De Combe Markt in het noorden van Paramaribo loopt op de ochtend van Tweede Kerstdag vol met winkelend publiek. De prijzen zijn hier stukken lager dan elders in de stad en dus kopen mensen als mevrouw Lidia hier populaire Surinaamse groenten zoals sopropo en tayerblad. Een dag na het overlijden van ex-president Desi Bouterse kunnen veel mensen het hier nog altijd niet bevatten: Bouterse blijft – ook nu hij dood is – de Surinamers bezig houden. „Ik voelde me verdrietig toen ik opstond vandaag. Ik werk als schoonmaakster en tijdens zijn regeerperiode heeft hij veel gedaan om onze salarissen omhoog te trekken. En we kregen goede sociale voorzieningen. Geen andere president keek om naar de allerarmsten”, zegt ze.
De meningen en emoties over het overlijden van Bouterse lopen hier uiteen. Vooral het feit dat Bouterse werd veroordeeld, maar vervolgens op de vlucht sloeg en geen dag zijn straf van twintig jaar celstraf heeft uitgezeten, leidt tot reacties. „Hij heeft ervoor gezorgd dat vijftien prominente Surinamers zijn doodgeschoten in Fort Zeelandia. En eigenlijk had hij zelf ook een schot in zijn hoofd moeten krijgen. En niet op deze rustige manier sterven”, roept een woedende man op de markt.
Lees ook
Op de vlucht overleden Bouterse had een held van de natie kunnen zijn, maar droeg altijd zijn besmette verleden met zich mee
Veel vragen
Het stoffelijk overschot van Bouterse was donderdagmiddag lokale tijd nog niet vrijgegeven door de politie, en veel vragen blijven onbeantwoord. Waar is Bouterse bijvoorbeeld gevonden? Wat is de officiële doodsoorzaak en hoe en door wie is hij naar Paramaribo gebracht? Vanuit officiële kanalen van de regering Santokhi en vanuit justitie en politie blijft het stil – op enkele officiële verklaringen en communiqués na, waarin vooral benadrukt wordt dat het rustig en kalm moet blijven in Suriname.
Ondertussen is er in het partijcentrum van Bouterses politieke partij NDP donderdagmiddag lokale tijd een condoleanceregister geopend. De bedoeling van de NDP is dat het lichaam van Bouterse – eenmaal vrijgegeven – daar wordt opgebaard, zodat de bevolking afscheid kan nemen. Nu ligt er op een tafel met een paars tafelkleed een groot open boek en een grote foto van Bouterse als president. Mensen lopen in groepjes langs om het register te tekenen. Voorop lopen de hoofdbestuursleden van de NDP, onder anderen de nieuwe voorzitter van de partij, Jennifer Simons en Bouterses jarenlange rechterhand, Ramon Abrahams. Ook enkele diplomaten uit Venezuela – een land waar Bouterse goede relaties mee had – tekenen het register.
Voor de mensen hier is Bouterse niet de omstreden veroordeelde voor de Decembermoorden, maar eerder een martelaar. Partijvoorzitter Simons ziet het als haar taak om in de voetsporen van haar voorganger te treden. „Ik wil er zijn voor de gewone Surinamers, dat was ook de kracht van Bouterse en wat mij betreft is dat de nalatenschap die ik van hem over wil nemen.” Er is volgens Simons ook bij de partijleiding nog niets bekend over een doodsoorzaak. „We wachten het onderzoek van de politie af. Deze week zullen we hier ex-president Bouterse vooral herdenken”, zegt ze.
Lees ook
Surinamers die zijn regime ontvluchtten over de dood van Bouterse: ‘December is weer een vrolijke maand’
Begrafenis
Ondertussen wordt er druk gespeculeerd over de begrafenis die Bouterse zou moeten krijgen. Volgens ingewijden van de NDP zou Bouterse gecremeerd worden, in overleg met de familie. Zijn aanhangers vinden dat hij hoe dan ook een staatsbegrafenis moet krijgen, maar voor zijn critici en de nabestaanden van de slachtoffers van de Decembermoorden zal het onverteerbaar zijn als Bouterse met zijn veroordeling en nalatenschap van geweld op die manier geëerd zou worden.
