Een nieuw Oekraïens thuis

In de West-Oekraïense stad Lviv, waar de afgelopen weken weer treinen vol ontheemde Oekraïners binnen komen, woont Olja Zjoek (19) in haar gesubsidieerde woning van de stichting Oselya, boven de tweedehands winkel. ‘Oselya’ betekent ‘thuis’, en in dit geval betekent dat: een opvang voor ex-verslaafden en ex-daklozen.

Olja werd in deze gemeenschap geboren: haar moeder Lesja woonde in de eerste dependance van Oselya, gelegen in Vynnyky, een half uur rijden van Lviv. De regels voor de bewoners zijn strikt: niet roken, niet drinken, geen discriminatie, niets nemen wat niet van jou is, geen seks, zes dagen in de week werken, op maandag naar de gezamenlijke meeting. Olja groeide er gelukkig en beschermd op.

In Lviv heeft ze nu een jaar haar eigen kamer. De verdieping deelt ze met Taras en Inna – oud-bewoners van de dependance in Vynnyky. „Hier heb ik eigen verantwoordelijkheden”, zegt Olja trots. Haar moeder woont nog steeds in Vynnyky. In het begin was dat wennen, apart wonen, tegelijkertijd had ook de oorlog een weerslag op hun relatie: Olja is niet het enige kind, ze heeft een broer die in het leger dient, alle reden om bang en onrustig te zijn.

Het woonhuis van stichting Oselya, in Vynnyky, in het westen van Oekraïne (2018).
Foto Robin Alysha Clemens
Het woonhuis van stichting Oselya, in Vynnyky, in het westen van Oekraïne (2018).
Foto Robin Alysha Clemens


Bewoners Volodya, Oleg, Victor en Dima (2018).
Foto Robin Alysha Clemens

Fotograaf Robin Alysha Clemens en ik kennen Olja sinds 2016. Die lente belandden we dankzij de Oekraïense journalist Bohdan Lohvynenko twee dagen op het complex van Oselya in Vynnyky. We waren op reis met een ander doel: jonge Oekraïners, geboren na de val van de Sovjet-Unie, vragen hoe het ervoor stond met hun land. De Majdan-revolutie van 2013-2014 had diepe sporen achtergelaten: er woedde oorlog in de Donbas, de Krim was geannexeerd, jonge mensen hadden halsoverkop hun eerste eigen huizen, in gevaarlijke gebieden, moeten verlaten. We vroegen hen: wat is het nieuwe Oekraïne, hoe ziet dat eruit? Bohdan nam ons op sleeptouw in de zoektocht naar antwoorden. Eenmaal in Lviv zei hij: ‘Ga toch even mee naar Vynnyky, dit initiatief is belangrijk.’ Bij aankomst kregen we een rondleiding langs de opslagloods en door het huis. We kregen thee, koekjes, verhalen, lunch en eindeloos veel omhelzingen.

De plek, met zijn opgewekte, norse en eigenzinnige bewoners maakte diepe indruk, zo diep dat we in 2018 teruggingen (Robin meermaals) om in de gemeenschap te wonen en mee te draaien, om de bewoners te interviewen en fotograferen. Dat voorjaar, waarin we, gewapend met een notitieblok, fotocamera en lichtset, het terrein op wandelden en bijna elke Oselya-bewoner voor de lens en achter een opnameapparaat wisten te krijgen, was Olja nog een kind. Ze vond de camera machtig interessant. En ons ook: wij waren een stuk jonger dan de meeste medebewoners.

Olja en haar moeder Lesja in 2018 in opvanghuis Oselya in Vynnyky, in het westen van Oekraïne. Olja, inmiddels negentien, woont nu in een Oselya-vestiging in Lviv.
Foto Robin Alysha Clemens

Sinds ons verblijf in 2018 sturen Olja, Robin en ik berichten over en weer. De chat van 2018 tot februari 2022 was over het algemeen gezellig. We ontvingen selfies, grapjes, glittergifjes, en soms een update over een van de Oselya-bewoners: iemand liep weg, was kwijt, of overleed. Met de start van de volledige invasie veranderden de berichten: van opgewekt en soms verdrietig naar duister en af en toe hoopvol. ‘Het gaat hier oké,’ stuurt Olja op 2 november, ‘al heerst er spanning: ze [Rusland, red.] sparen raketten op, om straks alles af te vuren als de winter echt koud begint te worden.’

