Het Japanse fenomeen Monster Hunter brak in 2018 internationaal door met Monster Hunter World, dat maar liefst 28 miljoen keer werd verkocht. Het nieuwe Wilds strijkt de ooit aparte gamereeks nog verder glad, om zo veel mogelijk nieuwe spelers te lokken. Waar je vroeger menu’s vol teksten moest lezen om de game te leren begrijpen, leert dit nieuwe deel je alles spelenderwijs terwijl een verhaal als in een avonturengame zich ontvouwt. De kern is verder hetzelfde: je jaagt op gigantische monsters, alleen of samen met andere spelers. Je krijgt betere uitrusting, maar je échte voortgang schuilt in je eigen vaardigheid. Hoe beter je in de game wordt, hoe beter je het tegen moeilijkere monsters kunt opnemen. Monsters die tientallen uren van je tijd kunnen opslokken in de laatste fase van het spel.
Getipt door: Bastiaan Vroegop.
Worstelen met mannelijkheid
In de nieuwe Nederlandse Netflix-serie Haantjes spelen Jeroen Spitzenberger, Waldemar Torenstra, André Dongelmans en Benja Bruijning een viertal hechte vrienden die moeite hebben om zich aan te passen aan een veranderende wereld. Hoe moeten ze omgaan met hun mannelijkheid? En hoe moeten ze omgaan met hun geliefden en hun werk? „Heb je een lul, dan ben je de lul”, vat een van de personages het samen. Andere rollen zijn er voor onder anderen Jennifer Hoffman en Jelka van Houten. Haantjes is een comedy die werd geschreven door Richard Kemper (bekend van het cabaret- en muziekduo Veldhuis & Kemper) en Luuk van Bemmelen (De regels van Floor).
Getipt door: Thijs Schrik.
Concerten op zondag
In het Zondagochtendconcert op radiozender NPO Klassiek presenteert Saskia Voorbach elke week rechtstreeks vanuit het Concertgebouw in Amsterdam toegankelijke klassieke muziek. Deze zondag is het Antwerp Symphony Orchestra te gast, met dirigent Ivor Bolton en sopraan Chen Reiss. Te horen zijn onder meer: de ouverture uit ‘La clemenza di Tito’ en ’Symfonie nr.41’ van Mozart. Later op zondag, vanaf 14.00, volgt het Zondagmiddagconcert, gepresenteerd door Selma van Dijk. We horen het Koninklijk Concertgebouworkest onder leiding van Philippe Herreweghe, met violiste Isabella Faust. Dit is een herhaling van het concert dat werd gegeven op 22 november 2018 in de grote zaal van het Concertgebouw. De luisteraar krijgt werk te horen van Schubert en Beethoven.
Getipt door: Vincent Bijlo.
Nieuwe Tegenlicht-docu
Het programma Tegenlicht blijft dit jaar nog op tv en houdt dan, per 2026, op te bestaan. Elke eerste zondagavond van de maand is een documentaire te zien, maar de titel leeft ook online via een podcast en via met ‘meet-ups’ rond uitzendingen. Het programma stelt in de nieuwe uitzending de vraag: waarom kijkt de wereld weg als het over de mensenrechtenschendingen in Gaza gaat? Voor de aflevering ‘De kunst van het wegkijken’ volgde Tegenlicht een half jaar lang Nederlanders die zich uitspreken. Zoals rijksambtenaren die wekelijks protesteren en de consequenties hiervan aanvaarden – van ontslag en procesvoering tot de Hoge Raad aan toe. Met onder anderen Liesbeth Zegveld, Alma Mustafić, Berber van der Woude, Angélique Eijpe en Jan Pronk.
Wie de verouderde loods binnenloopt, heeft meteen tientallen wijdopen ogen op zich gericht. De reusachtige kleurrijke figuren op de praalwagens hebben daarnaast wipneusjes, appelwangen en overdreven gelaatstrekken. In deze hal op een Bredaas bedrijventerrein hangt de geur van versgebakken friet, een beloning voor de bouwers die een laatste lik verf op hun wagens aanbrengen, zodat hun creaties maandag tijdens de Grote Optocht piekfijn voor de dag komen.
