Terwijl grote golven stukslaan op een woeste kust, lopen Clint Eastwood en Donna Mills tegen de wind in over het strand. Als ze na een stukje wandelen gaan zitten, zijn de golven nog altijd hoog genoeg om schepen voor anker te houden. Intussen hoor je ‘The First Time Ever I Saw Your Face’, gezongen door een dan nog vrijwel onbekende Roberta Flack. Een nummer dat precies die onnadrukkelijk woeste liefde in zich heeft branden.
Dat nummer in die film (Play Misty for Me, 1971) – twee decennia eerder geschreven door Ewan MacColl – was de grote doorbraak van Flack, waarna ze een van de grootste soulsterren van de jaren zeventig en tachtig werd. Haar stem had een enorm bereik, met veel passie maar zonder overdreven emotioneel te worden, ook al zong ze regelmatig over maatschappelijke thema’s, zoals racisme (‘Be Real Black For Me’, met Donny Hathaway) en homoseksualiteit (‘Ballad Of The Sad Young Men’).
„Mij is verteld dat ik klink als Nina Simone, Nancy Wilson, Odetta, Barbra Streisand, Dionne Warwick, zelfs Mahalia Jackson”, zei Flack in The New York Times in 1970. „Als iedereen zegt dat ik als één iemand klink, maak ik me zorgen, maar als ze zeggen dat ik zoals hen allemaal klink, weet ik dat ik mijn eigen stijl heb.”
Afgelopen weekend overleed Roberta Flack op 88-jarige leeftijd, na een hartaanval.
Roberta Cleopatra Flack werd in 1937 geboren in Black Mountain, in North Carolina en groeide op in Arlington, Virginia. Haar vader werkte voor de overheid, haar moeder was organist in een kerk. De familie was erg muzikaal, Roberta speelde zelf piano en wel zo goed, dat ze er een beurs van de Howard University voor kreeg. Als vijftienjarige was ze de jongste student ooit. Ze werd omschreven als verlegen, ongemakkelijk, ijverig en altijd met haar neus in een boek. Ze studeerde af (inmiddels op zang) nog voor ze twintig werd, waarna ze les ging geven.
Voor ‘Killing Me Softly with His Song’ ontving Roberta Flack in 1974 een Grammy.Foto Harold Filan / AP
Eastwood
Haar carrière kwam vervolgens langzaam op gang. Ze speelde veel, had een bescheiden reputatie als performer en een groot repertoire, maar ze was al halverwege de dertig toen Clint Eastwood belde. Dankzij zijn film schoot ze naar de top van de hitlijsten, ook al was het album waar dat nummer op stond al drie jaar uit.
Zij kende ‘The First Time Ever I Saw Your Face’ in de versie van Joe & Eddie (1963). Ze zong het in 1969 zelf veel langzamer en gevoeliger dan haar voorgangers, met in haar achterhoofd haar door een auto doodgereden kat. Toen Eastwood belde of hij het mocht gebruiken (voor 2.000 dollar), zei ze dat ze het dan wel opnieuw wilde opnemen, omdat ze het te langzaam vond. Eastwood wilde daar niets van weten. Flack won er in 1973 een Grammy voor.
Roberta Flack zong ‘The First Time Ever I Saw Your Face’ gevoeliger dan haar voorgangers, met in haar achterhoofd haar door een auto doodgereden kat
Het nummer was, toepasselijk genoeg, het nummer waar de astronauten van Apollo 17 mee werden wakker gemaakt in een baan rond de maan, op de dag dat ze terug naar aarde kwamen: de voorlopig laatste keer dat mensen de maan van dichtbij zagen.
Later zou ze hits scoren met ‘Feel Like Makin’ Love’, ‘The Closer I Get To You’, ‘Tonight, I Celebrate My Love’ (met Peabo Bryson) en de Burt Bacharach-song ‘Making Love’. Maar verreweg haar grootste hit is ‘Killing Me Softly with His Song’, geschreven door Charles Fox, Norman Gimbel en Lori Lieberman. Flack bracht het uit in 1973 en het kwam op nummer één in onder meer de Verenigde Staten, Australië en Canada en leverde Flack twee Grammy’s op – ze was de eerste artiest die twee jaar achter elkaar de Grammy Award voor Record of the Year won, later alleen gevolgd door U2 en Billie Eilish. Het nummer werd in 1996 opnieuw opgenomen door de Fugees, die daar opnieuw een Grammy mee wonnen. De Fugees en Flack speelden het later regelmatig samen.
