N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Turnen De aandacht voor de misstanden in het turnen kostte Eythora Thorsdottir veel energie. In haar nieuwste vloeroefening beeldt ze uit hoe ze „haar hartstocht terugvond”.
De vloer is het favoriete onderdeel van turnster Eythora Thorsdottir (24). Het onderdeel waar ze misschien wel het meest om bekend staat. Anderhalve minuut aan choreografie, pirouetten, spagaatsprongen en de drie zogeheten acrobatische series.
Het grootste deel van zo’n oefening doet ze „op de automatische piloot”, zegt ze. Al spreekt ze zichzelf bij een acrobatische serie in haar hoofd nog weleens toe. De eerste is het moeilijkst: arabier, triple schroef, punchsalto voorover. ‘Hard afzetten’, zegt ze bij het aanrennen. ‘Hand dichtbij’ of ‘hand ver weg’. ‘Arm langs de zij’, bij het schroeven.
Bij andere turnsters drijft de vloeroefening nogal eens op het aaneenrijgen van die series aan salto’s en andere turnoefeningen. De rest is – oneerbiedig gezegd – slechts bijzaak.
Maar dat geldt niet voor Thorsdottir, die IJslandse ouders heeft. Ze staat bekend om haar sprookjesachtige uitvoeringen, haar creativiteit, haar talent voor dans, het gevoel dat ze kan overbrengen.
Elke vloeroefening vertelt een verhaal. Zo beeldde ze al eens een vampier uit, die opstond uit de dood. Maar haar nieuwste is dichter bij huis. Die vertelt, zo heeft ze bedacht samen met haar nieuwe choreograaf, hoe Thorsdottir het plezier in het turnen weer terugvond.
Beste prestatie
Komende week voert ze hem voor het eerst uit op een WK turnen, dat dit weekend in Liverpool begint. Haar aanloop daarnaartoe is veelbelovend: „Ik ben echt weer een beetje terug op mijn Rio-niveau, het niveau van mijn eerste Olympische Spelen”, concludeerde ze half oktober, na afloop van de tweede WK-kwalificatiewedstrijd tegen persbureau ANP. In 2016 werd ze in Rio de Janeiro als zestienjarige negende op de meerkamp, de beste prestatie van een Nederlandste turnster ooit. Deze maand werd ze op beide WK-kwalificatiewedstrijden eerste.
En dat terwijl ze haar turncarrière de afgelopen tijd bijna had opgegeven, vertelt ze twee dagen later, na haar training in de hal van Topsportcentrum Rotterdam. Ze heeft net een handvol clipjes uit haar strakke turnknotje verwijderd en haar lange haar in een paardenstaart gedaan.
De Spelen van Tokio in 2021 – haar laatste internationale wedstrijd – verliepen voor Thorsdottir teleurstellend. „Ik vroeg me af: was de passie er nog wel?” Dat heeft, naast veel pijn aan haar enkels, vooral te maken met alles wat in het turnen gebeurd is de laatste tijd: de aandacht voor de jarenlange, ernstige en wijdverspreide misstanden en het daarover verschenen rapport Ongelijke Leggers, in 2021.
„Op een gegeven moment gaat het niet meer om de sport”, zegt ze nu. „Dat vreet energie. En ik ben mijn coach verloren.” Dat is Patrick Kiens, die ook werd beschuldigd van grensoverschrijdend gedrag. Turnbond KNGU verbrak met hem de samenwerking en uiteindelijke stapte Kiens op. Tegen de zin van Thorsdottir, die graag met hem was blijven trainen en zegt dat ze altijd prettig met hem heeft samengewerkt. Kiens werkt nu in Oostenrijk.
Na Tokio nam Thorsdottir een paar maanden vrij van turnen en rondde ze haar studie aan de bekende dansschool Lucia Marthas af. Ze solliciteerde zelfs, in een dierenasiel. „Dat liep anders dan verwacht, want die vrouw stimuleerde mij vooral om het turnen weer op te pakken. En voor mij was het ook duidelijk: nee, dit is nu nog te normaal. Dit hoef ik nog niet. Topsport kan maar één keer in je leven.”
