Na twee dagen praten, waren China en de Verenigde Staten het dinsdag in Stockholm in principe eens. Ze willen de importheffingen voorlopig op het huidige niveau houden, en daarmee de handelsoorlog tussen beide landen nog wat langer pauzeren. Toch zijn daar geen harde afspraken over gemaakt. Het is president Trump die beslist of de huidige pauze, die op 12 augustus afloopt, inderdaad wordt voortgezet, aldus de Amerikaanse delegatie.
De delegaties, geleid door de Chinese vicepremier He Lifeng en de Amerikaanse minister van Financiën Scott Bessent, beëindigden daarmee de derde onderhandelingsronde tussen beide landen sinds Trump begin april grote delen van de wereld nieuwe importheffingen oplegde. Anders dan veel andere landen sloeg China terug met gelijke munt, en beide landen belandden in een spiraal van actie en reactie. In mei, toen de Amerikaanse importheffingen op Chinese producten waren opgelopen tot 145 procent en de handel daarmee de facto was stilgelegd, spraken ze af om te de-escaleren, en voor negentig dagen terug te gaan naar 10 procent (bovenop bestaande heffingen). In China leidde dat proces tot meer zelfvertrouwen over het Chinese vermogen om met Trumps economische dreiging om te gaan.
De gesprekken in Stockholm worden gezien als voorbereiding op een mogelijke ontmoeting tussen Trump en president Xi later dit jaar. Daar zouden beide presidenten dan een ‘deal’ kunnen sluiten die de economische relaties tussen China en de VS stabieler moet maken. Die ontmoeting zal waarschijnlijk plaats vinden in Zuid-Korea, rond een APEC-top die daar eind oktober wordt gehouden, of in Beijing net voor of na die top. Vorige week zei Trump al dat hij China snel hoopt te bezoeken.
Een concessie van de VS: China mag toch de H20-chips van het Amerikaanse Nvidia kopen
Chips en fentanyl
De laatste weken suggereerden beide kanten door middel van wederzijdse tegemoetkomingen dat ze zo’n ontmoeting tussen beide presidenten graag zien gebeuren. China legde de export van twee grondstoffen van fentanyl aan banden – een dossier waarop Trump zegt dat China te weinig doet om de toevoer van het opiaat, waarvan de grondstoffen veelal uit China komen, te controleren. Amerika kondigde twee weken geleden aan dat de Chinezen toch de H20-chips van het Amerikaanse Nvidia mogen kopen die het in april op de verboden lijst had gezet. Deze chips zijn niet de meest hoogwaardige – die blijven ontoegankelijk voor China – maar zijn wel belangrijk voor Chinese techbedrijven zoals Huawei en Tencent.
Die laatste concessie schoot een groep van Republikeinse beleidsadviseurs in het verkeerde keelgat. De groep, waaronder voormalige Trump-ambtenaren zoals Matt Pottinger, stuurde maandag een brief aan handelsminister Howard Lutnick waarin ze schrijven dat ook deze langzamere chips China’s ambities op het gebied van artificiële intelligentie te veel vooruit zouden kunnen helpen. En dat het eerdere verbod „de juiste beslissing” was voor Amerika’s nationale veiligheid.
Grote risico’s
Ondertussen blijven ook tijdens deze pauze de heffingen op Chinese producten in de Verenigde Staten hoog. Volgens berekeningen van het Peterson Institute for International Economics in Washington bedragen ze nu gemiddeld 51,1 procent. Dat komt omdat veel Chinese producten al sinds Trumps eerste handelsoorlog te maken hebben met extra heffingen. Ook legde Trump al in maart een heffing aan China op van 20 procent vanwege de spanningen rond fentanyl.
Lees ook
Trumps begrotingswet: goed voor de Amerikaanse economie, slecht voor de houdbaarheid van de staatsschuld, zegt het IMF
Een toekomstige deal tussen China en de Verenigde Staten blijft daarmee van groot belang voor wereldwijde productieketens. Zo stelde het IMF de groeiverwachting voor dit en volgend jaar dinsdag licht bij naar boven wegens een daling in de Amerikaanse importheffingen, maar met een waarschuwing dat een nieuwe stijging van importheffingen „grote risico’s” met zich meebrengt voor de wereldeconomie.
Op dit moment lijken de twee economische grootmachten zich bewust van die risico’s. In een interview met de South China Morning Post zegt US-China Business Council president Sean Stein dat beide kanten dit voorjaar hebben laten zien hoeveel economische pijn ze de ander kunnen toebrengen, waardoor er een situatie van wederzijdse afschrikking is ontstaan. „Noem het ‘mutual assured economic destruction’”, zei hij, in een verwijzing naar de afschrikkingsstrategie tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie tijdens de Koude Oorlog. „Daarbij is de dreiging van vergelding genoeg om de ander in toom te houden. Maar hoe lang dat zo blijft, weten we niet.”