Beatles
Samen zong ze ook met goede vriend Donny Hathaway, op het album Roberta Flack & Donny Hathaway (1972), met onder meer ‘You’ve Got a Friend’, de single die bijna tegelijk uit werd gebracht met de nog beroemdere versie van James Taylor. Hun nummer ‘Where Is the Love’ werd in 1974 wel degelijk een monsterhit. In 2003 opnieuw, in de versie van The Black Eyed Peas. Ze werkte ook samen met Quincy Jones, Michael Jackson, Miles Davis, zong nummers van Leonard Cohen en David Bowie en vulde een heel album met covers van The Beatles – in 1975 waren John Lennon en Yoko Ono haar buren in New York.
In de jaren negentig en nul behaalde Flack niet zulke grote successen meer, hoewel ze vele artiesten inspireerde, zoals Erykah Badu, D’Angelo, en Luther Vandross, voor wie Flack een mentor was.
In 2018 ontving Flack zowel een oeuvre-Grammy, als een oeuvreprijs van de Jazz Foundation of America. Datzelfde jaar werd ze onwel op het podium, waarna bleek dat ze enkele jaren eerder een beroerte had gehad. Ook leed ze al geruime tijd aan ALS, waardoor ze de laatste jaren niet meer kon optreden.
Ze waren „wreder dan wreed” en stamden af van Gotische heksen die zich hadden laten bezwangeren door „onreine geesten”. Hun addergebroed leefde in moerassen en vormde daar „een onvolgroeide, smerige en nietige stam, nauwelijks menselijk”.
Aldus beschreef de Romeinse historicus Jordanes in de zesde eeuw na Christus het ontstaan van de Hunnen, de gevreesde steppe-ruiters die vanaf 370 hun opwachting maakten in Europa en daar de bewoners van het Romeinse rijk de stuipen op het lijf joegen. Jordanes’ etnogenese is allang naar het rijk de fabelen verwezen, maar waar kwamen de Hunnen dan wel vandaan?
Een internationale groep onderzoekers verbonden aan het Max Planck Instituut voor Evolutionaire Antropologie in Leipzig geeft nu antwoord op die vraag . Zij publiceerden maandag een artikel in het wetenschappelijk tijdschrift PNAS waarin ze met behulp van archeologische vondsten en dna-onderzoek aan botten uit Hunnengraven de wortels van deze veroveraars blootleggen. Hun afkomst blijkt opvallend divers.
Inhoud van 370 graven
In de achttiende eeuw opperen historici voor het eerst dat de Hunnen afstamden van de Xiongnu, een nomadisch volk dat tussen 200 voor en 100 na Christus een rijk bestierde dat zich uitstrekte over het huidige Mongolië en een deel van China. De belangrijkste reden voor die aanname was de taalkundige verwantschap tussen de namen van beide volken. Tussen het uiteenvallen van het Xiongnu-rijk en de komst van de Hunnen in Europa zit echter een periode van bijna drie eeuwen. Wat gebeurde er in die tijd?
Om die vraag te beantwoorden analyseerden de onderzoekers het dna van mensen in 370 graven – verspreid van China tot Hongarije – uit de periode van de tweede eeuw voor tot de zesde eeuw na Christus. Een aantal van de Europese graven was vanwege vorm en inhoud al door archeologen geïdentificeerd als onderdeel van de cultuur van de Hunnen. Dat gebeurde onder meer aan de hand van oriëntatie van het graf – noord-zuid – en de aanwezigheid van vervormde schedels. De Hunnen wikkelden het hoofd van kinderen in lappen om het langwerpiger te maken.
Genetische voetafdruk
In enkele van deze ‘steppe-graven’ troffen de onderzoekers lichamelijke resten aan waarvan het dna een directe band liet zien met skeletten van mensen die duizenden kilometers oostelijker een honderden jaren eerder behoorden tot de elite van Xiongnu. Zij vormden echter een uitzondering op de rest van de Hunnen die in Europa begraven liggen. Hun dna bevat nauwelijks sporen uit Oost-Azië, maar laat een diverse mix zien van dna van de Euraziatische steppe en vooral uit Europa.