In een zijvertrek van de loods is het Kielegats Carnaval Museum gevestigd, waar vaandels, eremedailles, carnavalsplaten en fotoalbums staan uitgestald. Op deze vijftien vierkante meter wordt de carnavalscultuur bewaard en bewaakt. Dat is hard nodig, vinden conservatoren Rob Thomassen (57) en Frans van den Broek (77), beiden met een roodoranje carnavalssjaal om, omdat de Bredase gebruiken de laatste jaren nog weleens „ondersneeuwen”. Onder meer door de toestroom van Randstedelingen.
Pijnlijk is de toenemende populariteit van après- skimuziek
Een pijnpunt voor het tweetal is bijvoorbeeld de toenemende populariteit van après-skimuziek of „schunnige” nummers als ‘M’n Oma Die Heeft ’n Stoma’. „Dat is simpele muziek om te scoren, geen carnaval”, verzekert Thomassen, terwijl hij in een platenkast rommelt. Zelf hoort hij liever een vierkwartsmaat, zoals in Vader Abrahams lofzang ‘In het Zuiden’. Of de hymne ‘Drink rode wijn’. De mannen zetten resoluut het nummer in.
In aanloop naar het carnaval van 2025 heeft Stichting Kielegat – de vrijwilligersorganisatie die het Bredase carnaval organiseert – een ‘muziekhandvest’ opgesteld, in de hoop dat dj’s vaker muziek van Bredase artiesten en harmonieorkesten draaien. Ook wordt onderzocht of oude carnavalsnummers kunnen worden gemoderniseerd, zodat jongeren daar makkelijker op kunnen dansen.
Lees ook
Het is dé carnavalsstad van Europa – maar wie weet dat buiten Weert?
Pilske
Naast muziek draait carnaval om sociale cohesie. Van den Broek. „Sommige mensen loop je in het dagelijks leven voorbij, maar tijdens carnaval vraag je: Koen, pilske pakken?” De magie van het volksfeest is eigenlijk niet te verklaren, vindt hij. „Het zit vanaf de geboorte al bij ons in het lijf, ons dna, een ander is het niet wijs te maken.” Neem zijn Haarlemse schoonzoon. „Hij doet mee, maar om nou te zeggen: van harte… Soms zie ik ’m bedenkelijk kijken naar het feestgedruis.”
Vorig jaar trok het Bredase carnaval 230.000 bezoekers, vooral op vrijdag en zaterdag was het druk. Driekwart van de vierders komt uit de stad en omliggende dorpen, de rest komt ‘van buiten’ met de trein of (party)bus. „Carnaval is hét visitekaartje van Breda. Uit onze enquête bleek dat 86 procent van de bezoekers van vorig jaar graag weer terugkomt en anderen het feest aanraadt.”
Iedereen denkt dat wij horecaondernemers onze zakken vullen. Die tijd is echt wel voorbij
Om te voorkomen dat feestgangers in de hossende massa’s worden verdrukt, slaat de gemeente flink aan het puzzelen. Waar moeten de frietkarren staan? Wat is een strategische plek voor dixi’s? „Iedereen moet het feest op een plezierige en veilige manier kunnen beleven”, stelt burgemeester Paul Depla (PvdA) op het gemeentehuis.
Een rits aan maatregelen moet de gezelligheid waarborgen. In het stadspark, tussen het stadion en de binnenstad, wordt een plek met drank en muziek opgetuigd, in de hoop dat bezoekers die per trein komen even blijven hangen en niet en masse het centrum intrekken. Andere truc: op overvolle pleinen de muziek zachter zetten, zodat een leger plein verderop aantrekkelijker wordt.
