Augustus 2004. Het kabinet-Balkenende II bestuurde Nederland, de aanslag op de Twin Towers lag nog vers in het geheugen en Lance Armstrong had zojuist zijn zesde Tour de France gewonnen. In het Limburgse plaatsje Landgraaf won Erik Dekker met een vinnige eindsprint de slotrit van de Ronde van Nederland – en daarmee ook het eindklassement. Het verschil met de nummer twee was één seconde.
Hij wist het nog niet, maar Dekker zou de laatste winnaar zijn van de Ronde van Nederland, die na 2004 van de internationale wielerkalender verdween. Tot nu. In oktober dit jaar is de meerdaagse etappekoers terug, onder de naam Tour of Holland. Tijdens een presentatie in het Mauritshuis in Den Haag maakten de organisatoren deze woensdag het rittenschema bekend van de herrezen wielerwedstrijd: zes etappes, in vijf verschillende provincies.
Het is opmerkelijk dat de Nederlandse ronde uitgerekend dit jaar terugkeert op de kalender. Organisaties van wielerkoersen hebben het al geruime tijd moeilijk in Nederland, door regels en vergunningen, een dalend aantal vrijwilligers en – bovenal – een gebrek aan politiecapaciteit, waardoor er weinig motoragenten beschikbaar zijn om wielerparcoursen te beveiligen. Dit jaar is dat tekort nóg nijpender vanwege de NAVO-top op 24 en 25 juni in Den Haag, die de roosters van motoragenten volledig opslokt. De consequentie: verschillende wedstrijden worden komend seizoen geschrapt, of in flink aangepaste vorm verreden.
Zelfpromotie
De Tour of Holland ontsnapt aan deze malaise door een speciale opzet: de zes ritten worden niet verreden als ‘lintetappe’ van plaats naar plaats, maar als lokale omloop: een afgesloten parcours van vijftien à twintig kilometer waarop de renners een stuk of tien rondjes rijden.
Op die manier „kun je de veiligheid zelfstandig regelen”, aldus directeur Niels Markesteijn van het organiserende bedrijf TIG Sports tijdens de presentatie. Volgens hem kan de Tour of Holland straks „bijna overal” zonder motoragenten verreden worden. Bijkomend voordeel, volgens Markesteijn: extra kijkplezier voor het publiek. „Het is leuker als je de renners meerdere keren voorbij ziet rijden.”
De wethouders van de gemeenten waarin de zes omlopen verreden worden, deden in het Mauritshuis stevig aan zelfpromotie – soms op het schaamteloze af. Startplaats Den Haag (eerste etappe in het Zuiderpark) is „een sportstad aan zee”, finishplaats Arnhem (rit over onverharde wegen op de Veluwe) juist „een sportstad in het groen”. In het Brabantse Etten-Leur staat de derde etappe (een tijdrit) helemaal in het teken van Vincent van Gogh, wiens familie daar enkele jaren woonde. De vierde rit door de Zuid-Limburgse heuvels wordt volgens de lokale wethouder „het hoofdgerecht” van de wedstrijd en de Drentse gedeputeerde Henk Jumelet heeft met de VAM-berg (vijfde etappe) „48 hoogtemeters in de aanbieding.”
Grote winnaars
De Ronde van Nederland werd in totaal 44 keer verreden, voor het eerst in 1948. Onder de oud-winnaars bevinden zich grote namen als Joop Zoetemelk, Gerrie Knetemann en Laurent Fignon. Na 2004 ging de koers op in een ronde door België en Nederland, die na ettelijke naamsveranderingen tegenwoordig de Renewi Tour heet – en de laatste jaren vrijwel uitsluitend in België verreden wordt.
De winnaar van de laatste editie, Erik Dekker, was woensdag bij de presentatie aanwezig. Hij had zelfs zijn oranje winnaarstrui meegenomen. Dekker noemde het „absurd” dat Nederland tot voor kort geen eigen meerdaagse wielerronde had, „terwijl we als wielernatie best een woordje meepraten.” De afgelopen jaren maakte het Nederlandse wielrennen een bloeiperiode mee, met de Giro-overwinning van Tom Dumoulin in 2017, de zegereeks van Mathieu van der Poel in eendagsklassiekers en de vele successen van vrouwelijke renners als Annemiek van Vleuten en Demi Vollering.
Het idee voor de terugkeer van de Ronde van Nederland, vertelde organisator Niels Markesteijn in het Mauritshuis, komt van Richard Plugge, directeur van ‘s lands belangrijkste wielerploeg Visma-Lease A Bike. Vooralsnog heeft de wedstrijd een 2.1-status, het derde (en laagste) niveau in het internationale profwielrennen. Daarmee bevindt het zich in gezelschap van koersen als de Tour du Rwanda, de Österreich Rundfahrt en de Tour of Iran (in Azerbeidzjan). Op termijn streeft de organisatie naar een hogere status, aldus Markesteijn.
Laat in seizoen
De ‘oude’ Ronde van Nederland werd altijd eind augustus verreden, de Tour of Holland straks in de tweede helft van oktober. Dat is helemaal aan het einde van het wielerseizoen, zelfs ná de Ronde van Lombardije – de traditionele slotkoers. Brengt dat niet het risico met zich mee van een magere bezetting? Nee, denkt Visma-baas Richard Plugge, ook aanwezig bij de presentatie. „Door z’n plek op de kalender is het juist een koers waar renners voor wie het seizoen half gelukt of mislukt is, nog iets goed kunnen maken.” Een goed voorteken is alvast dat zich acht ploegen uit de topdivisie van het internationale wielrennen hebben aangemeld – inclusief de twee teams met een Nederlandse licentie.
Eén ding is er nog niet van gekomen: een vrouweneditie van de Tour of Holland. Daar was „de tijd te kort voor”, aldus organisator Markesteijn. Maar het is „de ambitie van álle betrokkenen”, zegt hij, om die in 2026 wél te laten verrijden.