Lees ook
Zo los-vast waren ze niet, die woestelingen aan de grens van het Romeinse Rijk
De Hunnen kwamen dus niet als één volk naar Europa, concluderen de onderzoekers. Ze vormden een heterogene groep die gedurende en periode van eeuwen van samenstelling veranderde. In een toelichting zegt co-auteur Zuzana Hofmanová: „Hoewel de Hunnen het politieke landschap dramatisch hebben veranderd, is hun genetische voetafdruk – afgezien van bepaalde elite-graven – klein.”
De Hunnen zouden na hun verschijning in 370 de Romeinen nog ruim een eeuw bezig houden, onder meer aangevoerd door de beruchte Attila. Hun optreden zette in Europa een periode van volskverhuizingen in gang. Het maandag gepubliceerde onderzoek in PNAS is onderdeel van het meerjarige project HistoGenes, dat deze roerige periode in kaart brengt.
Terwijl grote golven stukslaan op een woeste kust, lopen Clint Eastwood en Donna Mills tegen de wind in over het strand. Als ze na een stukje wandelen gaan zitten, zijn de golven nog altijd hoog genoeg om schepen voor anker te houden. Intussen hoor je ‘The First Time Ever I Saw Your Face’, gezongen door een dan nog vrijwel onbekende Roberta Flack. Een nummer dat precies die onnadrukkelijk woeste liefde in zich heeft branden.
Dat nummer in die film (Play Misty for Me, 1971) – twee decennia eerder geschreven door Ewan MacColl – was de grote doorbraak van Flack, waarna ze een van de grootste soulsterren van de jaren zeventig en tachtig werd. Haar stem had een enorm bereik, met veel passie maar zonder overdreven emotioneel te worden, ook al zong ze regelmatig over maatschappelijke thema’s, zoals racisme (‘Be Real Black For Me’, met Donny Hathaway) en homoseksualiteit (‘Ballad Of The Sad Young Men’).
„Mij is verteld dat ik klink als Nina Simone, Nancy Wilson, Odetta, Barbra Streisand, Dionne Warwick, zelfs Mahalia Jackson”, zei Flack in The New York Times in 1970. „Als iedereen zegt dat ik als één iemand klink, maak ik me zorgen, maar als ze zeggen dat ik zoals hen allemaal klink, weet ik dat ik mijn eigen stijl heb.”
Afgelopen weekend overleed Roberta Flack op 88-jarige leeftijd, na een hartaanval.
Roberta Cleopatra Flack werd in 1937 geboren in Black Mountain, in North Carolina en groeide op in Arlington, Virginia. Haar vader werkte voor de overheid, haar moeder was organist in een kerk. De familie was erg muzikaal, Roberta speelde zelf piano en wel zo goed, dat ze er een beurs van de Howard University voor kreeg. Als vijftienjarige was ze de jongste student ooit. Ze werd omschreven als verlegen, ongemakkelijk, ijverig en altijd met haar neus in een boek. Ze studeerde af (inmiddels op zang) nog voor ze twintig werd, waarna ze les ging geven.
Voor ‘Killing Me Softly with His Song’ ontving Roberta Flack in 1974 een Grammy.Foto Harold Filan / AP
Eastwood
Haar carrière kwam vervolgens langzaam op gang. Ze speelde veel, had een bescheiden reputatie als performer en een groot repertoire, maar ze was al halverwege de dertig toen Clint Eastwood belde. Dankzij zijn film schoot ze naar de top van de hitlijsten, ook al was het album waar dat nummer op stond al drie jaar uit.
Zij kende ‘The First Time Ever I Saw Your Face’ in de versie van Joe & Eddie (1963). Ze zong het in 1969 zelf veel langzamer en gevoeliger dan haar voorgangers, met in haar achterhoofd haar door een auto doodgereden kat. Toen Eastwood belde of hij het mocht gebruiken (voor 2.000 dollar), zei ze dat ze het dan wel opnieuw wilde opnemen, omdat ze het te langzaam vond. Eastwood wilde daar niets van weten. Flack won er in 1973 een Grammy voor.
Roberta Flack zong ‘The First Time Ever I Saw Your Face’ gevoeliger dan haar voorgangers, met in haar achterhoofd haar door een auto doodgereden kat
Het nummer was, toepasselijk genoeg, het nummer waar de astronauten van Apollo 17 mee werden wakker gemaakt in een baan rond de maan, op de dag dat ze terug naar aarde kwamen: de voorlopig laatste keer dat mensen de maan van dichtbij zagen.