Ook riskeren raddraaiers dit jaar een meerdaags gebiedsverbod. En kledingemblemen met de leus Nie graaje, mar zwaaje! worden in de hele provincie uitgedeeld om straatintimidatie tegen te gaan en bespreekbaar te maken. Verder geldt een glas- en blikverbod om de kans op snijwonden te verkleinen.
Huiswijn
Aan de gevel van bruin café Boerke Verschuren hangt een metershoog spandoek met het Witte Huis en de begeleidende tekst Make Alaaf Great Again: Grab ’em by the pilsie. Op het dak wappert niet de Amerikaanse vlag met vijftig sterren, maar de Bredase vlag met drie andreaskruisen. Onderaan het spandoek staan Bredanaars afgebeeld die protestborden in Trump-stijl vasthouden met leuzen als „No more onesies” en „Close the bridge”, ironische verwijzingen naar de Randstedelingen die weinig moeite stoppen in het verkleden en dus beter geweerd kunnen worden.
De winstmarge van Bredase horecaondernemers tijdens carnaval dreigt te verdampen, stelt Boerke-eigenaar Johan de Vos, die ook voorzitter is van de Bredase afdeling van Koninklijke Horeca Nederland. Na belastingheffingen houdt hij „zeven cent winst” over aan een verkocht biertje, terwijl dat voorheen elf cent was. Intussen stijgen de personeelskosten en dreigt Trump importtarieven in te voeren voor de Europese Unie, verzucht De Vos.
Sommige mensen loop je in het dagelijks leven voorbij, maar tijdens carnaval vraag je: pilske pakken?
In Breda wordt jaarlijks een strijd gevoerd over wie de carnavalsrekening betaalt, zegt De Vos. „Daar word ik doodmoe van. Iedereen denkt dat wij horecaondernemers onze zakken vullen. Die tijd is echt wel voorbij.” De Bredanaar kijkt „met grote jaloezie” naar een gemeente als Den Bosch die volgens hem „zonder gezeik” de kosten op zich neemt voor wc’s, beveiliging en EHBO-posten.
Maar „in Den Bosch financiert de horeca ook onderdelen van het carnaval, die Bredase cafébazen dan weer niet hoeven te betalen”, brengt burgemeester Depla in verweer. Daar zijn meer horecaondernemers die een plein afzetten en zelf voor alles zorg moeten dragen. De carnavalsviering kost de gemeente zeven ton. „In de toekomst moeten we de lusten en lasten verdelen over alle partijen die belang hebben bij een mooi volksfeest, maar die discussie ga ik niet via de krant voeren.”
Als de dalende winstmarge doorzet, voorziet De Vos dat café-eigenaren minder happig worden om voor carnaval hun zaken om te bouwen, aan te kleden en dj’s te boeken. Maar ongeacht hoe het carnaval eruitziet in de toekomst, één element van het feest mag volgens de kroegbaas sowieso nooit verloren gaan: iedereen is vijf dagen elkaars gelijke. „Het maakt niet uit of iemand minister is of Jan de putjesschepper.”
Lees ook
Voor een worst bidt de pastor voor goed weer met carnaval
Je kan op allerlei manieren naar de Nederlandse economie kijken, maar ik zou zeggen: onze economie is een kostbaar cadeau. Dat helaas door achtereenvolgende kabinetten achteloos wordt verkwist.
Neem de economische raming van het Centraal Planbureau deze week. Wéér groeien we harder dan verwacht. Waarom dit keer? Er blijken meer jonge én oude Nederlanders te willen werken dan de CPB-economen hadden ingeschat. Die werkende tieners, twintigers en 65-plussers maken de economie groter en de schatkist voller; ze dragen immers belasting af.
Onze economie is een succesverhaal. De dip tijdens corona was hier minder diep dan in andere Europese landen, het herstel was sneller en sterker. Telkens opnieuw zijn de economische ramingen te somber. Zo brengt de vennootschapsbelasting meer op dan verwacht. Dat is inmiddels zo vaak gebeurd dat het CPB de opbrengst van de winstbelasting vanaf nu maar structureel hoger inschat.
