Breitner? Ja, Breitner. Van de hoofdrolspelers in de geschiedenis van de schilderkunst wil je het liefst eens per generatie een overzichtstentoonstelling georganiseerd hebben. Dat voorkomt dat jongere kunstkijkers hun oeuvre alleen uit boeken kennen en hun reputatie alleen uit de overlevering. Bovendien wordt het maken van zo’n overzicht in elke periode anders aangevlogen, met nieuwe kennis en veranderde inzichten. Daarom waren de recente overzichten van Vermeer en Hals zo welkom, en daarom ook is het goed dat het Singer Museum in Laren nu zes zalen heeft vrijgemaakt voor George Hendrik Breitner (1857-1923), kopstuk in de Nederlandse kunst rond 1900.
Het laatste grote overzicht van zijn werk werd in 1994 georganiseerd in het Stedelijk Museum in Amsterdam. Sindsdien waren er nog wel andere tentoonstellingen waarin Breitner een prominente rol speelde: in recente jaren bijvoorbeeld Rumoer in de stad in het Kunstmuseum in Den Haag, over de Tachtigers, en een tentoonstelling in hetzelfde museum over de vriendschap en rivaliteit tussen Breitner en Isaac Israëls. De regelmatige museumbezoeker weet dus al wel zo’n beetje wie Breitner was: de schilder bij uitstek van het leven in de Amsterdamse binnenstad aan het einde van de negentiende eeuw. Van druilerige stadsgezichten met koetsen en paardentrams, grachten en bruggen, sloop en nieuwbouw. Jordanese vrouwen in rokken en sjiekere dames met hoeden en lange jurken. Jonge meisjes in Japanse kimono’s, binnen in zijn atelier. En vrouwen zonder rokken, jurken, kimono’s of wat voor kleren dan ook.
Wat je je bij Breitner ook altijd realiseert is dat hij er minstens zo vaak met een camera als met een schetsboek op uit trok. Hij was een fervent fotograaf en zijn schilderijen hebben foto-achtige trekjes. Kunsthistorici wijzen op de dynamische composities en abrupte afsnijdingen. Dit beeld van Breitner wordt in Laren niet ontkracht, maar ook niet voorspelbaar bevestigd. ‘Schilderbeest’ is de ondertitel van de tentoonstellingscatalogus, en de nadruk ligt ditmaal meer op zijn methodes dan op zijn onderwerpen. Wat Breitner deed wordt niet zozeer in zaalteksten verteld als wel in beeldrijmen en ensembles die voor zichzelf spreken. Zo hangt er een schilderij van twee wolken in het tegenlicht van de maan naast een schilderij van twee vrouwen in het tegenlicht van de zon. Eén oogopslag volstaat om te begrijpen: Breitner was geïnteresseerd in silhouetten en contrasten.
‘Zoo moet je schilderen’
Er is ook een mooie zaal met tien grote vrouwelijke naakten die hij schilderde tussen 1886 en 1893 en waarvan de composities en de kleurstellingen steeds in twee- of drietallen met elkaar hangen te praten. Op een sokkel staat een elfde schilderij, een veel kleinere olieverfstudie van twee in heupen eindigende benen op een gloeiend rode sofa met een wit vierkantje ernaast. Rechts van die benen en heupen wordt een vermoeden van de rest van het lijf gewekt door een paar extra vegen in vleeskleur. Dit is impressionisme in zijn puurste vorm: de schilder geeft de kijker nét genoeg informatie om de voorstelling zelf ongeveer te kunnen afmaken. Achterop het schilderijtje is een notitie geplakt van Breitners leerling Kees Maks (1876-1967). Hij schrijft dat de schilder hem deze studie cadeau deed met de woorden: ‘Zoo moet je schilderen.’
Breitner vatte vrouwelijke modellen op als stillevenonderdelen, stelt gastconservator Suzanne Veldink in de catalogus, en inderdaad is de kleine naaktstudie een soort stilleven van romp en ledematen, dat qua benadering veel gemeen heeft met een bloemstilleven in de laatste zaal.