Later zou ze hits scoren met ‘Feel Like Makin’ Love’, ‘The Closer I Get To You’, ‘Tonight, I Celebrate My Love’ (met Peabo Bryson) en de Burt Bacharach-song ‘Making Love’. Maar verreweg haar grootste hit is ‘Killing Me Softly with His Song’, geschreven door Charles Fox, Norman Gimbel en Lori Lieberman. Flack bracht het uit in 1973 en het kwam op nummer één in onder meer de Verenigde Staten, Australië en Canada en leverde Flack twee Grammy’s op – ze was de eerste artiest die twee jaar achter elkaar de Grammy Award voor Record of the Year won, later alleen gevolgd door U2 en Billie Eilish. Het nummer werd in 1996 opnieuw opgenomen door de Fugees, die daar opnieuw een Grammy mee wonnen. De Fugees en Flack speelden het later regelmatig samen.
Beatles
Samen zong ze ook met goede vriend Donny Hathaway, op het album Roberta Flack & Donny Hathaway (1972), met onder meer ‘You’ve Got a Friend’, de single die bijna tegelijk uit werd gebracht met de nog beroemdere versie van James Taylor. Hun nummer ‘Where Is the Love’ werd in 1974 wel degelijk een monsterhit. In 2003 opnieuw, in de versie van The Black Eyed Peas. Ze werkte ook samen met Quincy Jones, Michael Jackson, Miles Davis, zong nummers van Leonard Cohen en David Bowie en vulde een heel album met covers van The Beatles – in 1975 waren John Lennon en Yoko Ono haar buren in New York.
In de jaren negentig en nul behaalde Flack niet zulke grote successen meer, hoewel ze vele artiesten inspireerde, zoals Erykah Badu, D’Angelo, en Luther Vandross, voor wie Flack een mentor was.
In 2018 ontving Flack zowel een oeuvre-Grammy, als een oeuvreprijs van de Jazz Foundation of America. Datzelfde jaar werd ze onwel op het podium, waarna bleek dat ze enkele jaren eerder een beroerte had gehad. Ook leed ze al geruime tijd aan ALS, waardoor ze de laatste jaren niet meer kon optreden.
Ik durf te wedden dat u de ochtend nadat Trump Oekraïne verraadde, wakker bent geworden, de krant hebt doorgenomen en vol ongeloof hebt gedacht: gebeurt dit allemaal echt, is de wereld nu werkelijk in complete chaos en waanzin verzonken? U zou zo snel mogelijk uit deze nachtmerrie willen ontwaken, maar die begint alsmaar opdringeriger het nieuwe normaal te worden en deel uit te maken van uw dagelijks leven.
Dit is ook precies hoe Oekraïners zich drie jaar geleden voelden (met daarbovenop nog alle gruwelen van de oorlog), toen Rusland zijn misdadige grootschalige invasie lanceerde en onze vreedzame steden begon te bombarderen. We wilden het toen uitschreeuwen: dit kan toch niet zomaar, waar gaat het heen met de wereld?
Na drie jaar oorlog hebben wij, Oekraïners, verschillende stadia in onze verhouding tot de realiteit doorlopen. Eerst was er een categorische afwijzing, een weigering om wat er zich afspeelde te aanvaarden, want we geloofden dat een grootschalige oorlog niet alleen een misdaad was, maar volslagen onzin waar geen plaats voor zou mogen zijn in de 21ste eeuw. We hadden de indruk dat het voldoende zou zijn om miljoenen foto’s van de oorlog te maken, talloze stories en reels op onze sociale media te posten, en onze teksten in alle mogelijke talen te vertalen om de wereld wakker te schudden en de waarheid te doen inzien. Een paar weken later zou deze horror weer afgelopen zijn.
Gevoel van euforie
Daarna volgden diepe verontwaardiging en rechtvaardige woede, die resulteerden in enkele glansrijke militaire operaties van de Oekraïense strijdkrachten, die door bovenmenselijke inspanningen de bezetter meter na meter van ons grondgebied terugdrongen. Destijds, eind 2022, zorgde de saamhorigheid binnen ons land en de solidariteit van het Westen voor een gevoel van euforie. Het leek alsof mensen van goede wil die voor morele en rechtvaardige principes opkwamen samen alles zouden aankunnen.
