N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Profiel
Wangedrag Minister Wiersma (Onderwijs, VVD) zei zijn „les te hebben geleerd”. Toch kwam het een week geleden weer tot een woede-uitbarsting. Zo ging een bevlogen minister politiek ten onder aan geldingsdrang.
Dennis Wiersma stond op, liep naar voren en in de zaal met VVD’ers werd het stil. Drie weken geleden, op het partijcongres in Apeldoorn. „Sorry”, zei de minister voor Onderwijs tegen de VVD-leden. Het nieuws over zijn woedeuitbarstingen had, wist hij, ook op hén en de partij een negatieve „uitstraling” gehad. „Maar ik heb mijn les geleerd, het zal niet meer gebeuren.”
Het gebeurde wél, en vorige week al: op een symposium in Bussum, over 25 jaar Praktijkonderwijs, zou Dennis Wiersma opnieuw zijn zelfbeheersing hebben verloren. De leiding van de organisatie diende een klacht in bij het ministerie van Onderwijs, na de medewerker gehoord te hebben die met Wiersma te maken had gehad. Het zou gaan om „mondelinge en fysieke intimidatie’.
Het nieuws over dat incident kwam deze week op woensdag naar buiten, op donderdagavond liet hij in een verklaring op sociale media weten dat hij opstapt: „Met pijn in mijn hart”. Volgens Wiersma is hij in een situatie terechtgekomen „waarin het niet meer uitmaakt wat mijn toon en mijn intentie was”. De kramp die daarvan het gevolg was, schreef hij ook, „is uiteindelijk voor niemand goed”.
VVD-leider Mark Rutte noemde het vertrek van Wiersma „enorm spijtig”. Volgens hem verliest het kabinet met Wiersma „iemand die zich met hart en ziel voor het onderwijs inzette.”
Laatste waarschuwing
Op het VVD-congres had Wiersma hard en lang applaus gekregen. Voor de vrouw die na hem opstond en zei dat hij het wel erg veel „over zichzelf” had, werd ook geklapt, maar lang niet door iedereen en niet hard. Verreweg de meeste VVD’ers in de zaal, het waren er zo’n duizend, leken hun partijgenoot, die zo openlijk zijn fouten erkende, van harte een nieuwe kans te gunnen.
Dat gold, zo leek het, ook nog voor de VVD-top: premier Mark Rutte, fractievoorzitter Sophie Hermans en het partijbestuur. Die hadden hem eind mei een laatste waarschuwing gegeven. Ze wilden hem overduidelijk nog niet kwijt.
Dennis Wiersma (37) werd in zijn partij lange tijd gezien als een talent dat gekoesterd moest worden. Hij kwam goed uit zijn woorden, werkte hard, en het verhaal over zijn achtergrond paste bij de volkspartij die de VVD graag wil zijn: open voor iedereen die zijn best wil doen om verder te komen in het leven.
Ook de onderwijswereld – leraren, directeuren, adviseurs en ouders – was van hem gecharmeerd. Vanaf het moment dat hij in januari 2022 aantrad als minister voor Onderwijs (Basis- en Voortgezet) analyseerde hij scherp wat er mis is in het onderwijs. Er zijn te weinig leraren, die moeten dus beter worden betaald. Schoolbesturen hebben te veel macht waardoor ze zelf hun geld (verkeerd) kunnen besteden. En het belangrijkste: de lees- en rekenprestaties van kinderen dalen gestaag. Voor kinderen uit gezinnen die iets te besteden hebben, kopen ouders bijles en trainingen in. Veel gezinnen lukt dat niet.
Deze inspirerende man zou dat voor iedereen gaan verbeteren. Wiersma had ook zelf eerst mavo, havo, toen HBO-propedeuse en universiteit gedaan. Een voorbeeld voor mensen die hechten aan de meritocratie en die geloven dat onderwijs nog steeds een emancipator is.