Ondertussen brengen Breitners benadering en schildertrant ons toch weer bij het grotestadsleven zoals dat eind negentiende eeuw ontstond en nog steeds bestaat: het leven van veel mensen samen op een klein oppervlak, die in anonimiteit langs elkaar op bewegen. Het is een ongeschreven regel dat je de man of vrouw tegenover je in de tram of metro nooit recht in de ogen kijkt. Die regel bepaalt ook het werk van Breitner. Hij was goed in het suggereren van drukte, maar niet in afzonderlijke gezichten en gezichtsuitdrukkingen. Oogcontact in de mierenhoop bracht hem uit zijn evenwicht, zo lijkt het. Heel soms gaf hij een vrouw in een straatscène een uitgewerkter gezicht, waarschijnlijk op basis van een foto: zo’n hoofd valt dan ook meteen uit de toon in het geheel van het schilderij. Het gezicht gaat een eigen, onhandig leven leiden. Er zijn van Breitner maar weinig portretten bekend, en de meeste daarvan zijn zelfportretten. Jezelf portretteren is minder ongemakkelijk dan werken naar model. Je kunt niet wegkijken als je jezelf aankijkt.
Je ziet het zelfs in de breed en brutaal geschilderde vrouwelijke naakten. Bij hun hoofden aangekomen krijgt Breitner het benauwd. Hij gaat gezichten uit de weg, wendt ze af, legt er een arm voor of een schaduw overheen. Een staand model uit het Kröller-Müller Museum kijkt hem wel direct aan, maar van echt oogcontact is geen sprake: de ogen in het grauw en grof geschilderde gezicht zijn gaten van zwarte verf. In de catalogus wordt gesuggereerd dat Breitner de modellen anoniem hield omdat ze zelf niet herkenbaar in beeld wilden: ‘Naakt poseren werd al snel in verband gebracht met prostitutie.’ Dat is mogelijk. Maar het lijkt me ook niet ondenkbaar dat het schilderbeest Breitner in wezen een heel verlegen man was.
De Britse koning Charles III bezit een wereldvermaarde kunstcollectie, die gedeeltelijk voortkomt uit de verzameling van zijn 17de-eeuwse voorganger en naamgenoot Charles II (1630-1685). In die tijd kende Engeland, anders dan bijvoorbeeld de Nederlandse Republiek of Italië, geen bijzonder grote traditie van lokale kunstproductie. Dus moesten ze het doen met kunstenaars van het Europese vasteland die ze bewonderden. De Royal Collection bulkt zelfs van bladen door Italiaanse renaissancekunstenaars van topkwaliteit. De King’s Gallery in Buckingham Palace toont nu een selectie van zo’n 150 tekeningen van kunstenaars als Fra Angelico, Leonardo da Vinci, Correggio en Carracci.
<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Giovanni Bellini, Het hoofd van een oude man, c. 1460–7. (te zien in King’s Gallery)” data-figure-id=”0″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Giovanni Bellini, Het hoofd van een oude man, c. 1460–7. (te zien in King’s Gallery)” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-1.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/25131400/data124854245-7be862.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-16.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-14.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-15.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-16.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-17.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/WLPPSXDKHWxzu3M4BxqlrqU9WcY=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/25131400/data124854245-7be862.jpg 1920w”>
<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Bernardino Campi, De Maagd en het Kind, ca. 1570–80. (te zien in King’s Gallery)” data-figure-id=”1″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Bernardino Campi, De Maagd en het Kind, ca. 1570–80. (te zien in King’s Gallery)” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-2.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/25131358/data124854135-175e1e.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-20.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-18.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-19.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-20.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-21.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/wuqgrsUx9mwix700ofgPXS786Fk=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/25131358/data124854135-175e1e.jpg 1920w”>
Giovanni Bellini, Het hoofd van een oude man, c. 1460–7. (te zien in King’s Gallery) en Bernardino Campi, De Maagd en het Kind, ca. 1570–80. (te zien in King’s Gallery)
Foto’s Royal Collection Trust
De expositie – met secties als ‘figuren’, ‘koppen’, ‘studies voor paleisdecoraties’ – laat zien dat tekeningen in de 15de en 16de eeuw meestal niet bedoeld waren als zelfstandige kunstwerken. Vaak zijn figuren, motieven of composities getekend ter voorbereiding van een schilderij of fresco. Illustratief is een studie in rood krijt waarin de befaamde schilder Rafael de figurenrijke compositie van een groot tapijtontwerp voor de bijbelscène van de Sleuteloverdracht van Christus aan de apostel Petrus (ca 1514) uitprobeert in de vorm van een groep mannen die poseren in hun alledaagse kleren.