Coronacrisis, energiecrisis, steeds trekken kabinetten de portemonnee om de klap te verzachten. En hup, de economie loopt weer. De werkloosheid is laag, de staatsschuld is laag, het aantal werkenden hoog. Vergelijk dat eens met de kwakkelende Duitse economie.
Er is maar één probleem: het land is te klein. We hebben te veel economie voor één Nederland. De overheid wil meer geld uitgeven dan lukt. Bedrijven lopen tegen grenzen op. We willen meer mest kwijt dan onze bodem aankan. Politieke wensen slaan stuk op een gebrek aan handen en hoofden om ze uit te voeren. Meer bouwen? Een zwaarder stroomnet? Meer defensie? Ja graag! Maar wie doet het? En waar?
Er is kortom meer vraag dan aanbod. En wat gebeurt er dan? Dan stijgen de prijzen. En is alles schaars: ruimte op het stroomnet, huizen, juffen, cellen, artsen, schoonmakers, horecapersoneel. En dan maakt die florerende economie iedereen chagrijnig. Waarom kan mijn kind geen woning vinden? Waarom is alles zo duur?
Iedereen gefrustreerd
Juist deze oververhitte economie lijdt onder het gretige uitgeven van kabinetten. Strooien met geld is olie sprenkelen op een barbecue. Er komt nóg meer vraag bij. Het maakt personeelstekorten erger. Het frustreert iedereen. Bedrijven moeten vergroenen, maar krijgen geen stroomaansluiting. En het maakt dat de rijksten winnen: die kunnen nog wel een huis voor hun kind kopen.
„We hebben een ijzersterke maar oververhitte economie”, zegt hoogleraar Arnoud Boot. „Dus moeten kabinetten de vraag niet onnodig aanwakkeren en de productiviteit van de economie vergroten. Maar in dit spel zit het kabinet aan de verkeerde kant.” Neem bijvoorbeeld de halvering van het eigen risico. „Dat heeft een driedubbel prijskaartje. Het kost uiteraard geld. Het lokt meer vraag naar zorg uit. En het trekt mensen uit andere sectoren naar de zorg. Het kabinet maakt zo het tekort aan personeel nog groter.”
Politieke partijen doken gretig op de begrotingsmeevaller die deze week bekend werd, van zo’n 8 miljard euro. Ze willen lagere belastingen en hogere uitgaven. Want mensen hebben het door de hogere prijzen zwaar. Maar een overheid die meer uitgeeft dan er binnenkomt, zorgt voor meer vraag en jaagt dus de inflatie aan. (Uitzonderingen: geld geven aan Oekraïne of ontwikkelingshulp.) Zo houdt Den Haag die prijzen zèlf dus mede hoog.
Beter zou zijn om te zeggen: wat fijn dat het begrotingstekort een tikje lager uitvalt dan gedacht! Daardoor krijgt de oververhitte economie wat verkoeling. Bovendien stormt het in de wereld, en is het goed om een extra buffer te hebben mocht die handelsoorlog of de militaire breuk met de Verenigde Staten er komen.
Uitdeelkabinetten
We leefden de afgelopen jaren onder uitdeelkabinetten. Terwijl er juist nu nood is aan politici die vertellen dat onze dividenden zijn verdampt: het vredesdividend, het mondialiseringsdividend waarvan Nederland als handelsland profiteerde. Dat van alles dus duurder wordt: zoals onze defensie. En dat dat betekent: of de overheid gaat elders minder uitgeven, of zij gaat meer lenen, of meer belasting heffen.
