Hij heeft altijd haast. Hij sjeest over de schaarse fietspaden in Parijs met doodsverachting. De camera zit hem dicht op de huid, waardoor je de zwaarte van de pedalen in je eigen benen voelt, schrikt als hij plotseling moet remmen, en je net als hij de kou en de herrie probeert te negeren. Souleymane is een jonge Guinese migrant zonder papieren die op de vergunning van iemand anders als fietskoerier werkt. ’s Nachts slaapt hij in de thuislozenopvang. Een fabriekshal vol stapelbedden. Elke ochtend moet hij voor dag en dauw inbellen om een slaapplaats voor de avond te reserveren. Dat moment, waarop in die megaslaapzaal al die verschillende ringtones afgaan, is een van de vele ijzersterke observaties van L’histoire de Souleymane. Je weet niet of je moet lachen of huilen.
Net als in zijn eerste speelfilm Hope (2014), werkte regisseur Boris Lojkine ook voor L’histoire de Souleymane met amateuracteurs die dicht staan bij de ervaringen die de film laat zien. Het leverde Abou Sangaré, die Souleymane speelt, vorig jaar in Cannes een acteerprijs op. De film zelf werd bekroond met de Juryprijs van de Un certain régard-competitie. „Sangaré kwam illegaal naar Frankrijk, maar kreeg een verblijfsvergunning omdat hij nog minderjarig was”, vertelt Lojkine. „De film is niet op zijn leven gebaseerd, maar het verhaal dat hij aan het einde aan de ambtenaar vertelt om een verblijfsvergunning te krijgen, is 100 procent autobiografisch.”
We spreken Lojkine vlak voor Kerst via de telefoon, daags nadat de rechter in Utrecht, Rotterdam en Amsterdam laat weten dat de bed-bad-broodregeling die mensen zonder verblijfsvergunning opvangt, voorlopig niet beëindigd kan worden. Minister Faber (PVV) wilde de Landelijke Vreemdelingenvoorzieningen, zoals de regeling officieel heet, per 1 januari stopzetten. Het maakt een verhaal als dat van Souleymane urgenter. Als ik dit aan Lojkine voorleg, reageert hij: „Het is natuurlijk een andere situatie. In Frankrijk is het opvangsysteem voor zowel asielzoekers als ongedocumenteerden al helemaal vastgelopen. Met als gevolg dat er in Parijs hele tentenkampen van asielzoekers en ongedocumenteerde migranten zijn ontstaan. Het lijkt alweer lang geleden, maar tijdens de Covid-lockdowns waren zij de enige mensen op straat. Toen pas zag je hoeveel het er waren.”
Platformeconomie
In de twee dagen dat de film Souleymane volgt, bereidt hij zich voor op zijn gesprek bij de Ofpra, de instantie die in Frankrijk beslist over asielaanvragen en verblijfsvergunningen. En we krijgen een inkijkje in de hele industrie daar omheen: verkopers van vluchtverhalen, handelaren in papieren, de crowdworkers van de platformeconomie, die hun vergunningen ‘verhuren’ aan mensen zoals Souleymane, die niet mógen, maar wel móeten werken. En we maken ook kennis met mensen die het niet gelukt is een verblijfsstatus te krijgen, en die in de informele economie verdwijnen.
Ook Nederland kent een schaduwwereld van ongedocumenteerden, mensen die om tal van redenen geen verblijfsvergunning hebben. Volgens het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum waren het er in 2018 tussen de 23.000 en 58.000. Nieuw onderzoek is aangevraagd. Rian Ederveen is coördinator van het Landelijke Ongedocumenteerden Steunpunt (LOS). Ze woonde in december een aantal voorpremières van de film bij om daarna met het publiek in gesprek te gaan. Ze zegt: „De grote vraag van het bioscooppubliek was hoe het in Nederland gaat, hoe overleef je zonder papieren?”
Het viel haar op dat met uitzondering van een paar experts, mensen doorgaans weinig van de situaties van asielzoekers en ongedocumenteerde migranten weten: „Net als in de film proberen mensen hier ook via via aan werk te komen, als bezorger, in de schoonmaak of de particuliere dienstverlening. Maar zonder Burgerservicenummer kun je feitelijk niets. Er is in Nederland geen route via werk alsnog uit de illegaliteit te komen zoals bijvoorbeeld in Frankrijk. Al is dat ook niet heel erg bekend.”
Verdraagzaamheid op de proef
L’histoire de Souleymane stelt de verdraagzaamheid van de toeschouwer op de proef: beetje bij beetje komen we het ‘echte’ verhaal van de jongeman te weten. Regisseur Boris Lojkine: „Ik wilde de vraag op de spits drijven of er voorwaarden zijn aan wie er recht op een menswaardig bestaan, en een toekomst heeft. Want dat zijn de vragen waar we voor komen te staan. Europa heeft migranten nodig. Dat heeft de Spaanse minister van Immigratie onlangs nog beklemtoond. We moeten ons ook afvragen wat onze eigen rol is in een economie waarin ongedocumenteerden het werk doen wat anders niet gedaan wordt; in de zorg of de bouw. Elke keer als je een maaltijd bestelt via een app, kan het zijn dat die wordt bezorgd door een koerier zonder papieren. Als wij een on demand-leven willen leiden, zijn er mensen nodig die dat mogelijk maken.”
Rian Ederveen vindt het belangrijk dat de film laat zien dat er een heel systeem van uitbuiting bestaat, een hiërarchie onder migranten die papieren uitwisselen of vervalsen. Ze merkt nog iets op waar het in dit debat niet vaak over gaat: „Het is tekenend voor onze maatschappij dat we alleen iets of iemand geloven als het zwart op wit staat. Dit belang dat we aan documenten hechten, genereert ook een handel in documenten.”
Lojkine heeft ook geprobeerd dit soort morele vragen te stimuleren, zegt hij: „Natuurlijk was ik even bang dat mijn film extreemrechts munitie in handen zou kunnen geven. Maar uiteindelijk vind ik het belangrijker dat Souleymane geen perfecte asielzoeker is, want dan is er eigenlijk geen verhaal, alleen een slachtoffer tegenover een hardvochtig systeem. Het is hoognodig dat we niet alleen naar de politiek kijken. Wij moeten ons als individuen de vraag stellen waar onze eigen menselijkheid ligt.”