Bij de ‘studies naar de natuur’ zijn schetsen van landschappen, paarden en poezen, maar ook een opvallende houtskooltekening toegeschreven aan de Venetiaan Titiaan, met een natuurgetrouwe weergave van de exotische struisvogel (ca. 1550). Het lichtblauwe blad is voorzien van een raster dat erop duidt dat het motief bedoeld was om te worden overgezet naar een schilderij, maar dat werk is niet meer bekend.
De presentatie van werk van de ene briljante tekenaar na de andere, geeft daarmee een overvol maar ook adembenemend fraai overzicht van renaissance-tekeningen en hun functies, uit artistieke centra vooral in de noordelijke helft van het huidige Italië. De nadruk die daar destijds werd gelegd op het belang van het maken van tekeningen in het artistieke proces, en de grote aandacht die kunstenaars er daarom ook aan besteedden, verklaren de uitzonderlijke kwaliteit van de tekeningenproductie die deze expositie weerspiegelt.
Verbeten expressie
Van meer studieuze aard is een tweede tentoonstelling in Londen, in de Royal Academy, over Italiaanse renaissance-kunst, met 45 bruiklenen uit collecties in het Verenigd Koninkrijk en elders in Europa. Hier geen overdonderend aantal kunstenaars en tekeningen, maar juist een relatief klein aantal goedgekozen werken, uit een tijdsspanne van slechts enkele jaren, en gemaakt door drie iconische kunstenaars. In 1504 konden ze elkaar in Florence de hand schudden: Leonardo da Vinci (1452-1519) en Michelangelo (1475-1564), beiden uit de omgeving afkomstig, hadden elders gewerkt en waren in de eerste jaren van de 16de eeuw kortstondig terug in Florence. De jonge Rafael (1483-1520) uit Urbino, verbleef in dat jaar in de stad om te leren van de werken van de buitengewone kunstenaars van die tijd.
<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Leonardo da Vinci, De Maagd en het Kind met Sint Anna en de jonge Johannes de Doper (‘The Burlington House Cartoon’), ca. 1506-08. Houtskool met wit krijt op papier, gemonteerd op doek, 141,5 x 104,6 cm, te zien in Royal Academy).” data-figure-id=”0″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Leonardo da Vinci, De Maagd en het Kind met Sint Anna en de jonge Johannes de Doper (‘The Burlington House Cartoon’), ca. 1506-08. Houtskool met wit krijt op papier, gemonteerd op doek, 141,5 x 104,6 cm, te zien in Royal Academy).” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-4.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/25131350/data124853274-fb7729.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-27.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-25.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-26.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-27.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-28.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/8a3LOy5SoJLUBW0TXtzrCxrPcRk=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/25131350/data124853274-fb7729.jpg 1920w”>
<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Toegeschreven aan Pietro Faccini, Het hoofd van een jongeling, ca.1590.” data-figure-id=”1″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Toegeschreven aan Pietro Faccini, Het hoofd van een jongeling, ca.1590.” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-5.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/25131356/data124854129-a4a1ee.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-31.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-29.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-30.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-31.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-32.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/h0FZRYaCy1ZQiLUPLNCmuqf9x2Q=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/25131356/data124854129-a4a1ee.jpg 1920w”>
Leonardo da Vinci, De Maagd en het Kind met Sint Anna en de jonge Johannes de Doper (‘The Burlington House Cartoon’), ca. 1506-08. Houtskool met wit krijt op papier, gemonteerd op doek, 141,5 x 104,6 cm, te zien in Royal Academy) en Toegeschreven aan Pietro Faccini, Het hoofd van een jongeling, ca.1590.
