Als Dick Schoof al een paar keer niet duidelijk afstand wil nemen van PVV-minister Marjolein Faber, die een bericht retweette waarin GroenLinks-Kamerlid Esmah Lahlah denigrerend „een hoofddoekje” werd genoemd, daagt D66-leider Rob Jetten de nieuwe premier uit. „Ik wil u eigenlijk een herkansing geven. De persoon waarover het gaat, zit daar op de eerste rij. Ik wil u vragen haar in de ogen te kijken en te zeggen: een retweet met ‘PvdA-hoofddoekje pik ik niet als minister-president.”
Schoof, die tot dan toe vasthield aan ingestudeerde teksten, besluit te improviseren. „Ik kijk haar graag in de ogen”, zegt de premier, en hij wendt zich tot Lahlah. „Dat u een hoofddoek omheeft, maakt voor mij helemaal niets uit. U bent voor mij gewoon een mens.” Lahlah, geen deelnemer aan het debat, staat toch op om een persoonlijk feit te maken. „Laat ik als vrouw met een hoofddoek over één ding duidelijk zijn: voor mij is dit een persoonlijke, bewuste en vrije keuze. […] Voor alle meiden die een hoofddoek dragen en zich geraakt voelen door wat hier gebeurt, laat je niks wijsmaken, je kunt alles bereiken wat je wilt.”
Het linkerdeel van de Kamer roffelt luid op de bankjes, Lahlah verlaat aangeslagen de zaal. Als GroenLinks-PvdA-collega Suzanne Kröger een arm om haar heen slaat, veegt ze haar tranen weg. In de zaal blijft premier Schoof verbouwereerd achter. Hij zegt er niks meer over.
Scherpe interrupties
Niemand had verwacht dat Dick Schoof, als nieuwe premier van een kabinet met daarin de PVV, in de Tweede Kamer met open armen zou worden ontvangen. Toch had de onervaren Schoof bij zijn eerste grote Kamerdebat misschien gehoopt dat de oppositie hem niet direct keihard zou aanpakken. Dat bleek ijdele hoop, zodra Schoof zei dat hij een „premier van alle Nederlanders” wil zijn begon een reeks scherpe interrupties. En daarin draaide Schoof zichzelf zo vast dat zijn eerste debat al snel het karakter kreeg van een ijskoude douche.
Schoof had dat aan zichzelf te wijten. De premier dacht dat het voldoende zou zijn om in zijn inleiding te zeggen dat het nieuwe kabinet niemand uitsluit. „Dat is ook mijn mensbeeld, dat is wat ik voel. Dat ga ik niet eindeloos herhalen. Daar ga ik niet eindeloos over praten.” Het liep anders, want de oppositiepartijen wilden juist weten hoe Schoof als leider van het kabinet zou gaan normeren. Had hij invloed gehad op de benoemingen van PVV’ers Faber en Reinette Klever, die in opspraak kwamen door steun aan de omvolkingstheorie? En had hij minister Faber bijvoorbeeld aangesproken nadat zij dinsdag bij de perspresentatie op het Catshuis had gezegd dat zij „niet zo van de hoofddoeken” is?
In plaats van te reageren op die concrete vragen bleef Schoof steken in algemeenheden. De premier wilde vooral vooruitkijken en zei dat het kabinet „staat voor de rechtsstaat, en de vrijheid van iedereen”. Hij stelde meerdere keren zelf vast dat hij in herhaling viel, maar dat maakte het er niet beter op. Of hij Faber had aangesproken wilde hij niet zeggen.
De recensies van de oppositie waren vernietigend. „U neemt het niet op voor al die mensen die jarenlang zijn weggezet”, zei Esther Ouwehand (Partij voor de Dieren), doelend op de uithalen van de PVV richting Nederlanders met een migratieachtergrond. „U durft niet te normeren als het specifiek wordt, of als het om uw collega’s gaat”, vond Frans Timmermans (GroenLinks-PvdA). „Het CDA is geen partij die de premier op z’n eerste dag een rode kaart gaat geven”, zei Henri Bontenbal, alsof Schoof die rode kaart eigenlijk wel verdiend had.
Oppositie uit eigen kring
Alsof het nog niet genoeg was kon Schoof ook nog rekenen op oppositie uit eigen kring. PVV-leider Geert Wilders vond dat Schoof zich in het debat te veel onder druk had laten zetten door de linkse partijen, en niet duidelijk genoeg gezegd had dat de PVV-bewindslieden „geen racisten” zijn. „Slappe hap”, sneerde Wilders, die een voorproefje gaf van de vrije, bijna oppositionele rol die hij als leider van de grootste coalitiepartij blijkbaar voor zich ziet. Schoof onderging het gelaten en zei tegen Wilders: „Ik bepaal echt zelf mijn eigen woorden.” Wilders zette zijn „slappe hap”-sneer direct in een filmpje op X.
Tijdens een debat gaan bewindslieden niet meer twitteren, daar is mevrouw Agema het nu echt mee eens
Niemand van de coalitie schoot Schoof in het debat te hulp. VVD-leider Dilan Yesilgöz zei geen woord in het eerste deel van het debat, maar kwam in de lunchpauze wel met een recensie op X. „De Kamer heeft zich vanochtend van zijn slechtste kant laten zien. Aan de ene kant een deel van de oppositie dat zichzelf overschreeuwt. En aan de andere kant Wilders die zijn rol als leider van de grootste partij net onverantwoord heeft ingevuld. Dit soort gedrag staat oplossingen in de weg.”
Overleg Schoof met vicepremiers
Later op de dag ontstaat er nog een keer ophef, als PVV-vicepremier Fleur Agema vanuit Vak K een oud bericht deelt waarin toenmalig GroenLinks-leider Femke Halsema zegt dat ze hoopt dat moslimvrouwen de hoofddoek „zullen afslingeren”. Een actie die de boodschap van Schoof van eerder op de dag ondermijnt. Wat is nu de positie van het kabinet, vraagt D66-leider Jetten. Het debat wordt maar liefst een half uur geschorst, Schoof overlegt met zijn vicepremiers. Als hij terugkeert verzucht hij: „Wat is X toch een merkwaardig fenomeen.” Om vervolgens Agema terug te fluiten. „Tijdens een debat gaan bewindslieden niet meer twitteren, daar is mevrouw Agema het nu echt mee eens. De inhoudelijke lijn van het kabinet is niet veranderd.”
Als het een voorbode is voor de nieuwe coalitieverhoudingen, laat het zien hoe eenzaam en ingewikkeld het voor Schoof als partijloze premier kan worden. Het debat over de regeringsverklaring ging nog uren door. Maar het beeld van een weifelende leider zonder natuurlijk gezag en een ruziënde coalitie bleef hangen.