Het Bates Motel van Psycho en het Overlook Hotel van The Shining zijn het domein van psychotische vaders en zonen, in het Portugese Hotel do Rio zijn moeders en dochters de baas. Het is een aantrekkelijk shabby, oud-modernistisch gebouw, en binnen is alles miserabel. Overdag liggen de gasten in bestudeerde poses rond het zwembad of trekken solitair baantjes. Op de achtergrond klinkt dan aangenaam klassiek. ’s Avonds rookt men op balkons, broeit men achter glas en ruziet men aan dinertafels. Relaties zijn kil, wantrouwig en wrokkig, gesprekken stekelig: dit hotel is een emotioneel niemandsland vol loopgraven en prikkeldraad.
Het patriarchaat deugt niet, zeker, maar dat wordt wel een saai verhaal. Afschuwelijke vrouwen zijn een leuke afwisseling, en de Portugese veteraan João Canijo richt in Mal Viver en Viver Mal twee monumenten voor toxische vrouwelijkheid op. Hij filmde dat tweeluik in hotel Parque do Rio, waar hij als jongen vakantie vierde. De corona-epidemie was een buitenkans, met cast en crew ging hij er geconcentreerd in lockdown. Beide films gingen op de Berlinale 2023 in première, Mal Viver won daar de juryprijs. Waarna Canijo zijn materiaal tot de miniserie Hotel do Rio bewerkte; in 2017 deed hij net zoiets met zijn speelfilm Fátima, waarin elf vrouwen elkaar op pelgrimstocht in de haren zitten.
Je moet er wel van houden, zo’n meedogenloze, bergmaneske ontleding van menselijke drijfveren en relaties waarin familie een gevangenis is. Het werk van Canijo draait doorgaans om sterke vrouwen die zich staande houden, mannen blijken meestal schertsfiguren. Dit tweeluik draait om moederlijke (over)bezorgdheid, die het leven van dochters en kleindochters tot een hel kan maken, aldus Canijo, maar zijn moeders claimen, kleineren, houden af en treiteren ook uit ordinaire heerszucht en rancune, zo lijkt het.
In Mal Viver wil oma Sara haar hotel verkopen omdat de klandizie terugloopt. Dat is haar goed recht, vindt zij. De andere vrouwen zien het hotel als familie-eigendom: de bokkige, solitaire dochter Piedade, nicht en kamermeisje Raquel die met elke gast in bed duikt, loyale huishoudster Angela die een relatie heeft met Raquel. Katalysator in de vastgedraaide situatie is kleindochter Salomé; zij groeide op bij haar zojuist overleden vader omdat moeder Piedade twijfelde of ze haar wel liefde kon geven. Salomé spant bij terugkeer wrokkig met oma tegen haar moeder samen; oma vertelt haar dat Piedade depressief of bipolair is, een bodemloze put van onvrede. De andere vrouwen roddelen er ook op los: Piedade is een hoarder. Gevoelloos. Te dik. Een slons. Ze zeggen dat vaak net iets te hard, zodat Piedade het goed kan horen. Heeft ze een pantser opgebouwd omdat ze haar hele leven al wordt ondergraven? Alles wordt duidelijk tijdens een sinistere nacht van de waarheid.
Mal Viver en Viver Mal spiegelen elkaar: deel een gaat over de vrouwen die het hotel runnen, deel twee over de gasten. Dat tweede deel – Viver Mal – is een drieluik op basis van toneelstukken van de Zweedse misantroop August Strindberg. Het superieure eerste deel – Mal Viver – werd met de actrices in elkaar geïmproviseerd. Beide films spelen zich in hetzelfde etmaal af, de hoofdrolspelers van het ene deel zijn figuranten in het andere. Een ingenieuze constructie die je extra alert maakt.
João Canijo maakt het je überhaupt niet gemakkelijk met zijn duistere beelden en overlappende gesprekken. In Mal Viver doorgrond je de onderlinge relatie alleen door goed op te letten, en zelfs dan ontgaat je een en ander. Zijn camera bespiedt acteurs door trapgaten, deuren en spiegels en luistert hun gesprekken af, net als de vrouwen die elkaar constant begluren en afluisteren. Als kijker word je zo onwillekeurig mede-voyeur, glij je mee in deze vrouwelijke slangenkuil waar iedereen elkaar in een wurggreep houdt en een teken van kwetsbaarheid slechts een aanval provoceert. ’s Avonds neemt de camera vaak even afstand van het hotel, zodat je iedereen miserabel ziet zijn in zijn eigen hokje van beton en glas.
Het drieluik korte verhalen Viver Mal, volgende week in de bioscoop, richt zich op de gasten. Zij krijgen weinig mee van de kibbelende, soms gillende vrouwen omdat ze opgaan in hun eigen giftige besognes. Ook bij hen draait het om moeders en dochters. Moederskindje Vittorio – mama’s telefoontje gaat vóór orale seks – en Camilla zijn een ruziekoppel, ze zoeken continu naar kwetsbare plekken om elkaar te treffen. In andere hotelkamers legt een jaloerse moeder het aan met haar opportunistische schoonzoon en strijdt een claimende moeder met een potentiële schoondochter om de affectie van haar dochter, die is verlamd door verlatingsangst.
Viver Mal dient na Mal Viver als toespijs te worden genuttigd. In zijn episodische karakter is het een iets mindere film, maar wel een fijn dessert voor wie de hoofdgang op waarde kon schatten: een scherpe, broeierige blik op moederliefde, even wreed als misantropisch.