Een muzikale romance tussen twee virtuozen

Recensie

Muziek

Jazz De Braziliaanse bandolimspeler Hamilton de Holanda en de Zuid-Afrikaanse jazzpianist Nduduzo Makhathini vinden elkaar zo leuk dat er een innige muzikale verstrengeling ontstaat.

Nduduzo Makhathini en Hamilton de Holanda tijdens hun optreden in het Bimhuis.
Nduduzo Makhathini en Hamilton de Holanda tijdens hun optreden in het Bimhuis.

Foto Bart Grietens

Ze móéten elkaar soms even aanraken, na elk nummer lopen ze naar elkaar toe voor een boks, of liever nog een knuffel. Ook muzikaal kruipen Hamilton de Holanda en Nduduzo Makhathini dichter en dichter naar elkaar, tot alles een innige omhelzing wordt. Een Braziliaanse bandolimspeler en een Zuid-Afrikaanse jazzpianist lijkt een wat vergezochte combinatie, maar mondde woensdagavond uit in een muzikale bromance in het Amsterdamse Bimhuis.

Het was jazzpromotor en trompettist Wynton Marsalis die de twee virtuozen samenbracht. De Holanda speelt een tiensnarige bandolim, een Braziliaanse versie van de Portugese mandolin. Aan het traditionele choro-genre voegt hij jazz en klassiek toe, met een stijl die Jimi Hendrix in gedachten brengt. Makhathini is een gevierd jazzpianist die veel speelde met Shabaka Hutchings & The Ancestors en sinds zijn vorige album ook in Europa een gevestigde solonaam is. In zijn spirituele jazz klinkt veel van de Zulu-cultuur door met een grote rol voor gospel.

Die twee samen zien musiceren, is hartverwarmend, zo gretig als ze zijn naar elkaars spel. Soms is het inderdaad een muzikale boks, raken de noten elkaar even aan. Vaker nog is het een verstrengeling, waarin niet meer te achterhalen is welke noten van de bandolim komen en welke uit de vleugel.

Overpeinzen

Op een aantal composities overheerst de choro waarvan het ritme kan klinken als het snelle tsjoeke-tsjoek van een stoomtrein. Eronder en er dwars doorheen slaat Makhathini de toetsen soms delicaat aan, maar regelmatig ook hamerend. Zijn stijl doet denken aan McCoy Tyner, maar dan klinkt daar opeens een bezwerende Zulu-zang. Makhathini is sterk geïnspireerd door de spirituele en helende kant van zijn cultuur.

Hij houdt bovendien van overpeinzen. Na vier stukken neemt hij het woord in een gepassioneerd, maar nauwelijks te volgen betoog over de bedoelingen van hun suite. ‘Routes of Discovery’ gaat over oude connecties tussen Afrika en Zuid-Amerika, over kolonialisme en de identiteit van de global south die alleen bestaat door projectie van de global north. Hij onderbreekt zichzelf met de vraag die bijna zichtbaar boven het publiek hangt: „Ja, wat heeft dat allemaal met de muziek te maken?” Muziek is volgens hem een van de weinige plekken in onze samenleving waar een holistische veelheid heerst. Makhathini vraagt zich af wat er met de muziek gebeurt als de muzikanten de zaal verlaten. Klinkt die dan nog? Hij heeft het gevoel van wel, er is een dimensie waarin altijd muziek bestaat als je je er maar voor openstelt.

Het is veel om te verwerken tijdens een volgend toch lichtvoetig stuk, waarbij de twee muzikanten weer breed lachen om elkaars vondsten, het hoofd schuddend of juist knikkend op de onhoorbare beat. Inderdaad is dan de vraag hoe dit zo goed kan gaan. Hun intuïtieve samenspel moet meer om het lijf hebben dan een paar keer goed repeteren. Het zou natuurlijk die oude connectie tussen twee continenten kunnen zijn. Het zou ook heel goed kunnen dat deze twee mannen elkaars spel gewoon zo verschrikkelijk leuk vinden dat ze elkaar steeds maar willen omhelzen, met klanken en armen.