Mevrouw Lidia, op de Combe Markt, is aanzienlijk milder over een eventuele staatsbegrafenis. „Ieder mens maakt fouten. Maar hij is wel twee keer president van dit land geweest dus hij heeft er recht op. En als de regering hem geen grote staatsbegrafenis geeft, dan doen wij het wel, het volk. Wij zullen hem eren.” Benito Willems, die bij de kassa zijn boodschappen afrekent, vindt dat het nu geen zin meer heeft om te bekvechten over wat Bouterse al dan niet fout heeft gedaan. „Hij is nu al overleden. Het enige wat we nog kunnen doen, is zorgen dat hij een goede begrafenis krijgt.”
Aankomend Amerikaans president Donald Trump wil dat een verbod op socialmedia-app TikTok voorlopig niet wordt ingevoerd. Vrijdag vroeg de Republikein het Amerikaans Hooggerechtshof de verbanning van TikTok uit de appstores van Apple en Google, die ingaat op 19 januari, uit te stellen tot na zijn inauguratie als president, die één dag later plaatsvindt. Dat melden Amerikaanse media.
Het Chinese moederbedrijf van TikTok, ByteDance, heeft tot 19 januari om haar Amerikaanse onderdelen te verkopen. Doet het bedrijf dat niet, dan verdwijnt de populaire app uit de appstores. Het Amerikaans Hooggerechtshof moet zich nog uitspreken over het verbod. Met zijn oproep probeert Trump het hof te bewegen om dit verbod niet af te hameren.
Draai
Tijdens zijn eerste termijn als president probeerde Trump TikTok te weren uit de Verenigde Staten, maar inmiddels is de 78-jarige Republikein gedraaid. Op recente verkiezingsrally’s bekritiseerde hij het verbod op TikTok en beloofde hij de app te „redden”. Tijdens de campagne postte hij ook zelf filmpjes om potentiële, jonge kiezers te bereiken. Die was vaak gericht op mannen met een machistische inslag.
In de VS en veel andere landen wordt al langer gepleit tegen een (gedeeltelijk) verbod op TikTok. Gegevens die via de app verstuurd worden zouden in handen van de Chinese overheid kunnen vallen. Daarnaast is er veel kritiek op de app vanwege de verslavende werking het niet censureren van beelden die kunnen leiden tot geestelijke problemen en eetstoornissen bij kinderen en jongeren.
Trump treedt pas over ruim drie weken aan als president, maar is sinds zijn verkiezingswinst al bezig met het lanceren van politieke plannen. Vorige week stuurde hij, samen met techmiljardair en politiek bondgenoot Elon Musk, nog aan op een shutdown van de Amerikaanse overheid. Ook onderhandelt hij nu al met andere landen over de invoer van invoerheffingen en dreigde hij met extreem hard optreden in Gaza als Hamas de resterende Israëlische gijzelaars niet vrijlaat. Hij ontving al meerdere internationale kopstukken op zijn landgoed, onder wie TikTok-topman Shou Chew.
Zo’n 170 miljoen Amerikanen gebruiken TikTok. Als het verbod ingaat, kunnen mensen die de app geïnstalleerd hebben die nog wel blijven gebruiken. Die zal mettertijd echter onbruikbaar worden omdat TikTok geen updates en ondersteuning meer kan doorvoeren. Nieuwe gebruikers kunnen de app niet meer downloaden.
In een onderzoek naar de moord op een Amerikaanse gevangene door gevangenismedewerkers heeft de de hoofdaanklager van de staat New York, Letitia James, vrijdag nieuwe videobeelden vrijgegeven. De video’s zouden kunnen leiden tot strafrechtelijke gevolgen voor alle betrokkenen bij de aanval die leidde tot de dood van een gevangene, schrijft The New York Times.
De beelden komen van bodycams van agenten en tonen schokkende details over de doodsoorzaak van gevangene Robert Brooks, die door gevangenispersoneel zwaar werd mishandeld in een gevangenis in Marcy, een stad in de staat New York. Veertien direct betrokken medewerkers werden eerder al ontslagen voor de mishandeling, onder wie dertien agenten en één verpleegkundige.