Geldingsdrang
Maar zijn geldingsdrang leek hem de laatste jaren steeds meer in de weg te zitten. Bijna dagelijks wilde hij met een selfie op sociale media verschijnen, of op de televisie of in een krant. Een groep jonge medewerkers moest dat voor hem organiseren. Hij bemoeide zich tot in detail met deze persoonlijke PR. Elke keer dat hij kritiek kreeg, of iets dat hij als tegenwerking ervoer, ontplofte hij. Dat bleek uit achttien gesprekken die NRC voerde met mensen die met hem werkten.
Wiersma komt uit Franeker, zijn vader heeft daar een snackbar. Over politiek ging het thuis nooit, Dennis Wiersma dacht als kind nog dat VVD stond voor ‘veel vrije dagen’, dat had zijn vader gezegd. Zijn ouders gingen uit elkaar toen hij twaalf was, Dennis Wiersma woonde daarna bij zijn moeder. Die was ziekenverzorgster geweest, maar al sinds de jaren tachtig was ze arbeidsongeschikt.
Vanuit hun huis, zei Wiersma in NRC net voordat hij onderwijsminister werd, kon je de wijk ’t War zien, met grote huizen: „Daar woonden de rijke mensen.”
Dennis Wiersma werd na zijn studie voorzitter van FNV Jong. Dat hij al op zijn twintigste voor de VVD had gekozen, kwam vooral door wat zijn moeder had meegemaakt, zei hij in NRC: volgens hem had niemand van de gemeente of het UWV zijn best gedaan om haar weer aan werk te helpen.
Het ‘nieuwe verhaal’
In 2017 werd Wiersma Tweede Kamerlid en de anderen in de fractie zagen dat hij al snel bij het clubje in de VVD hoorde dat de lijnen uitzette, en de plannen bedacht waarmee de VVD een ‘nieuw verhaal’ wilde vertellen: de partij wilde niet meer vooral geassocieerd worden met rijke mensen en grote bedrijven, maar ook nadrukkelijk opkomen voor mensen met een middeninkomen en voor klein bedrijven. Hij trok veel op met Sophie Hermans, die na de verkiezingen van 2021 (eerst nog waarnemend) fractievoorzitter werd, en Tweede Kamerlid Bente Becker, Hermans’ rechterhand in de fractie.
Dat hij in het demissionaire kabinet-Rutte III staatssecretaris van Sociale Zaken werd, was voor hem dé kans om te laten zien wat hij kon. In de partij was het voor niemand een verrassing dat hij daarna minister werd voor Onderwijs.
Maar in de VVD-fractie en op het departement van Sociale Zaken wel. Te veel naaste medewerkers hadden al meegemaakt dat hij in woede ontstak. Dat gedrag vertoonde hij ook bij OCW, intern én extern.
Na het eerste bericht daarover in De Telegraaf, in april, liet hij weten dat dat alleen in het begin van zijn ministerschap had gespeeld. Maar al snel bleek dat dat niet waar was. De VVD-top bleef hem toch steunen. In mei, anderhalve week voor het VVD-congres in Apeldoorn, kreeg hij van Sophie Hermans zijn „laatste waarschuwing”.
Wiersma was sinds die tijd kwetsbaar geworden: één melding over zijn gedrag zou zo goed als zeker het einde betekenen van zijn ministerschap. In zijn verklaring schreef Wiersma donderdag, net als eerder, dat hij „soms te scherp was geweest”. En te fel. Maar dat er de afgelopen weken ook „voorbeelden en kwalificaties” waren gebruikt in de media die hij niet herkende. Hij had daar niet op in willen gaan, schreef hij, om niet in een welles-nietes discussie terecht te komen „die geen recht doet aan aan de gevoelens van mensen die last hebben gehad van het gedrag waarvan wel sprake is geweest.”
De VVD zal nu op zoek moeten gaan naar een nieuwe minister voor Onderwijs.
Lees ook: De woedeaanvallen van minister Wiersma zijn geen incident maar een patroon