EK-zilver op discus én kogel is voor Jorinde van Klinken een vorm van respect voor atletiek

Lang, héél lang, moest Jorinde van Klinken zaterdagavond wachten tot ze aan haar laatste worp bij het onderdeel discuswerpen kon beginnen. De 24-jarige Nederlandse atlete stond zowat klaar om in de kooi te stappen, toen de lichten in het Stadio Olimpico in Rome uitgingen en de spots aan de andere kant van de ovalen baan zich richten op de 100-meterlopers, klaar voor hún finale. En toen zij eenmaal waren ingezakt en het startschot klonk, bleek er eentje te snel weg. Vals.

Van Klinken vond het niet erg. Zo had ze meer tijd om zich te focussen, nog een keer na te gaan wat ze allemaal moest doen om meer dan 67,04 meter te gooien, op dat moment de verste afstand in de wedstrijd om de Europese titel.

Zover kwam het niet toen ze eenmaal rondspinde en de centrifugale kracht gebruikte om haar discus de zwaartekracht zo lang mogelijk te laten overwinnen. Maar met haar worp van bijna 65,99 meter klom ze in het klassement wel naar zilver. Vanaf het moment dat ze de discus losliet, wist ze het. Aan alles om ver te gooien had ze gedacht, alleen de uitvoering liet nog iets te wensen over. Dat maakte op dat moment allemaal niet meer uit. De blijdschap straalde van haar gezicht, de armen gaan de lucht in, dan een kreet en een vreugdesprong.

46 jaar geleden

Na afloop noemde ze haar prestatie met een tevreden stem „ultiem”. Dat had vooral te maken met het feit dat ze de dag ervoor ook al zilver had veroverd op het onderdeel kogelstoten, achter landgenote Jessica Schilder, die voor een tweede keer op rij Europees kampioen werd. De zilveren dubbel van Van Klinken was pas de vierde keer dat een vrouw erin slaagde op de EK op deze beide onderdelen een medaille te pakken. De laatste die dat presteerde was Margitta Droese-Pufe uit de DDR, in 1978.

Twee jaar geleden was Van Klinken er al dichtbij, toen ze in München derde werd bij het kogelstoten en vierde met de discus. „Ik heb dit al in mijn hoofd sinds mensen tegen me zeggen dat ik voor één onderdeel moet kiezen. Dat is al sinds 2017, denk ik.”

Volgens Van Klinken is het binnen de atletiek „standaard” dat atleten op de weg naar de top op een gegeven moment moet kiezen voor een onderdeel. „Ook mensen die er verstand van hebben, zeggen dat. Maar de basis voor mij is dat ik atlete ben die alle onderdelen van de sport waardeert.” Half serieus voegde Van Klinken daar aan toe: „Verspringen is eigenlijk mijn favoriete onderdeel, al ben ik daar op dit moment iets te zwaar voor.”

Haar opvattingen over verschillende onderdelen beoefenen, meent ze bloedserieus. Voor haar is het een vorm van respect voor de atletiek. „Als je twee onderdelen doet, kun je inzien hoe moeilijk het is om ze allemaal te beheersen. Die uitdaging aangaan, en dat het dan nu lukt, dat is dankzij mijn eigenwijsheid geweest.”

Amerikaanse jaren

In de catacomben van het oude olympische stadion in de Italiaanse hoofdstad noemde Van Klinken het „onwerkelijk” dat het nu gelukt was. „Ik heb niet echt vrouwelijke voorbeelden die dat hebben gedaan. En nu ben ik het voorbeeld voor andere mensen die misschien beide onderdelen willen doen.”

Van Klinken vertrok in 2020 naar de Verenigde Staten om daar te studeren en haar sport te beoefenen. Op het hoogste universiteitsniveau – Division 1 van studentencompetitie NCAA – ontwikkelde ze zich gestaag tot wereldtopper op zowel kogel als discus. Vorig jaar keerde ze terug naar Nederland en bleef ze beide onderdelen uitoefenen, als enige atlete op mondiaal niveau.

Haar tijd in de VS kwam haar nog goed van pas toen de sprinters in Rome zaterdagavond voorrang kregen, zei Van Klinken. „In Amerika kan ineens halverwege de wedstrijd het volkslied worden afgespeeld, vaak dwars door onze worpen heen. Dus ik vind het wel normaal voor technische onderdelen dat ze onderbroken worden.”

Met twee zilveren medailles is de uitdaging om te laten zien dat iedereen die zei dat het niet kon voltooid, maar Van Klinken is nog niet klaar. Twee gouden EK-medailles, dat zou een mooie volgende stap zijn, zegt ze vol zelfvertrouwen. „En de Spelen komen er natuurlijk ook aan. Daar kunnen nog meer medailles gehaald worden.”