Een legertent in het Leidse Park Matilo huisvest een minitentoonstelling over honden bij de Romeinen. In woord en beeld wordt uitgelegd dat ze huis en erf bewaakten, schapen hoedden en hielpen bij de jacht. Bij de partytent ernaast proeven belangstellenden Romeinse hapjes. „Mmm, mag ik het recept?” Voor de tent – met eten van een Iraanse cateraar uit de buurt – wordt gedanst. Een muzikant in historische kleding speelt op een fluit en trommel mee met de Iraanse muziek. Verderop staan honden in de rij om een pootafdruk te laten maken.
Deze zondag, 25 augustus, is het Leidse park het toneel van het eerste Hondenpoot- en footprint/foodprint Festival. „Een archeologiefestival dat educatie, informatie en wetenschap combineert met vermaak”, legt archeologe en mede-organisator Julia Chorus uit. Het is niet toevallig dat het festival op deze plek plaatsvindt. „Hieronder liggen de bewaard gebleven resten van het Romeinse fort Matilo, en verderop lag het bijbehorende dorp.”
In een tweede legertent en op een gebouwtje wordt het allemaal keurig uitgelegd: het fort is rond 47 na Christus gebouwd ter bewaking van de Rijn en de noordgrens van het Romeinse rijk. Tijdens de Bataafse Opstand in 69 is het platgebrand, daarna weer opgebouwd en tot 275 in gebruik gebleven.
Veel hondenuitlaters
Na verschillende opgravingen is hier een paar jaar geleden een openbaar park aangelegd met de contouren van het Romeinse fort: het terrein is omwald, er zijn vier ingangen en twee recht op elkaar staande fiets- en wandelpaden en bij de twee hoofdingangen staan wachttorens. Eromheen ligt de nieuwbouwwijk Roomburg met veel sociale woningbouw.
„Tijdens een publieksdag voor archeologie een paar jaar geleden viel op dat veel mensen hier hun honden uitlaten”, vertelt Chorus, die bezig is met de uitwerking van de ongepubliceerde opgravingen uit de jaren 90. „Dat bracht ons op het idee het hedendaagse gebruik van het park te koppelen aan het Romeinse verleden van de plek. Hier zijn botten van honden en vee gevonden – de Romeinse foodprint – en ook een Romeinse dakpan met de afdruk van een hondenpoot – de footprint.”
Tijdens het festival kunnen hondenbezitters een afdruk in klei van de poot van hun hond laten maken. Keramist en kunsthistorica Claudia Thunnissen is ermee belast. „De afdrukken worden gebakken en later komen ze in een nog te bouwen bezoekerscentrum.”
Hard op de poot drukken
De afdrukken maken blijkt soms lastiger dan gedacht. „De klei is net iets te stevig en we moeten best hard op de poot drukken om een goede afdruk te krijgen”, vertelt een van de medewerkers. „Met de achterpoot lukt dat het beste.” Luna, een grote kruising tussen een Hollandse en Zwitserse herder, is bang. Een eerste voorzichtige afdruk met haar voorpoot is te ondiep. Uiteindelijk lukt het wel met de achterpoot.
Nina, „een kruising van een mastiff, pitbull, herder en nog veel meer, dus een vuilnisbak, uit Spanje”, zet met behulp van een hondenkoekje meteen een goede afdruk. Haar bazin, uit de buurt en regelmatig deelnemer aan de ‘hondenborrel’, laat net als alle anderen voor 4 euro een tweede afdruk voor zichzelf maken. Ze heeft „geen idee wat die Romeinse afdrukken” betekenen.
Archeologe Chorus legt het uit tijdens een lezing: op meerdere plekken in het Romeinse rijk zijn dakpannen, tegels en bakstenen met pootafdrukken gevonden. In alle vakliteratuur werd en wordt gesproken over toeval: een hond liep over de te drogen gelegde tegels, of een kat sloop eroverheen. Iedereen praat elkaar daarin ook na, valt Chorus op. „Soms komen we afdrukken van een hoef van een geit of schaap of misschien wel een hert tegen en ook van wilde dieren, zoals een lynx. Dat wilde dieren toevallig over dakpannen lopen, is toch moeilijk voor te stellen.” Een Oostenrijkse archeoloog concludeerde daarom een paar jaar geleden dat de afdrukken vaak bewust zijn. „Bijvoorbeeld om een overwinning te vieren of om kwaad af te weren.”
Subsidie
Het festival is mede mogelijk gemaakt door subsidie van de provincie Zuid-Holland en het Cultuurfonds, waar publieksbereik en publieksparticipatie belangrijke moderne thema’s voor erfgoedbeleid zijn. „Wanneer is het een succes?”, herhaalt Chorus de vraag. „Het feit dat het er is, is al een succes.”
Buurtbewoners, voorbijgangers op de fiets en Leidenaren uit een andere wijk die over het festival in een uitrubriek hebben gelezen, wisselen elkaar af. Regelmatig bezoekt iemand spontaan een van de museumtenten, aandachtig wordt geluisterd naar uitleg over uitgestald Romeins aardewerk, jong en oud is gegrepen door het verteltheater over de driekoppige mythische hond Cerberus. Als afsluiter zingt jazz-zangeres Judith Nijland liederen in het Latijn: ‘Summertime’ van Gershwin wordt ‘Aestate’.