Eerste Kamer stemt ook in met Wet betaalbare huur om middenhuur te reguleren

De Eerste Kamer heeft dinsdag zoals verwacht ingestemd met de Wet betaalbare huur van demissionair minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, CDA). De wet die de huurprijs van ‘vrije’ middenhuurwoningen reguleert en begrenst, moet per 1 juli van kracht worden.

De Wet betaalbare huur regelt dat het woningwaarderingsstelsel of ‘puntenstelsel’ wordt uitgebreid van sociale huur (nu tot 879 euro per maand) naar een deel van de middenhuurwoningen (tot 186 punten, nu gelijk aan 1.123 euro per maand). Dit puntenstelsel, dat de maximale huur van een woning bepaalt, is onder meer gebaseerd op de oppervlakte, de energiezuinigheid en de gemeentelijke WOZ-waarde.


Lees ook

De Wet betaalbare huur van minister De Jonge komt er dan eindelijk

Minister Hugo de Jonge bij een debat in de Tweede Kamer afgelopen week.

Zo moet de Wet betaalbare huur ervoor zorgen dat de huur van zo’n 300.000 woningen op termijn met gemiddeld 190 euro omlaag gaat, volgens het Rijk.

De wet kreeg in de Eerste Kamer steun van GroenLinks-Pvda, CDA, D66, PVV, SP, Volt, OPNL, Partij voor de Dieren en de ChristenUnie. Tegen waren BBB, VVD, Forum voor Democratie, SGP, JA21 en 50Plus. Een meerderheid van de Eerste Kamer stemde ook voor een monitoring van de wet na één jaar. Senator Eric Kemperman van BBB had hier in een motie om gevraagd.

Dwingend

De wet van De Jonge regelt ook dat huren die binnen het puntenstelsel vallen bindend worden. Nu mogen verhuurders nog hogere huren vragen, maar kunnen huurders via de rechter huurverlaging afdwingen. Gemeenten moeten vanaf 2025 erop toezien dat verhuurders niet meer dan de maximale huur vragen, en kunnen waarschuwingen en boetes aan huiseigenaren geven.

De Raad van State waarschuwde dat de Wet betaalbare huur tot mínder vrije huurwoningen zou kunnen leiden, omdat verhuren minder rendabel wordt

De nieuwe wet gaat op verschillende momenten in voor verschillende woningtypen. Sociale huurwoningen tot 879 euro per maand vallen per 1 juli direct onder de nieuwe wet, die zijn nu ook al gereguleerd. Voor woningen met een middenhuur, die volgens het puntenstelsel eigenlijk onder de sociale huurgrens zouden moeten vallen, geldt een overgangstermijn van een jaar. Voor middenhuurwoningen die volgens het puntenstelsel daadwerkelijk onder middenhuur vallen, gelden de nieuwe regels wanneer een nieuw huurcontract wordt afgesloten.

Relatief duur

Vrije huurwoningen zijn nu vaak relatief duur, omdat de sector klein is en het aanbod schaars (1,2 miljoen van de in totaal 8,1 miljoen woningen in Nederland). De eigenaren variëren van particuliere verhuurders tot grote beleggers zoals pensioenfondsen en verzekeraars.

Saillant is dat de wet van De Jonge uitgevoerd moet worden onder zijn opvolger als minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening: Mona Keijzer van BBB, de partij die in de Tweede en Eerste Kamer tegen deze wet stemde. Tijdens haar hoorzitting in de Tweede Kamer zei Keijzer vorige week dat ze de wet wel gaat uitvoeren, omdat zij als minister gebonden is aan wetgeving.


Lees ook

Namens wie spreekt BBB’er Eric Kemperman in de Eerste Kamer? Namens zijn partij of een vastgoedvereniging?

Demissionair minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening Hugo de Jonge (links) en BBB-senator Eric Kemperman, voorafgaand aan het debat over de Wet betaalbare huur, in de Eerste Kamer.

De Raad van State waarschuwde eind vorig jaar dat de Wet betaalbare huur juist tot mínder vrije huurwoningen zou kunnen leiden, omdat verhuren minder rendabel wordt. Eigenaren kunnen huurwoningen verkopen en er kan minder nieuwbouw van huurwoningen zijn. Om dit ongewenste effect tegen te gaan, mogen verhuurders van nieuwbouw die vóór 2028 van start gaat tien jaar lang 10 procent extra huur vragen.

Zelf spreekt De Jonge in een persbericht van „een mijlpaal”. „Deze wet gaat voor vele duizenden huurders een enorm verschil maken. En de wet is zo vormgegeven dat investeren en verhuren nog prima kan, want ook dat is uiteindelijk in het belang van huurders.”

Per 1 juli verandert er meer op het gebied van huurbescherming. De Wet vaste huurcontracten bepaalt dat alle nieuwe huurcontracten vanaf dit moment voor onbepaalde tijd zijn. Tijdelijke huurcontracten die vóór 1 juli 2024 zijn afgesloten veranderen verder niet.