Eindelijk is hij af, de miljoenenfabriek in Groningen die bioplastic wint uit suiker

Achttien jaar nadat het bedrijf Avantium een slimme manier vond om een chemische bouwsteen uit suiker te winnen, staat er een fabriek op een terrein van 2,5 hectare die een nieuw soort bioplastic gaat maken. De fabriek gaat 175 miljoen euro kosten, geld waarvoor topman Tom van Aken jaren de boer op moest.

Dinsdag is in het Groningse Delfzijl een officieel ‘openingsmoment’ van de fabriek, die nu „zo’n beetje klaar is”, aldus Van Aken. De fabriek heeft grote investeerders achter zich, zoals Coca-Cola, Danone, overheidsfonds Invest-NL en de provincie Groningen.

Avantium-directeur Tom van Aken.
Foto Kees van de Veen

Formeel mag de fabriek dan af zijn, maar vertraging is niet uitgesloten. Nu komt het testen en afstellen van de machines. Ergens volgend jaar moet het nieuwe bioplastic van de band rollen. „Er is nog nooit eerder zo’n fabriek in de wereld gebouwd”, zegt Van Aken. „Dus ik kan oprecht zeggen dat het spannend is.”

Avantium (driehonderd medewerkers) maakt PEF, een plantaardige plasticsoort waar „geen druppel aardolie voor nodig is”. Die komt onder de merknaam Releaf op de markt. Het is zeker niet de eerste bioplasticsoort. Toch is er voor PEF veel interesse, omdat het chemisch gezien op de fossiele plasticsoort PET lijkt. PET is bijvoorbeeld te vinden in petflesjes en fruitbakjes uit de supermarkt, en onder de naam polyester in kleding.


Lees ook

Vierde plastic recyclaar en ‘Nationaal Icoon’ valt om binnen een jaar tijd

Een proefinstallatie van Ioniqa in een fabriekshal in de Botlek in 2019.

‘Lang verketterd’

De weg naar de opening van deze fabriek was lang en vol hobbels. „Ik heb honderden keren het verhaal aan [potentiële] investeerders verteld”, zegt Van Aken. „En daar moet je een dikke huid voor hebben. Ik ben lang verketterd, volgens anderen was het veel te moeilijk om een nieuw plastic materiaal op de markt te brengen.”

Avantium ontstond in 2000 als een spin-off van Shell om katalysesystemen – voor versnelling van chemische reacties – te ontwikkelen. Op zijn 35ste werd Van Aken er topman. In de beginjaren was Avantium aan het zoeken naar een eigen innovatief product. Nadat het goed lukte om uit suiker een monomeer (een soort bouwsteen) te winnen, richtte het bedrijf zich op biobrandstof. Het bouwde een auto om en testte die uitvoerig op biobrandstof, maar het geld raakte op. Om te overleven wilde de start-up naar de beurs, maar door de kredietcrisis werd de beursgang in 2007 een dag van te voren afgeblazen.

Het bedrijf bleef ternauwernood overeind met hulp van nieuwe investeerders en besloot zich te richten op kunststof in plaats van het vluchtigere biobrandstof. „Bij brandstof doe je eigenlijk heel erg je best om een product te maken dat iemand in zijn tank stopt, en direct weer verbrandt”, aldus Van Aken.

De kosten voor de fabriek in Groningen werden geschat op 115 miljoen euro. Inmiddels is duidelijk dat het 175 miljoen wordt.
Foto Kees van de Veen

Nadat Avantium de afslag van bioplastic had genomen, ging Van Aken op zoek naar steun van investeerders. Traditionele chemieconcerns zagen het niet zitten. Ook Coca-Cola was niet direct overtuigd. Na meerdere demonstraties op het hoofdkantoor ging de frisdrankmaker in 2012 toch investeren. Daarna stapte ook Danone aan boord om PEF-waterflessen te ontwikkelen.

In 2017 ging Avantium alsnog naar de beurs. De kosten voor de fabriek werden geschat op maximaal 115 miljoen euro. Inmiddels is duidelijk dat de fabriek 175 miljoen gaat kosten. „Het opschalen van de technologie was heel erg kapitaalintensief”, zegt Van Aken. „De eerste inschatting hadden we gedaan voordat de oorlog in Oekraïne was uitgebroken. Wij hebben last gehad van inflatie en problemen in de toeleveringsketen.”

Afgelopen jaren was er veel media-aandacht voor de kostenoverschrijdingen. Soms vond Van Aken dat overtrokken. „Als ik de overschrijdingen naast die van met vergelijkbare projecten in de wereld leg, is het eigenlijk helemaal niet zo speciaal. Maar investeerders vonden het niet leuk, en dat begrijp ik.”

Fructosesiroop uit Frans tarwe

Avantium zal fructosesiroop uit Frans tarwe gebruiken als grondstof. Een andere optie is PEF maken uit houtsnippers. In hoeverre is dat echt duurzamer? Ook hernieuwbare grondstoffen hebben een CO2-voetafdruk.

„Ik moet altijd een beetje glimlachen om zulke vragen over het materiaal”, zegt Van Aken. „De hoeveelheden die nodig zijn voor ons plastic zijn relatief klein. De bestaande landbouwindustrie kan dat makkelijk aan. Het debat is met name verstoord door de discussie over biobrandstof, want om brandstof te maken zijn veel grotere volumes nodig, met meer impact op de natuur.”

PEF-garen (l) als potentiële vervanger van polyester in kleding. Voor biermaker Carlsberg ontwikkelt het bedrijf PEF-flessen.
Foto Kees van de Veen

De eerste klanten die Van Aken noemt zijn Albert Heijn (voor de verpakking van vruchtensappen), biermaker Carlsberg, modemerk Louis Vuitton (voor cosmeticaverpakkingen) en frisdrankmaker Inbev. PEF is ook inzetbaar als een variant op polyester, en daarmee te gebruiken voor kleding en bekleding van meubels. Vandaar dat ook modemerk Pangaia zich meldde als klant. Van Aken: „Het zou mooi zijn als je ons straks ook in je kledingkast ziet.”

De dromen zijn groot, maar concurreren met fossiele plastics (gemaakt van gas en olie) wordt niet eenvoudig. Fossiel heeft een schaalvoordeel. De nieuwe fabriek van Avantium maakt straks 5.000 ton bioplastic per jaar, ongeveer 0,001 procent van de wereldwijde plasticproductie. Bovendien overspoelen goedkope fossiele plastics uit Azië en de VS momenteel de Europese markt.

Van Aken hoopt dat hij klanten kan overtuigen met de chemische eigenschappen van PEF. Dat laat minder gas door dan z’n broertje PET, waardoor bijvoorbeeld koolzuurhoudende dranken langer houdbaar blijven. „Dat is voor verpakkingen een enorm belangrijk verkoopargument.”

En PEF mag bovendien (zolang de hoeveelheden nog bescheiden blijven) samen met PET worden gerecycled. Dat maakt dat er geen nieuwe recyclingketen voor hoeft te worden opgezet.

Voorlopig heeft Avantium ook een andere inkomstenbron: de verkoop van licenties. Vorig jaar sloot het een deal met het Amerikaanse chemiebedrijf Origin Materials. Dat wil in Noord-Amerika jaarlijks honderdduizend ton PEF gaan produceren.