Tegen 2023 was de oorlog een vertrouwde alledaagsheid voor ons geworden, een normaal onderdeel van het dagelijks leven. Woede evolueerde in hulpeloze haat, en angst beklemde niet zo erg meer als vroeger, omdat we er inmiddels aan gewend waren geraakt. Toen het Kremlin ons met kernwapens probeerde bang te maken, reageerden we met gelach, want wat kan een mens anders tegenover de meest destructieve bom stellen?
Als we toch moesten sterven, zouden we dat waardig, breed glimlachend en met trots opgeheven hoofd doen
Meteen kwamen de Oekraïners met een meme over Sjtsjekavytsa op de proppen, een historische heuvel in het centrum van Kyiv. De grap was dat als er toch een kernaanval zou beginnen die ons allemaal in een milliseconde tot as zou reduceren, we ons allemaal eerst op de Sjtsjekavytsa zouden verzamelen voor een feestelijke en hartstochtelijke orgie in oud-Griekse stijl. De tiran zou ons niet kleinkrijgen, en als we toch moesten sterven, dan zouden we dat waardig, breed glimlachend en met trots opgeheven hoofd doen. Binnen de kortste keren werden T-shirts met het opschrift ‘Wie als eerst bij Sjtsjekavytsa is’ heuse bestsellers in Oekraïne.
Toen de oorlog dan zijn derde jaar inging, hadden we evenwel geen kracht meer over voor woede, noch voor grapjes. Het bleek dat zowel angst als haat bijzonder energierovende emoties zijn – je houdt het er dus niet lang mee vol. Een gevoel van uitputting en afstomping begon in te treden, een soort aanvaarding van de realiteit als noodlot waar je niet aan kunt ontsnappen. Dus focusten we onze resterende krachten op de dagelijkse strijd om te overleven – vaak zonder elektriciteit en verwarming in onze huizen, maar vooral zonder hoop dat dit alles ooit afgelopen zal zijn.
Wat kan ik u vandaag vertellen, nu inmiddels het vierde jaar aanbreekt sinds de bloedige inval en de aanslag op de gevestigde wereldorde? We zijn van dromen over de overwinning op de agressor vergleden in vernederend hopen op een onrechtvaardige vrede.
In de praktijk betekent dit dat de maximalistische eis van een terugkeer naar onze landsgrenzen van 1991 (met inbegrip van de Krim) niet meer populair is in de Oekraïense samenleving. Niemand spreekt nog met volle overtuiging over de bezette gebieden – het enige wat telt is dat de oorlog ophoudt en onze mensen niet meer sterven aan het front en in de achterhoede.
Het woord ‘overwinning’ zelf is al een faux pas geworden. Vroeger werd elke verjaardagsfeest afgesloten met het toewensen van een spoedige overwinning, elke goede daad werd op Facebook omschreven als ‘een bijdrage aan onze gezamenlijke overwinning’. Nu is het gênant geworden om daarover te spreken. Onze militaire helden in de loopgraven zouden nog met zo’n hoogdravende stijl kunnen wegkomen, maar in het achterland klinkt zulke pathos goedkoop en laaghartig.
Gerechtigheid
Er wordt nu gesproken over een potentieel vredesbestand, dat voor Oekraïne in meer of mindere mate gunstig zal uitdraaien, maar het is al duidelijk dat het hoe dan ook een vernedering zal betekenen. Zo’n vredesbestand zal het bloedvergieten in elk geval tijdelijk kunnen stoppen, maar het zal het belangrijkste niet terugbrengen. En dan heb ik het niet over de bezette gebieden, maar over gerechtigheid.
In wat voor wereld zullen we ontwaken na dat vredesbestand? Niet alleen in een wereld waarin een sterker land 20 procent van het grondgebied van een zwakker land heeft ingepikt. We zullen verder moeten in een wereld waarin een misdadiger groen licht geeft om krijgsgevangenen te executeren terwijl ze ongewapend op hun knieën staan, om later de beelden van de executie via zijn media te verspreiden. Een wereld waarin mensen worden onthoofd of met een sloophamer de hersenen ingeslagen, waarin oncologische kinderziekenhuizen worden gebombardeerd, waarin hartje winter elektriciteitscentrales worden vernietigd zodat miljoenen gewone burgers de kou moeten trotseren, waarin tijdens een uiterst belangrijke veiligheidsconferentie een drone met springstof doelbewust op de sarcofaag boven een oude kerncentrale wordt afgestuurd. En niemand die daar ook maar enige verantwoordelijkheid voor moet afleggen.
