Een nieuwe wind in het Rotterdamse nachtleven

‘Rotterdam is dé muziekstad van Nederland, hè. Al jaren. Maar omdat het nachtleven hier jarenlang stil lijkt te hebben gestaan, zijn we dat vergeten”, aldus Thys Boer, de kersverse nachtburgemeester van Rotterdam. Niet zoals die schrijdende schaduw van Jules Deelder, die op symbolische wijze de nacht in de gaten hield, maar bloedserieus, met structureel budget en een heuse nachtraad. „Na de zomer ziet de stad er compleet anders uit, geloof mij maar. Dan komen Amsterdammers weer hierheen in plaats van andersom.”

In de jaren negentig – met plekken als de Energiehal, Nighttown en Parkzicht – liep Rotterdam voorop qua experimentele nachtcultuur. Maar onder oud-burgemeester Ahmed Aboutaleb brokkelde dat imago langzaam af. Wellicht getekend door de rellen tijdens festival Sunset Grooves in Hoek van Holland in 2009, het eerste jaar van Aboutalebs burgemeesterschap, zou het Rotterdamse nachtleven steeds meer een veiligheidskwestie worden. En steeds minder een cultuurkwestie.

Begin 2019 trokken honderden mensen naar het Stadhuisplein om ‘op te staan’ voor het noodlijdende nachtleven. Als reactie op de onvrede beloofde de gemeente een nieuwe beleidsvisie en een versoepeling van het vergunningensysteem. Er zou een nieuwe wind gaan waaien.

Maar nog geen jaar later sloeg de coronacrisis toe en sprak Aboutaleb duidelijke taal: wie dacht dat het lokale nachtleven na corona weer zou worden als vroeger – „zo veel mogelijk bier verkopen op zo weinig mogelijk vierkante meters” – behoort „tot de verliezers.” Rotterdam werd nog meer een stad waar orde en veiligheid ferm bovenaan het zorgenlijstje stonden. Het imago van Rotterdam als stad waar alles kon doofde uit, tot er van het dansvuur van de jaren negentig alleen nog een stompje nachtkaars over was.

Bezoekers van de club Time Is The New Space in Rotterdam
Foto Andreas Terlaak

De nieuwe wind

Zes jaar na het protest op het Stadhuisplein organiseert de stichting die uit het protest voortkwam, N8W8 R’dam, een programmeursoverleg in de Centrale Bibliotheek. Ondernemers in het nachtleven gaan er met elkaar in gesprek over het lokale nachtleven, er zijn break-out rooms over de terugkomst van de nachtbus, over de cultuurtransitie binnen de gemeente en over een nieuw conceptueel dashboard van Rotterdam Festivals. Gesprekken die zes jaar eerder ondenkbaar zouden zijn.

Er klinkt hoop. Jaren later lijkt die nieuwe wind dan toch te zijn gaan waaien. Dat komt niet in de laatste plaats vanwege de nieuwe burgemeester, Carola Schouten: in haar eerste honderd dagen ging ze een nacht mee op pad naar queerclub FERRY. Maar belangrijker: met wethouder Said Kasmi (D66, Cultuur) schreef de gemeente aan het behoorlijk ambitieuze Nachtplan, gebaseerd op twee onderzoeken naar de staat van het Rotterdamse nachtleven – het Creative Footprint-onderzoek van adviesbureau VibeLab en een ruimtelijk ontwikkelperspectief van gebiedsontwikkelaar SITE. Daaruit komt naar voren dat Rotterdam relatief veel nachtlocaties heeft (71), maar dat die te veel in het centrum zijn geconcentreerd. Van de 19 stadsdelen hebben er slechts 8 nachtlocaties. Ook bemoeilijken stijgende huurprijzen en productiekosten experimentele, community-programmering. Het advies: versterk bestaande plekken, borg nachtcultuur in nieuwe gebiedsontwikkelingen en creëer nieuwe locaties op nog ‘lege’ plekken, zoals het Mallegatpark.

DJ in de club Time Is The New Space in Rotterdam
Foto Andreas Terlaak

Nachtdienst, -burgemeester, -plan

Om de vraag naar nieuwe plekken aan het aanbod van ondernemers te koppelen, richtte de gemeente een speciaal aanspreekpunt op (de ‘Nachtdienst’) dat actief op zoek is naar nachtondernemers en helpt bij vergunningen. Er zijn alvast vijftien nieuwe 24-uursvergunningen beschikbaar gesteld, ook iets dat in 2019 ondenkbaar leek. Dit heeft ook te maken met de sterke aanwezigheid van Stichting N8W8 R’dam, dat vorig jaar tot officiële onafhankelijke adviesraad is gedoopt. Nachtburgemeester Thys Boer is voorzitter van de nachtraad: „Pas sinds januari vorig jaar hebben we structureel budget. Daarvoor moest elk initiatief apart subsidies aanvragen. Nu kunnen we voor het eerst vooruitkijken, plannen maken en een begroting opstellen.”

Zijn optimisme is niet vreemd, gezien de termen waarmee op het stadhuis gestrooid wordt. Wethouder Said Kasmi (D66, Cultuur) stelt in een schriftelijk antwoord op vragen van NRC: „Rotterdam wil een nachtleven dat bruist van energie, waar creativiteit ruimte krijgt en nieuwe ideeën floreren. Ik zie het ook zeker als een ontzettend positieve ontwikkeling dat nachtcultuur steeds meer wordt erkend als een volwaardig economisch en cultureel ecosysteem. Zeker na de moeilijke jaren van de coronapandemie is het hoog tijd dat we de waarde ervan erkennen. Het is nu belangrijk dat we als gemeente ruimte geven aan initiatieven die uit de stad zelf komen. De nacht biedt een unieke ruimte voor creativiteit, experimenten en samenwerking tussen verschillende kunstvormen.”