In januari begon ze toch weer. Een laatste poging misschien wel. Niet meer bij haar oude vereniging Pax in Hoofddorp, maar hier in Rotterdam. Tussen de turnmannen, in plaats van -vrouwen, zoals voorheen. En met trainers Jeroen Jacobs, tevens de nieuwe bondscoach van de turnvrouwen, en Kevin den Uijl. „Jeroen en Kevin die gaven mij de kans om hier eventueel mijn passie terug te vinden.”
Dat duurde even. „De eerste twee maanden was het supergezellig en leuk. Maar ik dacht: ik denk niet dat het hem gaat worden.”
Het omslagpunt? Ze kan er zelf ook wel een beetje om lachen, maar dat kwam volgens Thorsdottir na een weekend Disneyland. „Ik vind Disneyland helemaal te gek. Je bent even helemaal weg van de wereld, er zijn geen zorgen. En als je dan terugkomt in de normale wereld, dan valt alles een beetje rauw op je dak.” Na haar ‘after-Disney-dip’, vraag haar niet hoe precies, wist ze het opeens weer zeker. „Misschien moest ik even diep zinken. Ik denk dat dat geholpen heeft om te beseffen wat ik écht wil. In plaats van maar gewoon door te gaan.”
En nu? „Ik heb het hier gewoon hartstikke naar mijn zin.” Trainen tussen de mannen bevalt goed. „Ik ben heel perfectionistisch. Vrouwen, ik ben er ook een, die kunnen alles groter maken dan het is. De jongens hier kunnen goed relativeren. Topsport is belangrijk en we willen excelleren, maar aan het eind van de dag ben je ook gewoon de persoon Eythora. Ik vind dat lastig, maar ik kan het nu beter.”
Dramatisch genre
Maar even terug naar die vloeroefening. Want haar oude coach Kiens was niet alleen trainer, maar ook wereldberoemd choreograaf. En nu moest Thorsdottir op zoek naar een nieuwe.
Die vond ze, in middelbareschoolvriend Brandon Bos, die op school al professioneel danste. Die muziek die hij vond, met een harp en een aanzwellende viool, was de sleutel. Een „dramatisch genre”, zegt Thorsdottir. „Dat past bij mij.”
Bos wist al snel: deze choreografie moest gaan over hoop, en over Thorsdottirs carrière, legt hij een paar dagen later uit aan de telefoon. „Zorgeloos in het begin, maar verstikkend op een gegeven moment. En hoe ze uiteindelijk de hartstocht weer terugvindt.”
Toegegeven: zonder context haalt de achteloze kijker dat er waarschijnlijk niet zomaar uit. Maar na een vertaalslag van Bos zou je bijvoorbeeld kunnen zien dat Thorsdottir halverwege de oefening haar hand naar haar keel brengt, „om te tonen dat ze bijna niet meer door wilde”. Hoe ze weer „adem” voelt na de gymnastische sprongenserie. En dat ze aan het eind, wanneer ze gaat zitten, iets naar zich toe haalt. De „sparkle” die ze weer terugvond, zo ziet hij dat.
„Poëzie”, zag Bos iemand reageren onder een YouTube-video van Thorsdottirs uitvoering tijdens de WK-kwalificatie. Hij is er blij mee. „Na alles wat er gebeurd is, is het nu tijd om weer te laten zien hoe mooi het turnen is.”
Zelf heeft Thorsdottir die uitvoering ook teruggezien, maar met tegenzin. „Ik vind het niet superfijn om naar mezelf te kijken.” Als haar ouders zo nu en dan een filmpje van een wedstrijd opzetten, loopt ze liever naar boven. „Ik vind mezelf niet echt supermooi turnen of zo. Terwijl ik weet dat andere mensen dat wel zo zien. Nee, laat mij maar gewoon uitvoeren. Want het vóélt wel goed.”
Hoe belangrijk dat gevoel is, merkte ze ook toen ze een tijdlang niet turnde. „Dan mist mijn lijf het. Dan wil ik spontaan handstanden doen, weer over de kop gaan, iets dóén met dat lijf. Niet zomaar lopen of staan.”