
Bij een reeks luchtaanvallen van India op Pakistaans grondgebied zijn woensdagnacht (Indiase tijd) zeker acht doden gevallen, onder wie een kind. Het Indiase ministerie van Defensie stelt dat met ‘Operatie Sindoor’ raketten op negen doelwitten zijn afgevuurd, in door Pakistan gecontroleerde Kashmir en de provincie Punjab. Uit foto’s die woensdagochtend naar buiten kwamen is duidelijk dat ook moskeeën zijn geraakt. New Delhi noemt de doelwitten “infrastructuur die is gebruikt door militanten”.
De aanvallen volgen twee weken van hoogoplopende spanningen tussen de vijandige buurlanden, na een dodelijke aanslag in het door India gecontroleerde deel van Kashmir, de deelstaat Jammu en Kashmir. Op 22 april vielen in de stad Pahalgam, geliefd onder toeristen, 26 doden. De aanslag was de zwaarste die in bijna twintig jaar tijd heeft plaatsgevonden op Indiaans grondgebied en waarbij zoveel burgerdoden vielen.
India houdt Pakistan verantwoordelijk voor het financieel ondersteunen en onderdak bieden aan terroristen. Islamabad ontkent betrokken te zijn bij de aanslag van 22 april. De twee landen hebben elkaar sindsdien over en weer afgestraft. Inmiddels zijn diplomatieke verbanden verminderd, handel en transport over de grens gestopt en annuleerde India de visa van alle in het land wonende Pakistanen.
Aan de vooravond van Operatie ‘Sindoor’ kondigde de Indiase premier Narendra Modi aan dat Delhi het Indus-waterdelingsverdrag opschort: „Eerder stroomde het water van India naar buiten, nu zal het door India gaan.” Islamabad noemde de eenzijdige opschorting, waardoor Pakistan verstoken is van water van de rivier de Indus en zijrivieren die het gebruikt voor landbouwirrigatie en waterkrachtcentrales, eerder al een „oorlogsdaad”.
Beide partijen schonden in de afgelopen dagen ook herhaaldelijk het staakt-het-vuren langs de Line of Control – de de facto grens die wordt aangehouden tussen de twee landen in Kashmir. Na de eerste Kashmiroorlog in 1948 werd het front door de regio Jammu en Kashmir, als bestandslijn (nu aangeduid als LoC) aangehouden. Beide landen maken nog altijd aanspraak op het gehele gebied – China controleert het derde, meest oostelijke deel – en refereren aan de regio als “bezet” door de andere staat.
Voor de Indiase premier Narendra Modi vormt Jammu en Kashmir bovendien een belangrijke toetssteen in zijn politieke agenda: hij wil een meer homogene, hindoeïstische staat. Zijn regering ontnam Kashmir, waar de meerderheid van de bevolking moslim is, de speciale status van beperkte autonomie en liet ook non-Kashmiri vastgoed en land kopen. Dat werd gezien als een manier om de demografie van de lokale bevolking te veranderen. Kashmir geldt als zeer gemilitariseerd. De aanslag van april was ook politiek gezien een klap voor de regering van Modi, die zich laat voorstaan op de harde aanpak van terreur in het land.
Escalatie
Het leek daarom onvermijdelijk dat India met een harde reactie op de aanslag zou komen. In de eerste verklaring over de militaire actie, noemde de Indiase krijgsmacht die „niet-escalarend” – wat door Pakistan ongetwijfeld niet zo zal worden gezien.
De Pakistaanse premier Shehbaz Sharif kondigde woensdagnacht direct vergelding aan. De Pakistaanse militaire woordvoerder luitenant-generaal Ahmed Sharif Chaudhry zei dat er minstens twee Indiase gevechtsvliegtuigen waren neergeschoten – iets wat niet via andere bronnen is geverifieerd. Volgens het Indiase leger kwamen later in de ochtend (Indiase tijd) drie burgers om het leven in door India gecontroleerd Kashmir, door beschietingen door Pakistaanse troepen over de LoC.
In de afgelopen dagen refereerden analisten regelmatig aan de ontwikkelingen van 2019; de laatste keer dat het tussen de Zuid-Aziatische vijandelijke staten tot militaire acties kwam. De Indiase response is nu al een stuk “verder geëscaleerd dan destijds het geval was”, stelt Michael Kugelman, een bekende analist en directeur van het South Asia Institute van het Wilson Center in Washington, DC.
In Islamabad en de Pakistaanse nationale media is de stemming „agressief”, vertelt een burger aan NRC. Hulpverleners en ziekenhuizen verkeren in „hoge staat van paraatheid”, scholen en sommige universiteiten blijven woensdag gesloten. Hetzelfde geldt voor meerdere Pakistaanse luchthavens.
Eerder deze week maakte het Indiase ministerie van Binnenlandse Zaken bekend dat op woensdag in het hele land drills – het oefenen van sirenes, black-outs en noodcommunicatie – en oefeningen van hulptroepen en vrijwilligers zullen plaatsvinden, om burgers voor te bereiden op een rampen- of oorlogsscenario. Dat voornemen lijkt nu nog actueler dan het in de context van de oplopende spanningen al was.
VN-secretaris generaal António Guterres stelt “zeer bezorgd” te zijn over de ontwikkelingen; de Pakistaanse premier Sharif heeft een vergadering van de VN-veiligheidsraad aangevraagd. De Indiase regering heeft woensdagochtend vroeg contact gehad met de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Marco Rubio.