De stichting Oselya bestaat al twintig jaar. Sinds de invasie heeft de organisatie, naast daklozen helpen aan kleding, werk en onderkomen, er een nieuwe taak bij gekregen: het land zelf ondersteunen, voorzover dat kan met de kracht die ze hebben. Oselya bleek een van de weinige organisaties die wist om te gaan met de distributie van spullen aan mensen in nood. Het ging opeens niet alleen meer over kleding voor tweedehands winkels, maar ook over donaties aan het leger en ontheemden. In plaats van bij de pakken neer te gaan zitten, sloegen de ‘Oselyata’ de handen ineen: er kwam een extra dependance in Lviv en een tweede opslagloods in Vynnyky.

2018: bewoonster Ala met huiskat Markiz. Ala is dit jaar overleden.
Foto Robin Alysha Clemens


2018: bewoner Ihor.
Foto Robin Alysha Clemens


Olja, 2023, Vynnyky.
Foto Robin Alysha Clemens
Vasyl woonde twee jaar in Oselya. Kort na deze fotosessie, in 2023, ging hij het leger in.
Foto Robin Alysha Clemens

Robin, die dacht dat het Oselya-project na 2018 voorbij was (er was een tentoonstelling in Nederland en Lviv, een publicatie in de vorm van een krant), trok in 2023 toch die kant op. Ditmaal alleen. De focus was verschoven: eerst was Oselya een plek waar het verloren individu weer ruimte, hoop en dromen mocht hebben. Nu was er opeens een nieuwe component: met de volledige invasie zouden al deze nieuwe dromen weleens verloren kunnen gaan. Opeens had de hele natie zorg nodig. Robin zocht de bewoners die ze eerder vastlegde op. En ze ontmoette nieuwe mensen: een golf aan ‘post-invasie’-inwoners, die het leven op straat niet kenden en die niet vanwege het verlies van ouders of een verslaving dakloos werden, maar vanwege de alles veranderende oorlog.

Eén van de nieuwe ‘Oselyata’ is Kostja uit Charkiv. „Veel mensen zijn door de oorlog de straat op geduwd”, zegt hij. Hij ontvluchtte zijn stad in april 2022. Het was onveilig, er was te weinig werk. Voor de invasie, toen hij zich in een betere positie bevond, praatte hij geregeld met lokale daklozen, hij dronk met hen en bracht ze sigaretten of shoarma. Nu is hij degene die hulp nodig heeft. Zijn situatie staat haaks op die van de oorspronkelijke Oselya-bewoners zoals Lesja en Olja: zij hebben een diepe, langdurige band met de gemeenschap, kunnen zich hun bestaan niet voorstellen zonder de instelling; Kostja wil zodra het kan weer naar huis. De oorlog duurt veel langer dan verwacht, dus moeten deze twee verschillende stromen mensen zo goed en kwaad als het gaat samenleven.

Olja is jong, haar leven begint net. Maar ze kan, hoe naïef misschien ook, niet wachten tot de oorlog voorbij is. ‘Lisa,’ schrijft ze, ‘weet je, soms komen duistere beelden mijn hoofd binnen. Dan stel ik me verschrikkingen voor. Ik hoop dat het snel ophoudt.’ Robin kijkt ook uit naar dat moment, dat zou een mooi einde zijn van het Oselyata-project, wat ze uiteindelijk in een fotoboek wil publiceren: vredestijd als derde fase van het verhaal. Oselya in een vrij Oekraïne, een grote, sterke gemeenschap.

2023: Oselya-bewoners Pasha en Slavic. Slavic (rechts) stal kort na het nemen van deze foto deodorant uit de winkel van het opvanghuis, en werd vervolgens uit de gemeenschap verwijderd.
Foto Robin Alysha Clemens
Nieuwe Oselya-bewoners (2023), van wie er twee hun woonplaats ontvluchtten vanwege de oorlog.
Foto Robin Alysha Clemens


Oselya-bewoners in de weer met een kapotte auto (2023).
Foto Robin Alysha Clemens