Een optimistisch glossy rond hiv

Tijdschrift De glossy voor hiv-geïnfecteerden bestaat tien jaar. Bedenker Leo Schenk vertelt Sandra Heerma van Voss over het sociale stigma dat er nog altijd is.

Het eerste dat opvalt: hoe móói het is. Hello Gorgeous lijkt in niets op de gangbare patiëntenfolders in de schappen van wachtkamer of apotheek, waarvan de goeiige toon en knullige foto’s de schrijnende inhoud vaak maar met moeite compenseren. Hello Gorgeous pak je voor je plezier: indringend portret op de cover, kleurrijke vormgeving, stevig papier, en binnenin zo’n tachtig pagina’s goed geschreven interviews en ervaringsverhalen, columns en culturele tips. ‘Schaamteloos over hiv’, luidt de ondertitel; het knallende uiterlijk van het blad zet die missie welbewust kracht bij.

Bevroeden

Het tijdschrift verschijnt vier keer per jaar; de aanstaande voorjaarseditie wordt nummer 42. Dat is meer dan hoofdredacteur Leo Schenk ooit kon bevroeden toen hij tien jaar geleden met een groepje vrienden zat te brainstormen over een nieuw tijdschrift voor mensen met hiv. Hij noemt zichzelf „een optimist in hart en nieren”, maar het moet elke keer maar weer lukken, met een team van louter vrijwilligers: de vaste kern van redactie en vormgevers bepaalt de thema’s en zet artikelen uit, veertig à vijftig tekstschrijvers en fotografen zorgen belangeloos voor de inhoud. Allemaal mensen die of zelf hiv hebben, of die om professionele of persoonlijke reden bij de community betrokken zijn. De productiekosten worden betaald uit advertenties, privé-donaties en subsidie van het Aidsfonds.

De missie is eerst en vooral om de schaamte rond hiv te bestrijden

De missie is eerst en vooral om de schaamte rond hiv te bestrijden. Ook in Nederland is die nog enorm – en Schenk kent daar uit eerste hand de gevaren van. Zelf kreeg hij de diagnose in 1997, toen de eerste, helse jaren waarin aids met name de homogemeenschap teisterde als dodelijke ziekte net achter de rug waren.

Schenk werkte nota bene als hiv-preventiemedewerker, maar kreeg het toch. De vooroordelen waar hij toen op stuitte – „Zó stom als je het nu nog krijgt”, ving hij eens op bij een muziekoptreden in een gay sauna; hij vergat het nooit – hadden hem een schaamtevol schaduwbestaan in kunnen jagen, maar zo iemand is hij niet. Hij doorstond perioden van hevige ziekte en je zult hem niet horen zeggen dat leven met hiv altijd een makkie is – ook nu niet, ondanks betere medicatie en snelle wetenschappelijke vooruitgang. Maar schamen? Nee. Schaamte is vergif.

„In het publieke domein is hiv nog altijd een stigma”, zegt Schenk. „Als je er nooit over praat en het wegstopt, dan keert zich dat vroeg of laat tegen je. Mensen lopen soms na decennia alsnog vast en blijken dan zoveel negatieve emoties met zich mee te torsen. Als je zelf weet wie je bent, sta je sterker.”