Juist in deze stormachtige tijd is de Nederlandse economie een kostbaar cadeau. Nu er banen in overvloed zijn, kan je de economie toekomstbestendig maken. Je kunt de landbouw hervormen. Juist nu hoef je niet bang te zijn om bedrijven de maatschappelijke kosten in rekening te brengen die ze veroorzaken, bijvoorbeeld omdat ze leunen op goedkope arbeidsmigranten die nergens kunnen wonen. Of omdat ze veel stikstof en broeikasgas uitstoten.
Maar in plaats daarvan holt Den Haag de toekomstige kracht uit. Ja, er is veel werk, maar heel veel productiever worden we niet. Volgens Boot omdat kabinetten met subsidies, belastingvoordelen en knuffelbeleid bedrijven in leven houden, zoals in de landbouw en de industrie. „Kabinetten leggen een kleffe deken van overheidssteun over de economie, waardoor nieuwe bedrijvigheid geen kans krijgt. In Duitsland zie je wat er gebeurt als het grote bedrijfsleven een overheid in de greep krijgt. De Duitse overheid heeft Volkswagen uit de wind gehouden, net als Deutsche Bank. Zo hou je vernieuwing tegen. En daar heeft de hele Duitse economie nu last van.”
Hoe lang kan je dollen met een diamant voordat ’ie dof wordt? Lang, denkt Boot. „We kunnen er tien jaar een puinhoop van maken voordat we de rekening krijgen: een weinig productieve economie die niet meer de slimsten aantrekt, weinig groeit, die boeren moet uitkopen en veel geld moet besteden aan het compenseren van verliezers. En die zo in een neerwaartse spiraal terechtkomt. Met afbraak van voorzieningen als zorg en onderwijs tot gevolg.”
De zelfverklaard strenge saneerder en minister van Financiën Eelco Heinen (VVD) moet zich na deze week behoorlijk eenzaam voelen. Hij lijkt nog de enige politicus die vasthoudt aan de begrotingsregels. Andere politici, inclusief van zijn eigen VVD, staan klaar met verlanglijstjes.
Dat werd duidelijk nadat het Centraal Planbureau deze week de economische vooruitzichten presenteerde. De ramingen vormen het startschot voor de onderhandelingen voor de Voorjaarsnota. Dat is een update van de begroting van dit jaar, maar vooral de belangrijkste vooruitblik op de volgende jaren.
De belangrijkste bevindingen: het gaat best goed met de economie en de koopkracht van Nederlanders. De armoede neemt af en het begrotingstekort is ook minder groot dan vooraf ingeschat. In absolute getallen ongeveer 8 miljard euro minder. Maar, waarschuwde het CPB ook: dat is géén reden om nu meteen geld uit te geven.
De politieke interpretatie van de economische vooruitzichten hield bij de meesten op bij: er is lucht. Investeren maar!
Ook bij coalitiepartijen. Geert Wilders (PVV) twitterde: „De hoogste tijd voor meer lastenverlichting voor de gewone man en vrouw.” BBB-Kamerlid Henk Vermeer: „Het begrotingstekort werd op 2,5 procent geraamd en blijkt nu 1,8 procent te zijn. Dat scheelt alleen al 7 miljard euro.” Hij wil de „extra financiële ruimte” strategisch investeren in een sterker Nederland, schrijft hij op de website van de BoerBurgerBeweging.
Maar zo simpel dat je kunt spreken van een meevaller van 7 á 8 miljard, is het niet.
Donald Trump
Allereerst is sprake van een fundamentele onzekerheid in de economische vooruitzichten. Het planbureau maakt die vette disclaimer, verwijzend naar president Donald Trump van de Verenigde Staten. Directeur Pieter Hasekamp, afgelopen woensdag: „Als morgen forse tarieven op Europese exporten worden ingevoerd, dan zal dat een negatief effect hebben op de Nederlandse economische groei”. Dat zat maar beperkt in de CPB-modellen, zei hij.
Het was nog geen halve dag uitgesproken door Hasekamp, of Trump kondigde importtarieven aan van 25 procent voor de Europese Unie.