Foto’s The National Gallery, Foto Royal Collection Trust
Op even ingenieuze als instructieve wijze toont de expositie de artistieke verhoudingen tussen de drie kunstenaars. Zo maakte Rafael schetsen naar een cirkelvormig, tachtig centimeter hoog, marmer-reliëf door Michelangelo, bijgenaamd ‘Taddei tondo’ naar opdrachtgever Taddeo Taddei (1504-1507). Het stelt de Maagd Maria voor met half liggend in haar armen het Christuskind. Hij lijkt weg te duiken voor een vleugelklapperend vogeltje (een distelvink, symbool van Christus’ latere lijdensweg) in de handen van de jonge Johannes de Doper. Rafaels tekening staat in de expositie op een sokkel precies halverwege de afstand tussen Michelangelo’s reliëf en een schilderij van Maria met kind (‘Bridgewater Madonna’, 1507), waarin Rafael een vergelijkbare compositie heeft toegepast.
Even doordacht is de plaatsing, pal tegenover Michelangelo’s tondo, van een tweede uitzonderlijk bruikleen: Leonardo da Vinci’s enorme houtskooltekening van de bijna levensgrote Maria zittend op schoot bij haar moeder Anna. Ook hier heeft het Christuskind een liggende pose en ook nu staat Johannes ernaast. Mogelijk, zoals in deze expositie en de bijbehorende catalogus voor het eerst wordt geopperd, was deze tekening bedoeld als ontwerp voor een nooit voltooid altaarstuk voor de grote zaal van het Florentijnse stadsbestuur in het Palazzo della Signoria.
Voor diezelfde zaal maakten Michelangelo en Leonardo tussen 1503 en 1506 ontwerpen voor frescoschilderingen van veldslagen waarin de stadstaat Florence in het verleden verwikkeld was geweest. Ook deze projecten zijn nooit voltooid, maar in een reeks tekeningen laat zich in de expositie prachtig volgen hoe de kunstenaars op papier hun schilderingen voorbereidden: Leonardo in de Slag bij Anghiari met aandacht voor verbeten expressie in de hoofden van mensen en paarden, Michelangelo geconcentreerd op de anatomie van naakte mannen die zich klaarmaken voor de Slag bij Cascina. En in een pentekening (1505), losjes geïnspireerd op Michelangelo’s fresco-ontwerp, maar dan met een zodanig gedraaid perspectief op twee naakte mannen dat het lijkt alsof de tekenaar zelf deel is geworden van het groepje, openbaart zich het compositorische genie van Rafael.
<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Michelangelo Buonarroti, Mannelijk naakt, c. 1505-06. (Zwart krijt op papier, 40,4 x 22,5 cm, te zien in Royal Academy).” data-figure-id=”0″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Michelangelo Buonarroti, Mannelijk naakt, c. 1505-06. (Zwart krijt op papier, 40,4 x 22,5 cm, te zien in Royal Academy).” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-8.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/25131342/data124853289-11e4b2.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-41.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-39.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-40.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-41.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-42.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/dV2RHM7xo4wsgxUzUXVELUqgqEo=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/25131342/data124853289-11e4b2.jpg 1920w”>
<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Raphael, naar Michelangelo Buonarroti, David, c. 1505-08. (pen en bruine inkt op papier, 39,6 x 21,9 centimeter, te zien in Royal Academy).” data-figure-id=”1″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Raphael, naar Michelangelo Buonarroti, David, c. 1505-08. (pen en bruine inkt op papier, 39,6 x 21,9 centimeter, te zien in Royal Academy).” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-9.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/25131355/data124853325-ff9483.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-45.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-43.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-44.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-45.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-46.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/13V9ayEYnAUiz9_3iHMefVixzYk=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/25131355/data124853325-ff9483.jpg 1920w”>
Michelangelo Buonarroti, Mannelijk naakt, c. 1505-06. (Zwart krijt op papier, 40,4 x 22,5 cm, te zien in Royal Academy) en Raphael, naar Michelangelo Buonarroti, David, c. 1505-08. (pen en bruine inkt op papier, 39,6 x 21,9 centimeter, te zien in Royal Academy).
