Erwin Olaf vroeg zijn modellen na decennia weer te poseren – en ze kwamen allemaal

Muze Duck Jetten in 1996 met roze poedel. Olaf werkte graag met haar, staat in het boek, „omdat ze als actrice makkelijk te regisseren was, maar ook om haar ronde postuur en die enorme mond en die grote ogen.”
Duck Jetten in 2021. Olaf had weer contact met haar gezocht, nadat hij haar uit het oog was verloren – net als de meeste van zijn muzen uit die beginjaren trouwens.

Foto’s: Erwin Olaf

Op bladzijde 358 van Erwin Olaf Springveld, hard werken, hard feesten staan naast elkaar twee foto’s van Duck Jetten, een actrice met wie fotograaf Erwin Olaf in zijn beginjaren vaak werkte. Ze was de eerste die hij zijn ‘muze’ noemde, er zouden meer volgen. Met Duck Jetten werkte hij graag, staat in het boek, „omdat ze als actrice makkelijk te regisseren was, maar ook vanwege haar ronde postuur en die enorme mond en die grote ogen. En Jetten ging zonder problemen voor hem uit de kleren.”

De linker foto is genomen in 1996, hij komt uit de serie Shocking Pink, voor een campagne van Veilig Verkeer Nederland. De rechter foto, in zwart-wit, is uit 2021. Erwin Olaf had weer contact gezocht met Duck Jetten, nadat hij haar uit het oog was verloren – net als de meeste van zijn muzen uit die beginjaren trouwens.

Mischa Cohen, auteur van Erwin Olaf Springveld, hard werken, hard feesten, is bij de fotoshoot. Hij noteert in het boek hoe Erwin Olaf de breuk met zijn ‘oermuze’ verklaart. „Ik ging als een speer, dan gebeurt zoiets, ik ben egocentrisch.” Na afloop van de fotosessie is hij tevreden over het resultaat: „Je ziet wel een beetje littekens, maar zo is het leven, het gaat nu even niet om esthetiek. We zijn allemaal van die pittige generatie van de jaren tachtig. De een is fris en ragdun gebleven, de ander is ziek en zwaar. Maar iedereen zit er nog verrassend zelfverzekerd bij.”

Progressieve longziekte

Erwin Olaf Springveld, hard werken, hard feesten wordt maandag 21 oktober gepresenteerd in het Stedelijk Museum in Amsterdam. Het telt 653 pagina’s, ongeveer tweederde is tekst, eenderde bestaat uit foto’s, 364 in totaal. Journalist Mischa Cohen (1957) werkte zes jaar aan het boek, de laatste vier jaar intensief. Hij kreeg alle medewerking en de vrije hand van Erwin Olaf, die aan een progressieve longziekte leed – en zijn nalatenschap op orde wilde brengen. Erwin Olaf Springveld (1959-2023) overleed op 64-jarige leeftijd in het Universitair Medisch Centrum Groningen, waar hij herstelde van een longtransplantatie.

Op dat moment had Mischa Cohen al met vele tientallen vrienden, bekenden en familieleden van Erwin Olaf gesproken. Hij had fotoshoots bijgewoond, was samen met hem in de auto naar tentoonstellingen gereden – „Als het verhaal van zijn coming-out niet zo’n ellendige geschiedenis was, zegt hij vanachter het stuur van zijn Audi A3 cabrio, zou je het ook een slapstick kunnen noemen” – en liet hem, toen hij in het ziekenhuis lag, alvast stukken uit het boek lezen. Waarna Erwin Olaf bijvoorbeeld appte: „Ik ben weer begonnen met lezen en vind het leuk en grappig. Mijn hemel, dat ik niet ben veranderd in een wietplant in de jaren negentig is echt een wonder!”

Olav de Graauw in 1986 uit de serie Squares.
Olav de Graauw in 2023 uit de serie Muses.

Foto’s: Erwin Olaf

‘Kom je kijken, Jacques?’

Wat Erwin Olaf óók deed voor Erwin Olaf Springveld, hard werken, hard feesten: de belangrijkste modellen uit het begin van zijn fotocarrière opnieuw voor de camera uitnodigen – bijna allemaal had hij ze decennialang verwaarloosd. Maar ze kwamen weer naar zijn studio, Duck Jetten, Zu Browka, Olaf de Graauw, Jacques Wolters en nog 14 anderen. Uit het boek: „Na zo’n drie uur poseren zit de sessie erop, besluit Erwin. ‘Jongens ik heb hem, ik vind het een hele mooie serie. Kom je kijken, Jacques?’ Samen scrollen de generatiegenoten kritisch, maar van de kant van de fotograaf ook met enig mededogen, door de zwart-witbeelden op de monitor. ‘Dit bén ik gewoon’, zegt Jacques. ‘Is het je opgevallen dat mijn oren zo ontzettend groot zijn geworden?’ Erwin: ‘Die blijven je hele leven groeien. Ze zeggen trouwens ook dat je lul doorgroeit. Daar ben ik dan weer blij mee.’”

De serie Muzen bestaat uit 18 zwart-witportretten, ze zijn niet eerder te zien geweest, het boek heeft de primeur. Eigenlijk gaan de foto’s over het verstrijken van de tijd, „Erwin Olaf zag er zijn eigen eindigheid in weerspiegeld”, zegt Mischa Cohen. Als redacteur van Vrij Nederland schreef Cohen artikelen over fotografie, hij is medewerker van NRC en publiceerde diverse boeken, waarvan twee in samenwerking met een fotograaf.

Hoe was het voor hem om tussen 2020 en 2023 de serie Muzen tot stand te zien komen? Mischa Cohen: „Vooral heel bijzonder, ik zie het als een mooi, laatste geschenk. Met die serie heeft hij de veroudering in beeld gebracht van een generatie, zijn generatie. Die heeft tomeloos en hard geleefd in de jaren tachtig en negentig en nadert nu de pensioengerechtigde leeftijd.”

Erwin Olaf hield niet van documentairefotografie, Muzen is dat wel. Hoe verklaart hij die omslag? Mischa Cohen: „Het klopt met hoe hij was: Erwin had een enorme scheppingskracht, steeds weer probeerde hij iets anders. Zelfs in de laatste jaren van zijn leven deed hij dat.” Hij vindt: „De serie roept een groot gevoel van vergankelijkheid op. En door zijn eigen, ontijdige einde is dat nog aangrijpender.”

Zu Browka in Mud Bath Club Roxy Amsterdam in 1989.
Zu Browka in de serie Muses uit 2023.

Foto’s: Erwin Olaf


Lees ook

Kunstenaar met een groot empathisch vermogen

Kunstenaar met een groot empathisch vermogen