
De zaak
Een vader misbruikte zijn minderjarige dochter. Hieruit werd in 1998 een kind geboren, een jongetje, op wie die achtergrond een enorme impact had. Een instabiele situatie, een getraumatiseerde moeder: het leidde tot depressies, angst- en paniekaanvallen, stemmingsproblematiek en emotieregulatieproblemen.
Hij kreeg problemen op school en was al jong in behandeling voor zijn trauma’s. De latere wetenschap dat zijn opa ook zijn vader was, raakte hem hard. Hij raakte verslaafd aan drugs en was een tijd dakloos.
Door psychologische begeleiding gaat het nu wat beter met de man. Hij staat nog wel op de wachtlijst voor verdere behandeling. Zijn vader is inmiddels overleden.
De man klopte aan bij het Schadefonds Geweldsmisdrijven. Dit fonds doet namens de overheid eenmalige uitkeringen tot maximaal 35.000 euro aan slachtoffers van een geweldsmisdrijf, verkrachting of aanranding. Maar niet in dit geval.
Het fonds vond het aannemelijk dat de moeder slachtoffer was van een seksueel geweldsmisdrijf – er lag een strafvonnis tegen de vader. Maar, zei het fonds, het misdrijf richtte zich tegen de moeder, niet tegen het daaruit geboren kind. Hoewel het fonds begreep dat de man verstrekkende gevolgen had ondervonden, was hij zelf geen slachtoffer van een zedenmisdrijf. Daarom voldeed hij niet aan de voorwaarden voor een uitkering.
De man gaat hiertegen in beroep bij de Rechtbank Gelderland.
De uitspraak: beroep gegrond
De rechtbank oordeelt dat de man wel degelijk zelf ook ‘direct’ slachtoffer is van het misdrijf dat zijn moeder is aangedaan. Uit de medische informatie die de man had ingebracht, bleek dat de geestelijke problemen in zijn jeugd voortkwamen uit een gebrek aan basale veiligheid. Door de aard en de ernst van het misbruik liggen de schadelijke gevolgen ook zó voor de hand, zegt de rechtbank, dat je kunt zeggen dat het kind in zijn persoon is aangetast door dat misdrijf. De man had dat op de zitting ook helder en invoelbaar verwoord.
Er is dus een rechtstreeks verband tussen het misdrijf en de geestelijke schade.
De man valt onder de criteria voor uitkering, ook al is het geweldsmisdrijf tegen zijn moeder begaan. HIj heeft recht op erkenning en een vergoeding. Het Schadefonds Geweldsmisdrijven krijgt de opdracht een vergoeding vast te stellen.
Het commentaar
„Mooie overwegingen van de rechter”, vindt Conny Rijken, Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen. „Dat je als kind dat geboren wordt uit misbruik, incest, ook zélf, rechtstreeks slachtoffer bent van dat misbruik, is een verbreding van het begrip slachtoffer die alleen maar goed is. Ook door de redenering: het is zó voor de hand liggend dat een kind daardoor schade lijdt.”
Rijken zag een dergelijke uitspraak in het bestuursrecht nog niet eerder. „Je kon als kind in deze situatie wel proberen als nááste van het slachtoffer een beroep te doen op het fonds. Maar deze uitspraak zegt dat het geweld jouzelf betrof, dat jij er ook direct slachtoffer van bent.”
In het strafrecht was dit al eerder aan de orde. In 2020 veroordeelde het Gerechtshof Amsterdam met dezelfde redenering een dader tot schadevergoeding aan het kind dat was geboren doordat hij zijn zeer jonge stiefdochter had misbruikt. Rijken: „Kinderen die worden geboren uit deze situatie, staan meteen met tien-nul achter. Uit onderzoek blijkt dat seksueel misbruik leidt tot trauma’s, psychische klachten en hechtingsstoornissen. Voor het daaruit geboren kind zijn er mogelijke dna-problemen, een instabiele thuissituatie, en een moeder die in het kind een confrontatie kan zien met het misbruik. Daarmee is de mogelijkheid van een normaal gezinsleven jou als kind ontnomen.”
Hoe vaak deze situatie voorkomt, is moeilijk te zeggen, vertelt Rijken. Uit politiecijfers blijkt dat jaarlijks zo’n vijfhonderd meldingen binnenkomen van incest, maar het overgrote deel wordt niet gemeld. In 2006 heeft de Stichting Rutgers berekend dat zo’n 14.000 kinderen waren geboren uit seksueel misbruik van vrouwen die toen tussen de 19 en 70 jaar oud waren.
De man had bij het fonds ook aangevoerd dat hij schade had geleden omdat hij als kind getuige was geweest van het misbruik, dat na zijn geboorte was doorgegaan. Het schadefonds ging hieraan voorbij met het argument dat hij indertijd nog te jong was om te begrijpen wat er gaande was. Rijken ziet niet veel in deze redenering: „Ik weet niet hoe het fonds tot deze conclusie kwam. Maar juist in de eerste levensjaren is geborgenheid belangrijk. Het beïnvloedt je zelfvertrouwen, het je kunnen verbinden. We weten ook dat het aanwezig zijn bij seksueel geweld voor kinderen ernstige gevolgen kan hebben. Het kan gepaard gaan met een verdrietige moeder die pijn heeft. Een kind voelt de spanning.”
Het fonds zal nu de hoogte van de vergoeding moeten bepalen, met een maximum van 35.000 euro. Rijken: „Zo’n compensatie is onderdeel van de erkenning en kan helpen bij de verwerking. Ik heb veel mensen gesproken die vreselijke dingen meemaakten maar na de verwerking heel krachtige mensen werden, die weer met andere dingen bezig konden zijn en ook weer liefde konden ontvangen.”
Uitspraak: Rechtbank Gelderland, 16 mei 2025, gepubliceerd 19 juni 2024, ECLI:NL:RBGEL:2025:4533