Zul je net zien: Kerst staat voor de deur – een afschuwelijke feestdag voor afschuwelijke mensen – en dan klieft je domme zusje ook nog eens haar hoofd in tweeën op de rand van haar badkuip. Het overkomt Carola (Nandi van Beurden), eigenaar van Carola’s Christmas Shop, voorheen Carels Christmas Shop. Rechtstreeks naar de hemel kan zusje Christel (Suzan Seegers) niet: ze moet zich eerst nog een laatste keer tegen Carola aan bemoeien.
Op Kerstavond meldt Christels spook zich daarom bij haar grote zus in huis om daar te verkondigen dat Carola bezocht zal worden door drie geesten. Die ervaring zal haar ervan moeten overtuigen haar leven te beteren. Daar zal wel een hoop overtuigingskracht voor nodig zijn, want Carola lijkt niet meteen onder de indruk van Christels spookverschijning. Al zal ze haar zusje (tevens haar werknemer) wel missen in de winkel. Carola: „Niemand maakt zo’n goede cappuccino als jij.”
In kerstmusical A XXXmas Carola is Carola een botte, gierige, ijskoude zakenvrouw met een hekel aan Kerst. Dat maakt haar de vrouwelijke tegenhanger van Ebenezer Scrooge, de hoofdpersoon van Charles Dickens’ A Christmas Carol, het verhaal waar A XXXmas Carola op is geïnspireerd. Wel kreeg de musical de ondertitel Precies zoals Dickens het nooit bedoeld heeft mee, dus verwacht geen adaptatie die al te loyaal blijft aan het bronmateriaal.
Sterrencast
Wat je wél van A XXXmas Carola kunt verwachten is een vijfkoppige sterrencast (naast Van Beurden en Seegers zijn ook Jeremy Baker, Thomas Cammaert en Luuk Haaze van de partij) die uitblinkt in vrolijke, meerstemmige nummers, waaronder veel bewerkingen van bekende kerstliedjes. Zowel de nummers als de grapjes volgen elkaar in rap tempo op in het script van Allard Blom. In de eerste scènes is het wel even wennen aan de dik aangezette humor, met een hoofdpersoon die veel weg heeft van een snauwerige Disneyfilm-slechterik. Carola lijkt zelfs te zijn vormgegeven als Cruella de Vil, geheel in het zwart-wit, terwijl de overige personages zich hullen in rood-groene sjaals en truien.
Naarmate Carola’s voorgeschiedenis wordt onthuld, wordt het personage minder eendimensionaal. Dat wil niet zeggen dat A XXXmas Carola een bijzonder gelaagd geheel is – qua plot en sentimentaliteitsgehalte komt het verhaal vrij dicht in de buurt van de Hallmark-films die deze maanden iedere avond op ‘Christmas Channel’ RTL8 te zien zijn. Al Carola’s herinneringen, trauma’s en dromen draaien om mannen. Maar op vrijwel alle andere vlakken dan het plot is de musical origineel en creatief; van de bij vlagen harde humor tot de catchy liedteksten. Ook naar de muziek van Sam Verhoeven kun je blijven luisteren. Vooral de kerstrevue, een jaarlijkse traditie van Carola’s vader, zit zo goed in elkaar dat het jammer is dat hij maar een paar minuten duurt. Het decor – dat bestaat uit huisjes op kniehoogte die regelmatig van plaats wisselen of eventjes in de lucht zweven – zorgt intussen voor een sprookjesachtige sfeer.
Het maakt dat je je gewillig overgeeft aan het suikerzoete einde waar A XXXmas Carola onvermijdelijk op afstevent. Zo’n suikerzoet einde is ook best lekker. Af en toe. Met Kerst, bijvoorbeeld.
Not Like Us heeft het nieuwe album van Kendrick Lamar niet gered. In die spijkerharde track haalde Lamar eerder dit jaar vernietigend uit naar zijn rivaal Drake en beschuldigde hij hem onder meer van pedofilie en uitverkoop van de hiphopcultuur. Het was dé giftige genadeslag na een hectische blitzkrieg waarin de twee elkaar met in bijzonder hoog tempo uitgebrachte beledigende tracks op de huid zaten en groeide uit tot de hiphopkraker van het jaar. Not Like Us tikt op Spotify de miljard streams aan en maakt kans op vijf Grammy Awards, waaronder die voor nummer en plaat van het jaar.