De 8 miljard bestaat bovendien voor een groot deel uit geld dat op de plank blijft liggen, omdat ministeries het geld onder andere vanwege personeelstekorten niet uitgegeven krijgen. De problemen waarvoor dat geld nodig is, zijn echter niet weg. Dat geld moet het kabinet in veel gevallen later alsnog uitgeven, en is dus geen meevaller.
Gerrit Zalm
Het andere grote deel waaruit de 8 miljard bestaat: meer belastinginkomsten dan verwacht, omdat het goed gaat met de economie. Volgens de begrotingsregels, ooit in het leven geroepen door Eelco Heinens voorganger en voorbeeld Gerrit Zalm, moet de minister van Financiën met meevallers aan de inkomstenkant de schuld afbetalen. De onderliggende regel: inkomsten en uitgaven zijn gescheiden. Zodat de minister schulden kan maken als het slecht gaat met de economie, en de schuld afbetaalt als het goed gaat met de economie.
Die wettelijk vastgelegde begrotingsregels schrijven ook voor: bij de formatie wordt vastgelegd hoe inkomsten en uitgaven geregeld zijn voor de volledige regeerperiode. Daar wordt tussentijds in principe niet van afgeweken. De regels dwingen politici te sturen op langere termijn, en niet bij één meevallend tekortcijfer de plannen willen omgooien. Dat brengt rust en voorspelbaar beleid.
De coalitie heeft zich ook gecommiteerd aan deze begrotingsregels in het hoofdlijnenakkoord. Maar in politiek Den Haag hoor je niemand erover. Daar houden partijen rekening met een kabinetsval en een campagne, dit jaar nog. Dan is het prettiger om zo snel mogelijk de kiezer te helpen in de portemonnee.
Illustratief is dat Heinens eigen partij, de VVD, met een voorstel richting de Voorjaarsnota kwam waarmee het de vastgelegde plannen in het hoofdlijnenakkoord openbreekt. VVD, zo maakte het bekend, wilde minder uitgeven aan uitkeringen en ontwikkelingshulp dan in het akkoord afgesproken, om daarmee kinderopvang voor werkenden en de energiebelasting te betalen.
Lage staatsschuld
Wat ook niet helpt, is de historisch lage staatsschuld. Urgentie om de staatsschuld verder af te betalen ontbreekt daardoor, terwijl de coalitie wel voor grote financiële uitdagingen staat. Van defensie tot stikstof en van klimaat tot gemeentefinanciën.
Het maakt Heinens positie bijzonder ingewikkeld. Hij maakte het zijn missie streng te zijn en de uitgaven zo laag mogelijk te houden, ook met het oog op de toekomst. Naar verwachting stijgen de zorg- en sociale zekerheidsuitgaven vanwege de vergrijzing. In de afgelopen jaren, vindt Heinen bovendien, gaven kabinetten onnodig veel uit. Ook wijst hij regelmatig op de begrotingsregels.
Als de minister van Financiën zijn strenge imago waar wil maken, zal hij zijn hand op de knip moeten blijven houden. Terwijl het beeld is dat hij lucht heeft in zijn begroting, en de urgentie gevoeld wordt bij uitgeven.
Wat hebben we dan wél aan ramingen, als het toch allemaal zo onzeker is? Politici, zeggen economen, hebben een gezamenlijke basis nodig waarop ze plannen baseren. Wat zou helpen is een kabinet dat realistische plannen maakt en rekening houdt met de tekorten op de arbeidsmarkt, zeggen ze. Zo wordt voorkomen dat geld op de plank blijft liggen. En dat is beter voor de betrouwbaarheid van economische vooruitzichten.
En ondanks alle mitsen en maren valt uit de vooruitzichten ook te leren over ontwikkelingen op langere termijn. Een belangrijke les uit het rapport van de rekenmeesters: het gaat goed met de economie, doordat meer jonge mensen aan een bijbaantje beginnen en oude mensen langer blijven werken. Dat lijkt een blijvende economische opsteker.