Daar is het dan – de walging die u voelt na het lezen van deze woorden is volkomen terecht, en Oekraïners zijn er al een tijdje mee vertrouwd. Voortaan zal dit gevoel ook stilaan deel gaan uitmaken van uw dagelijkse leven. Want ook al gaat het over vrede, bij een vernederend vredesbestand zal een cruciaal resultaat uitblijven – de veroordeling van de gruweldaden en de vervolging van de daders.
Vergeeft u het mij alvast, maar u zal mijn boodschap uit Oekraïne na drie jaar oorlog wellicht niet graag horen
In plaats van in de gevangenis of in een isolement te eindigen, neemt de agressor gewoon deel aan belangrijke internationale evenementen en dringt hij zijn voorwaarden op. De moordenaar, wiens wandaden ontelbare keren op beeld zijn vastgelegd in de meest gedocumenteerde oorlog uit de menselijke geschiedenis, krijgt geen straf opgelegd maar lacht ons vierkant uit in ons gezicht. Hoe kan zoiets aanvaard worden?
Dat is wat we exact drie jaar geleden voelden, in februari 2022. We wilden iedereen bij de schouders vastpakken om ze wakker te schudden. Het Westen sympathiseerde wel met ons en hielp ons ook, maar het weigerde te erkennen dat deze oorlog eveneens tegen hen werd gevoerd. Vandaag dringt dit schokkende inzicht eindelijk door bij de Europeanen, want iedereen heeft nu begrepen dat de VS in geval van oorlog niet zullen vechten voor Europa en dat de NAVO amper iets voorstelt.
Spijtig genoeg werd Europa niet wakker geschud door Poetins misdaden of door aanmaningen uit Oekraïne, maar door Trump. De geopolitieke omwenteling, of beter gezegd het verraad van de VS, plaatst Europa voor een beangstigend feit, dat eigenlijk al drie jaar geleden evident was.
Straffeloze agressie
De oorzaak van de wereldwijde chaos, waarin Trump bijvoorbeeld over de bezetting van Groenland of van het Panamakanaal begint en treffend demonstreert dat Europa zich niet meer onder de Amerikaanse verdedigingsparaplu bevindt, is heel simpel.
Die schuilt in ongestraft kwaad, in Poetins straffeloze agressie tegen Oekraïne, want deze heeft de gevestigde wereldorde definitief verstoord en alle regels overboord gegooid. Het is deze geslaagde cynische aanslag tegen de wereldorde die bijvoorbeeld tot de situatie heeft geleid waarbij het Internationaal Strafhof, dat een arrestatiebevel tegen Poetin had uitgevaardigd, sancties opgelegd krijgt door de (inmiddels duidelijk voormalige) leider van de democratische wereld. We leven nu in een wereld van hoongelach, kleinering en het arrogant met de voeten treden van alle politieke en vooral morele en ethische waarden die de essentie van Europa vormen.
Het kwaad is ontketend en wordt met de dag sterker, vrijmoediger en agressiever. Moet er nog getwijfeld worden dat als het vrijuit mag gaan, het na een vredesverdrag op termijn weer zal aanvallen – en ditmaal waarschijnlijk niet alleen in Oekraïne?
Dus vergeeft u het mij alvast, maar u zal mijn boodschap uit Oekraïne na drie jaar oorlog wellicht niet graag horen. Wij, Oekraïners, zijn blij dat jullie eindelijk ingehaald worden door het besef dat deze oorlog tegen ons allen gericht is, dus ook tegen jullie, terwijl de agressor zelfs geen moeite doet om zijn bloederige grijns te verbergen. Jawel, het doet ons plezier dat er eindelijk, na bijna 1.100 (!) dagen oorlog, van Oekraïne tot in Amsterdam een bewustzijn is ontstaan dat wij allemaal samen op deze Titanic zitten, en dat die Amerika nooit zal bereiken – want dat is veraf, terwijl ons onheil hier is.
Wij, Oekraïners, blijven na al die tijd doorzetten en doen alles wat er in onze macht ligt om levend van dit gedoemde schip weg te komen. Nu zijn we benieuwd naar de keuze die jullie zullen maken: samen op zoek gaan naar een reddingssloep of willoos ten onder gaan op de tonen van de ‘Ode an die Freude’.
Lees ook
Zelensky zegt dat hij bereid is af te treden, als dat de prijs is voor vrede in Oekraïne