Maar op het vrijdagavond plotseling online gezette nieuwe album GNX van Kendrick Lamar speelt de Canadese rapper en zanger die Lamar dit voorjaar nummer-na-nummer tot aan de enkels afzaagde, geen rol van betekenis meer. Terwijl de andere hoofdrolspelers in die vete recent sussend stelden dat het niet zo serieus was, schakelt Lamar strijdbaar dóór. Het gaat hem niet puur om Drake, maar om hypocrisie en platte commerciële belangen die hij veel breder in zijn scene aantreft.
Lamar is iemand die in zijn werk voortdurend worstelt met verleidingen en twijfels over zijn rol als succesvol boegbeeld van zijn gemeenschap en genre. Hij is het duidelijk spuugzat hoe gemakzuchtig andere succesrappers omgaan met de cultuur die voor hem van levensbelang is. GNX is het eerste album dat Lamar zelf uitbrengt met zijn bedrijf PgLang en is rauwer en minder conceptueel opgezet dan voorgangers als het sterk naar binnen gerichte Mr. Morale & The Big Steppers, Pulitzer Prize-winnaar DAMN., en het als generationeel meesterwerk onthaalde To Pimp A Butterfly.
Hongerige rappers
Op GNX grijpt Lamar nadrukkelijk in muziek en tekst terug op waar het voor hem begon, in geboortestad Compton in Los Angeles. Het wemelt van de galmende elektronische bassen, rauwe funky beats en vlammende gastoptredens van jonge, hongerige rappers uit L.A., zoals Peysoh, Hitta J3 en Young Threat op de stotterend stuiterende westkustbeat van GNX. In openingstrack ‘wacced out murals’ rekent Lamar op een diep dreunende kickdrum af met in zijn ogen twijfelachtige acties van hiphopsterren als Lil Wayne en Snoop Dogg en ‘politieke correctheid’ in de rapscene. In het schmierend pompende ‘squabble up’ stuurt hij de wolven af op rappende poseurs.
Zijn strijdlust doet Lamar goed. Hij rapt lenig, losjes, gedreven en soms een beetje pesterig. „Ik houd mijn voet op het gaspedaal,” rapt Lamar op de aanstekelijk haperende staccato-funk van producer Mustard, die ook Not Like Us produceerde. „Iemand moet het doen.” Zijn rijmschema’s en tekstuele dubbele bodems en verwijzingen zijn onverminderd magistraal, en wie goed luistert, hoort in vrijwel elke kritische noot, tegelijk bemoedigende levenslessen voor zijn achterban: bescherm je hart, geloof in jezelf, investeer in jezelf, werk hard, en reken niet op anderen maar op zelfliefde.
‘Reincarnation’ is een nieuw hoofdstuk in de voortgaande artistieke uitwisseling die Lamar in zijn werk voert met zijn in 1996 vermoorde inspiratiebron Tupac ‘2Pac’ Shakur. Hij leent de muziek en rapstijl van 2Pac voor een geweldig gelaagd verhaal waarin hij zich neerzet als incarnatie van eerdere succesvolle zwarte artiesten en de beproevingen die ze doorstonden, waaronder een briljante zangeres die in het raciaal gesegregeerde Amerika worstelde met een drugsverslaving: „Heroïnenaalden hielden me in een foetuspositie.”
In ‘heart pt. 6’ blikt Lamar openhartig terug op de dagen waarin hij opkwam met rapgroep Black Hippy, en zijn jeugdvriend en zakenpartner Dave Free „gevangenis-risico’s” nam om hun muziekcarrière van de grond te tillen.
In het ontspannen en soulvolle sluitstuk ‘gloria’ rapt Lamar over een complexe relatie die zijn leven getekend heeft – om pas aan het eind te onthullen dat het gaat om zijn verhouding tot zijn pen, zijn schrijven. „Ik deed het met integriteit en n****s probeerden nog steeds op me te haten”, verklaart Lamar zijn bitterheid tegenover de commerciële toplaag van de rapscene in het subtiel geproduceerde, sfeerrijke ‘man at the garden’. „Er zal nog meer bloed verspild worden. Het is slechts verf voor mij.”