Kansenkaart

Het Nachtplan bevat concrete maatregelen: nachtcultuur krijgt een plek in het cultuurbeleid met subsidies en een Nachtagenda, en de stad, zo valt te lezen, investeert in een veiliger nachtleven, ruimere openingstijden en beter nachtelijk openbaar vervoer. Ook is er een zogeheten Kansenkaart waarop nieuwe locaties voor nachtcultuur in kaart worden gebracht, met focus op de Oostflank en de Merwe-Vierhavens.

De grote vraag is of deze top-down maatregelen genoeg zijn om de structuur en de fundamenten van het nachtleven in de stad te veranderen. Uit het VibeLab-onderzoek blijkt namelijk vooral dat Rotterdam een gebrek heeft aan kleine locaties voor opkomende artiesten. Combineer dat met de wooncrisis, vastgoeddruk en stijgende kosten van ongeveer alles, en het wordt heel lastig voor kleine livepodia en clubs om overeind te blijven.

Nachtburgemeester Boer is dan ook realistisch: „Het nachtleven heeft lang als bijzaak gevoeld. Dit is hét moment voor de gemeente om te bewijzen dat nachtcultuur er echt toe doet. Het lijkt de goede kant op te gaan, maar we moeten wel doorpakken. En het moet breder zijn dan alleen beleidstechnisch. De uitdaging voor het nachtleven is namelijk niet alleen strenge regelgeving, maar ook een veranderend uitgaansgedrag: sinds corona gaan jongeren minder uit, en moet de nacht concurreren met digitaal entertainment op Netflix, TikTok en FIFA. We moeten die jongeren uit huis krijgen door de nacht weer onweerstaanbaar te maken.”

Vertrouwen?

Een van de belangrijkste speerpunten uit het Nachtplan is de uitbreiding van de hoeveelheid 24-uursvergunningen. Onder aanvoering van wethouder Robert Simons (Horeca, Leefbaar) werden er vijftien nieuwe beschikbaar gesteld, maar pas vijf aangevraagd. Daarvan is er tot nu toe één verleend, aan club FERRY. Dit komt omdat de eisen voor zo’n vergunning hoog zijn: ondernemers moeten onder andere een veiligheidsplan indienen en een exploitatievergunning aanvragen. Boer: „Dat is goed, want je wilt serieuze ondernemers aantrekken, maar het betekent ook dat niet zomaar iedereen met een plan op een blauwe maandag instapt.”

Wat wellicht ook een rol speelt: ondernemers zijn nog huiverig voor de bureaucratische trajecten en ingewikkelde regelgeving, zegt Niamh Reith van nachtclub Time is the New Space, ook in het Schieblock. ‘Time’ moest in 2024 de deuren sluiten door vergunningsproblemen. Reith: „Halverwege 2023 werd duidelijk dat de toenmalige vergunning ongeschikt was voor het versterkte geluid dat wij gebruiken tijdens onze evenementen. Vanaf toen moesten we het doen met een paar ‘geluidjes’ [avonden waar op aanvraag meer geluid gemaakt mag worden dan is toegestaan] en andere programma’s zoals bar-avonden met enkel achtergrondmuziek. Voor een plek als Time valt er niet te overleven zonder de opbrengst van de evenementen met livemuziek.”

Hoewel de beleidsomslag hoopvol stemt, is het vertrouwen onder ondernemers niet zomaar hersteld. Eerst zien dan geloven, is de reactie op de programmeursavond in de bibliotheek. Vooral vanwege de hoge vastgoeddruk en vraag naar woningen, is er voor nachtcultuur weinig ruimte over op centraal gelegen plekken.

Dus: een nieuwe nacht?

Na bijna een jaar dicht te zijn geweest, heropende Time is the New Space de deuren afgelopen weekend. Met behulp van een crowdfundactie kon de club de benodigde aanpassingen doen en kwam de vergunning er toch. Programmeur Reith: „We hebben moeilijke maanden achter de rug. Maar deze opening laat zien dat het wél kan. We willen bewijzen dat de nacht in Rotterdam toekomst heeft. Ondernemen in de Rotterdamse nacht is uitdagend. Er is veel doorzettingsvermogen nodig om te navigeren door beleid en regelgeving, maar we komen vanuit een veelzijdige nachtcultuur met een publiek dat openstaat voor experimenteren en nieuwe concepten. Ik durf voorzichtig te zeggen dat ik meer vertrouwen krijg in de toekomst van het Rotterdamse nachtleven. Als we in oplossingen blijven denken en kijken naar wat er wél allemaal mogelijk is.”

Hoe de nacht zich gaat ontwikkelen, hangt dus af van vele factoren, want ondanks de hoop, blijft Rotterdam een moeilijke stad voor het nachtleven. Of, zoals burgemeester Schouten het in een mail formuleert: „Ik ben een burgemeester voor alle Rotterdammers, of je voorkeur nou ligt bij de dag, de nacht of allebei. Als gemeente willen we de stad levendig houden en waar dat kan ruimte bieden aan de nacht. Het is mijn taak als burgemeester dat mogelijk te maken, maar om tegelijkertijd te zorgen dat de openbare orde en veiligheid gewaarborgd blijven en het woonklimaat beschermd blijft.”

Bezoekers van de club Time Is The New Space
Foto Andreas Terlaak