Uit de video’s wordt niet duidelijk waarom Brooks werd aangevallen. De eerste resultaten van zijn autopsie duiden wel op dood door verstikking door toedoen van een ander, schrijven Amerikaanse media op basis van voorlopige bevindingen. Brooks zat een gevangenisstraf van twaalf jaar uit nadat hij in 2017 schuld bekende voor het mishandelen en neersteken van een voormalige vriendin. Hij werd 43 jaar oud.
Toekijken
Op acht vrijgegeven video’s is te zien hoe witte gevangenismedewerkers een gevangene ernstig mishandelen. Gevangene Brooks, een zwarte man, is geboeid en wordt door het personeel onder meer geschopt, gewurgd en geslagen. Agenten sleuren de man door de kamer, ook als hij niet meer in staat is te reageren.
Zijn futloze, bebloede lichaam wordt na een tijdje op een medische behandeltafel gelegd. Daar wordt hij uitgekleed en bekeken door andere agenten. Zorgen over de gevangene lijken bij het personeel ver te zoeken, concludeert The New York Times na het bekijken van de beelden. De video’s bevatten geen geluid.
Een aantal agenten lijken de belangrijkste agressors te zijn, terwijl anderen toekijken, kletsen, en de kamer in en uit lopen. Ook de aanwezige verpleegkundige doet niets om de aanval te stoppen, blijkt uit de video’s.
Racistisch geweld
De bodycam-beelden over de mishandeling van Brooks zijn „misselijkmakend en schokkend”, maar „niet verrassend” zei de gevangeniswaakhond van de staat New York, de Correctional Association of New York, vrijdag in een bericht op X. Sinds de dood van Brooks zegt de organisatie het dragen van bodycams verplicht te willen stellen bij elk contact tussen politiepersoneel en gedetineerden. Slechts een kwart van de staatsgevangenissen in New York maakt gebruik van bodycams, aldus de organisatie.
Een bodycam-verplichting kan het aantal geweldsincidenten mogelijk verminderen, maar is geen „wondermiddel” volgens de organisatie. Daarvoor moeten „systemische problemen die dergelijk geweld in stand houden” worden aangepakt, wat vraagt om een „fundamentele cultuuromslag binnen gevangenissen”, aldus de gevangeniswaakhond op X.
De gevangenis in Marcy – waar deze mishandeling plaatsvond – staat bekend om buitensporig racistisch geweld van agenten tegen gevangenen met een donkere huidskleur, bleek in 2022 uit onderzoek van de gevangenismonitor. Meer dan zestig procent van alle gevangenen was bovendien van Afro-Amerikaanse of Latijns-Amerikaanse afkomst. 91 procent van de gevangenismedewerkers was daarentegen wit.
Hoewel in officiële berichten van de staat van New York niet wordt gesproken over racistisch geweld in deze zaak, is dat wel een groot probleem in Amerikaanse gevangenissen en bij agenten op straat. Uit cijfers van de Washington Post blijkt dat de politie in de Verenigde Staten jaarlijks gemiddeld meer dan 1.000 mensen doodschieten. Zwarte mensen worden in de Verenigde Staten worden daarbij twee keer zo vaak gedood als witte mensen, stelt Amnesty International.
Een meer klassieke aftocht voor een gehate autocraat is eigenlijk niet denkbaar: in allerijl uit het ambtspaleis wegvluchten voor een mensenmenigte die vergelding wil voor jaren van onderdrukking. De militaire helikopter biedt de laatste mogelijkheid om nog neer te kijken op de burgers die je zo lang onder de duim hebt gehouden.
Toen premier Sheikh Hasina Wajed in augustus Bangladesh op deze manier moest verlaten, was dat een verrassing. Ze was in januari begonnen aan haar vijfde termijn, hoewel van een eerlijke verkiezing geen sprake was geweest. In de zomer moest ze toegeven dat haar pogingen om een protestbeweging zoals gebruikelijk keihard neer te slaan, niet werkten. De roep om haar vertrek en dat van haar partij Awami League werd oorverdovend en menigtes trokken op naar haar paleis. Econoom en sociaal activist Muhammad Yunus werd na haar vlucht bereid gevonden een overgangsregering te leiden.
De protesten waren begonnen onder studenten van de chique Dhaka University, die in aanmerking wilden komen voor overheidsbanen die waren gereserveerd voor families die ooit gevochten hadden voor het regime. Het leek aanvankelijk een demonstratie in de marge. Maar de rest van de Bengaalse bevolking ontstak in woede toen zij zagen hoe vanuit helikopters het vuur werd geopend op deze jongeren, met uiteindelijk ruim duizend doden en vele gewonden tot gevolg.
