N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Recensie
Beeldende kunst
Tentoonstelling Kunstenaar Fransje Killaars maakte in Museum Beelden aan Zee een installatie rond sculpturen van haar vader, Piet Killaars. Tegelijkertijd toont het Bonnefantenmuseum hoe Piet Killaars zich vanaf de jaren 50 ontwikkelde.
Een dochter die een hommage brengt aan haar overleden vader middels een tentoonstelling van hun beider werk, dat is een zeldzame gebeurtenis. Beeldend kunstenaar Fransje Killaars (Maastricht 1959) maakte een installatie rond een groep sculpturen en studies van haar vader, beeldhouwer Piet Killaars (Tegelen, 1922 – Maastricht, 2015). De groep werken van Piet Killaars werd door Killaars’ erven en diens vrouw Hélène vorig jaar geschonken aan Museum Beelden aan Zee.
Fransje Killaars maakt al dertig jaar ruimtelijke installaties met textiel: wollen tapijten en dekens, banen stof, transparante sluiers en kamerschermen in felle en contrasterende kleuren. De cultuurhistorische betekenis van stoffen en van weef- en druktechnieken speelt hierbij een belangrijke rol. Maar ook klinkt er een duidelijke echo in door van het modernisme, van de kleurvlakken van Amerikaanse colorfield-schilders als Barnett Newman en Mark Rothko, en van de geometrische rasters van Sol LeWitt, voor wie Fransje Killaars ooit werkte als assistent bij de uitvoering van zijn muurtekeningen. Zij transformeerde de modernistische traditie naar een zinnelijk soort kunst, waarin het gaat om tastbaarheid en materialiteit en om de ervaring van intimiteit.
In Beelden aan Zee bekleedde Fransje Killaars twee rijen van drie pilaren met handbedrukte banen stof in geel, oranje, groen en paars. Daartussen plaatste zij een lange tafel, zodanig dat er een soort kapel ontstond. Twee van haar mensfiguren, gekleed in een witte en een zwarte cape, knielen aan de uiteinden van de tafel. Ze herinneren aan afbeeldingen in renaissanceschilderijen. Op de tafel staan twee kleine sculpturen, in wit en zwart, modellen van een werk dat Piet Killaars in de jaren zeventig realiseerde in Maastricht, Beweging in de ruimte. Ze ogen als een gestileerde, opgaande golfbeweging, die opgebouwd is uit elkaar overlappende, dakpan-achtige elementen. In de omgang van de kapel zijn andere beelden en gipsen modellen tentoongesteld, waaronder varianten op Beweging in de Ruimte, zoals Golf en Spiraal. De installatie staat in het teken van rouw en contemplatie, en tegelijkertijd wordt met uitbundige kleuren het leven gevierd.
Leidend principe
Het Bonnefantenmuseum in Maastricht toont ondertussen een overzicht van Piet Killaars’ werken, alle uit te de eigen collectie. Daar is te zien hoe zijn kunstenaarschap zich door de decennia heen ontwikkeld heeft. Dit oeuvre is een getrouwe weerspiegeling van bredere tendensen in de kunst, beginnend in de jaren vijftig met existentialistische beeldengroepen en mensfiguren die beïnvloed zijn door zijn leermeester Oscar Jespers. In de jaren zeventig is het werk eerder abstract en geometrisch, met stapelingen en spiraalvormige ordeningen, in brons, marmer en steen. In de jaren tachtig doet bij Killaars de invloed van de natuurbeleving en van vergankelijkheid en kwetsbaarheid zich gelden, zoals te zien is bij Doorgang, Poort en Boot, gemaakt van eikenhout en ijzer. De boot en de poort zijn beide ovalen, schelpachtige vormen, opgebouwd uit geledingen, de ene liggend, de andere verticaal opgericht.
In alle verschillende fasen van zijn werk toont Killaars zich een kind van zijn tijd. Toch is er een leidend principe dat door de jaren heen constant bleef. In een interview noemde hij dit het creatieve beginsel, een beginsel van groei en ontwikkeling dat weerbarstig is en onontkoombaar. Killaars nam in de verschijningsvorm van de dingen een andere laag waar en wist zich verbonden met een natuurlijk principe dat veel meer is, of veel verder gaat, dan het eigen kunstenaarschap. Deze waarneming resulteerde in een betekenisvol en integer oeuvre.