

Ze zegt dat ze vertrouwen in haar positie heeft gehouden, omdat de Partij voor de Dieren juist nu nodig is voor het klimaat. Ze vertelt dat inkrimping van de veestapel beter is voor dieren, maar uiteindelijk ook gezonder voor mensen. Ze toont begrip voor de pro-Palestijnse steun tijdens de Klimaatmars, en benoemt de pijn van Israël.

‘Mensengedoe’

„Ik ben Esther nog meer gaan steunen, omdat ik zag hoe zwaar het voor haar was”, zegt Richard Jong, deelnemer aan de Klimaatmars, in een groene partijtrui. Dat het interne conflict naar buiten kwam, en in verkiezingstijd, noemt hij pijnlijk. „Je lost zoiets liever binnenskamers op, en het leidt af van onze missie. Bij de Partij voor de Dieren staan klimaat en dieren op één, niet het mensengedoe.”

Sinds 2006 is de Partij voor de Dieren heel rustig gegroeid van twee naar zes Kamerzetels. Sinds mei van dit jaar – vier maanden voordat de interne ruzies naar buiten kwamen – is de partij wat gezakt in de peilingen. Maar op verlies staat de partij van Ouwehand niet: volgens de laatste Peilingwijzer zou de Partij voor de Dieren nog steeds zes tot acht Kamerzetels kunnen halen.

„De Partij voor de Dieren had wel momentum en had dit keer de tien zetels kunnen raken”, denkt politicoloog Simon Otjes van de Universiteit Leiden. Los van het interne gedoe ligt deze campagne de partij ook niet, zegt Otjes. „De eerste helft van dit jaar stond stikstof hoog op de agenda: echt een thema voor deze partij. Maar de campagne gaat vooral over bestaanszekerheid, bestuurscultuur en migratie.”

Bij de Klimaatmars zeggen deelnemers ook dat ze een strategische stem op GroenLinks-PvdA overwegen – mogelijk speelt dat mee in de peilingen van de Partij voor de Dieren. Hans en Lies uit Hilversum, al 35 jaar samen, twijfelen bijvoorbeeld nog. Zij wil héél graag een andere partij aan de macht, niet weer stemmen voor de oppositie. „Ik vind Esther Ouwehand wel de beste politicus van heel Nederland. Ze knabbelt niet aan haar principes, dat is heel zeldzaam in de politiek.”

Kiezers van de Partij voor de Dieren zijn overwegend „theoretisch opgeleide, vrouwelijke vegetariërs in de groene, progressieve en linkse hoek van het politieke speelveld”, schreef Otjes onlangs samen met collega-politicoloog Matthijs Rooduijn op het blog stukroodvlees.nl. Van de achterban is 60 procent vrouw en heeft 60 procent een hbo- of wo-diploma, blijkt uit onderzoek.

Stedelijke achterban

De achterban van de Partij voor de Dieren is na Volt het meest stedelijk van alle partijen. Ze hebben gemiddeld wat minder vertrouwen in politiek, wetenschap en media dan kiezers van bijvoorbeeld GroenLinks-PvdA. Ondanks hun relatief hoge opleidingsniveau hebben ze wat meer moeite om rond te komen, en scoren ze lager op een thema als geluk, net als kiezers van Forum voor Democratie, PVV, de BoerBurgerBeweging en SP.

Net als de „diepgroene” partij zelf, staan de kiezers voor een radicaal andere inrichting van de economie, industrie en landbouw. Opvallend is, zegt politicoloog Otjes, dat deze kiezers het ook eens zijn met de linkse standpunten waar de partij zich minder mee profileert, zoals migratie en economische herverdeling. „Dat is bewuste strategie. In de Tweede Kamer gaat het over klimaat, landbouw en dierenwelzijn.”


Lees ook
Dit staat in de verkiezingsprogramma’s 2023

Dit staat in de verkiezingsprogramma’s 2023

Marianne (63) uit Groningen is zo’n overtuigde Partij voor de Dieren-stemmer. Ze houdt tijdens de Klimaatmars een Extinction Rebellion-vlag aan een pvc-buis vast. Bij de PvdA is ze ooit afgehaakt, GroenLinks vindt ze wat elitair. „Het is tijd voor een echte systeemverandering, we moeten af van dat eeuwige denken in economische groei en kapitalisme”, vindt ze. „Ik hou zelf misschien meer van dieren dan van mensen, dat komt ook goed uit.”

En waar de ophef rond Esther Ouwehand nou precies om draaide, dat weten deelnemers die deze krant spreekt ook niet goed. Het had te maken met gelekte brieven, met mensen die het oneens waren met Ouwehand, weten Sebastiaan Zoet en Danique Wormgoor wel. „Het blijft best geheimzinnig”, zegt zij. „Je verwachtte het ook niet, omdat ze zo sympathiek overkomt.”

De lijsttrekkers op het podium bij de Klimaatmars maken inmiddels plaats voor de band Chef’ Special. Alleen Esther Ouwehand blijft nog even staan, roepend naar het publiek met beide armen in de lucht. „En Esther is misschien wel net zo’n superster als het volgende programma-onderdeel”, zegt de presentatrice.