Verzet van Gen Z
Omdat het protest werd aangevoerd door jongeren werd het in internationale media de „eerste Gen Z-revolutie” genoemd. Deze Students Against Discrimination, zoals de belangrijkste protestgroep zich noemde, onderwezen elkaar en organiseerden zich. Maar toen Hasina eenmaal gevlogen was kwam de vraag op wat de rol van de studenten nu moest zijn. Konden zij de wederopbouw van het land, na vijftien jaar ondemocratisch schrikbewind, op zich nemen?
„Onze rol is nu fluïde”, vertelt Abdullah Aoyon, een wiskundestudent in Dhaka die in juli deelnam aan de protesten. Hij fungeerde als coördinator en verspreidde online onder meer de oproepen voor demonstraties. De onverwachte pioniersrol die de studenten tijdens de protesten kregen, „dichten mensen ons nog steeds toe”, aldus Aoyon.
Ik voel een verantwoordelijkheid, maar studenten leiden niet de regering
Kort na de val van Hasina vertelde hij dat de omwenteling hem niet alleen trots maakte, maar hem ook vervulde met schuldgevoelens omdat zoveel demonstranten waren omgekomen. „Nu voel ik een verantwoordelijkheid”, zegt hij via een videoverbinding. „Mensen verloren ook armen, benen, hun ogen – om een democratisch Bangladesh te zien. Maar wij leiden niet de regering. Ik ben daarvoor te jong, en ik heb andere plannen. Ik wil nog steeds een goede baan als ik straks ben afgestudeerd.”
Afrekening
Niet alle studenten wilden verandering. Ook de jongerentak van Hasina’s Awami League was op universiteiten actief. Leden daarvan werden als knokploeg ingezet tegen de demonstranten. Als afstraffing voor hun deelname aan Hasina’s schrikbewind mogen zij in sommige departementen niet meer naar college komen of deelnemen aan studieactiviteiten. Aoyon noemt dat een „sociaal defensiemechanisme”, anderen spreken van klopjachten op die studenten, die zich niet meer op de campus zouden durven vertonen.
Het laat zien tot welke spanningen de omwenteling heeft geleid. Bangladesh heeft 170 miljoen inwoners en kent een lange geschiedenis van geweld tussen religieuze, etnische en andere groepen. Zulke geschillen werden ook door de politieke partijen vaak uitgebuit, waarna machtswisselingen leidden tot vergelding.
Hasina bleef in het zadel dankzij de inzet van paramilitaire eenheden en liet tegenstanders standrechtelijk executeren. Mensenrechtenadvocaten hebben in de afgelopen maanden meermaals gewaarschuwd voor gewelddadige vergeldingsacties en pleiten voor een snel herstel van de rechtsstaat.
Het is onduidelijk of het interim-premier Muhammad Yunus lukt alle losse facties in de samenleving te verenigen. Hij zegt voortdurend dat zijn interimregering de maatschappelijke harmonie belangrijk vindt, maar slaagt er nog niet in op te treden tegen gewelddadige incidenten tegen bijvoorbeeld hindoes in het overwegend islamitische land.
De studenten zélf droegen Yunus aan als plaatsvervanger van Hasina: iemand die zij zagen als een man van de inhoud en, „heel belangrijk: niet politiek”, zo omschrijft Aoyon. Dat was misschien wel de meest uitgesproken wens, want een inhoudelijke beleidsagenda was er niet toen de studenten begonnen aan de demonstraties. „We wilden niet weer dezelfde oude politiek. We moeten eerst onderzoeken hoe we Bangladesh weer beter maken, zo objectief mogelijk.”
Nieuw Bangladesh
Wie mogen dan meebouwen aan het nieuwe Bangladesh? Die vraag ligt op het bord van Ali Riaz, een Bengaalse politicoloog die onder Hasina de wijk nam naar de Verenigde Staten, waar hij onderzoek deed naar fundamentalisme en coalitievorming in de Bengaalse en Zuid-Aziatische politiek.
In september werd hij door Yunus benoemd tot voorzitter van de commissie die onderzoekt welke hervormingen van de Grondwet nodig zijn voor meer democratische participatie. In mediaoptredens heeft Riaz sindsdien gezegd dat hij wil dat Bangladesh een beginselverklaring krijgt die gebaseerd is „op gelijkheid en sociale rechtvaardigheid”. Maar wie eerder betrokken was bij de Awami League, is wat hem betreft niet welkom bij debatten over deze democratische hervormingen.
Riaz is één van de technische experts uit Yunus’ team van interimmers. Die hebben zich tot doel gesteld de bestuurlijke rot uit Hasina’s regime in beeld te krijgen, alvorens nieuw beleid door te voeren. Deze maand publiceerden ze hun bevindingen. „Die rapporten bevestigden onze vermoedens en frustraties over het vorige regime. En vaak blijkt dat de situatie zelfs nog een tandje erger was”, stelt student Aoyon.
Neem het rapport van adviseur Debapriya Bhattacharya, de macro-econoom die de Bengaalse economie in kaart moest brengen. Dat er corruptie was, wist de bevolking heel goed. Maar vrijwel direct na de val van Hasina en de Awami League kwamen feiten over duizelingwekkende fraude, machtsverstrengeling en zelfverrijking naar boven.
Journalisten die al langer over informatie van louche praktijken beschikten, voelden zich nu veilig genoeg om hun onderzoek door te zetten. De administratie van gevluchte Awami-kopstukken kwam op straat te liggen. Zo bleken ministers wereldwijd voor honderden miljoenen dollars aan vastgoed te hebben gekocht, zonder dat op te geven aan de belastingdienst, berichtten zowel Al Jazeera als The Guardian.
Bhattacharya schat dat tijdens Hasina’s regime ongeveer 234 miljard dollar (224 miljoen euro) Bangladesh uit is gesluisd. Het geld van deze „illegale uitstroom” zou zijn verdiend met beursfraude en zelfs drugshandel. Bhattacharya beschrijft ook een uitgebreid netwerk van corrupte politici, ambtenaren en zakenlieden die samenwerkten bij infrastructuurprojecten. De conclusies van het rapport stonden groot op de voorpagina’s van landelijke kranten: Bangladesh „heeft geen last van vriendjespolitiek, het is verworden tot een totale kleptocratie”.
Deze politieke bovenlaag beroofde de Bengaalse staatskas en loog over de economische productie van het land. Bangladesh stond in de afgelopen jaren bekend als een ‘ontwikkelingswonder’ dat in de jaren voor de pandemie een economische groei had van zo’n 7 procent. Maar volgens de economen van de interim-regering lag dat waarschijnlijk rond de 3 procent. Onder Hasina manipuleerden ambtenaren de nationale groeicijfers om „binnenlandse en internationale propaganda” te verspreiden, concludeert Bhattacharya. Om echt te weten hoe Bangladesh er voorstaat, stelt hij dat een nieuw statistiekbureau moet worden opgericht waarin „het opkloppen van cijfers” niet de standaard is.
Weinig verbetering
Hoe langer de diepgravende onderzoeken in het staatsapparaat duren, hoe meer diepgaande problemen zichtbaar worden. Zafar Sobhan, hoofdredacteur van de Engelstalige krant Dhaka Tribune,vertelde in een panelgesprek van de International Crisis Group dat burgers waardering hebben voor Yunus’ grondige aanpak. „Maar daar staat ook tegenover dat gewone mensen tot nu toe weinig concrete verbetering ervaren. Zij zijn zo langzamerhand enigszins teleurgesteld dat hun leefomstandigheden niet zijn verbeterd.”
Hasina’s vertrek is bijna vijf maanden geleden. Ze verblijft in India, dat altijd een bondgenoot was. Yunus heeft begin december formeel om haar uitlevering gevraagd. Zijn economische analyse heeft nog geen verlichting van de inflatie teweeggebracht: voedsel en brandstof zijn erg duur. En de democratische hervormingen waarover gesproken wordt, zouden zo veelomvattend zijn dat de interim-premier denkt pas eind 2025 verkiezingen uit te kunnen schrijven. Dat steekt grote oppositiepartijen, die de studenten tot de ‘oude’ politiek rekenen. De volgende stap in de Bengaalse omwenteling laat daarmee nog op zich wachten.