N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reconstructie De Limburgse Miriam en haar twee kinderen waren jarenlang spoorloos. In 2021 belde dochter Floor uit het niets haar oma op, vanuit een dorpje in Oostenrijk: „Mama is ziek. Ze reageert niet meer.”
4 januari 2021
Al die jaren had Floor het briefje met het telefoonnummer bewaard in haar portemonnee. Alleen bellen in geval van nood. Dat was de afspraak. Nu, op een grauwe januari-ochtend, is het zover. Gek dat je zo kalm kunt zijn in een crisissituatie, denkt ze terwijl ze de cijfers intoetst.
„Hallo?”
Ze herkent Trudy’s stem meteen.
„Oma… Mama is ziek. Ze reageert niet meer.”
Even blijft het stil aan de andere kant van de lijn. Achthonderd kilometer verderop schieten er allerlei vragen door het hoofd van de 70-jarige Trudy Keulers. Maar die komen later wel. „Je moet nú 112 bellen, Floor”, zegt ze. „Zorg dat jullie hulp krijgen.”
Tijdens de feestdagen was er nog niets aan de hand. Ze hadden Kerst gevierd zoals altijd: thuis, met z’n drietjes en veel eten. Floor had zich gewaagd aan het maken van een Schwarzwalder Kirschtorte, een klus die uren in beslag nam. Bakken is een van haar favoriete bezigheden. Ze houdt van het sorteren van de ingrediënten in bakjes en potjes, het afwegen, het volgen van een recept. ’s Avonds had ze met haar moeder Miriam en broertje Mees kerstfilms gekeken, zoals The Holiday, in het Duits nagesynchroniseerd. Met Oud en Nieuw waren ze om twaalf uur met een glaasje champagne op het balkon gaan staan. Bibberend proostten ze op het nieuwe jaar.
Ze wonen al meer dan zes jaar in Oostenrijk. Wat begon als een vakantie, is inmiddels een nieuw leven. Ze zijn eraan gewend onopgemerkt te blijven. Nooit heeft Floor het gevoel dat ze op de vlucht zijn. Ja, er zijn afspraken, zo schreeuwen ze elkaars namen niet over straat. Ze houden afstand van de buren – maar in een uitgestorven Tirools dorp als Litzlfelden is dat niet zo moeilijk.
Vijf dagen per week, van half negen ’s ochtends tot drie uur ‘s middags, geeft Miriam Floor en Mees les aan de keukentafel. De stof plukt ze van internet, of uit Duitstalige schoolboeken. In het weekend gaan ze wandelen, winkelen of kijken ze samen Formule 1.
Ze praten vrijwel nooit over het leven dat ze in Limburg achterlieten. Het leven van een doodnormaal gezin met werkende jonge ouders, met kinderfeestjes, vakanties in Center Parcs en balletles. Niet dat het onbespreekbaar is, maar wat heeft het voor zin, vindt Floor, om te mijmeren over vroeger? Voor een zeventienjarige heeft ze best een leuk leven. Ze maken genoeg uitstapjes en de band met haar moeder en broertje voelt duizend keer belangrijker dan de feestjes en vriendinnen die ze door hun isolement mist. Die band is onvoorwaardelijk.
„Ik denk dat ik in bed blijf.” Miriam klaagt nooit, maar deze ochtend moet ze toegeven dat ze zich ellendig voelt. Ze ligt te rillen onder drie dekens. Ze is misselijk en haar hoofd knalt bijna uit elkaar van de pijn.
Floor is bezig in de keuken als ze geschreeuw hoort uit de slaapkamer. Als ze binnen komt stormen, treft ze Mees verstijfd naast het bed. Miriam is wit weggetrokken, haar hoofd hangt opzij. Floor sjort aan haar armen, slaat haar moeder een paar keer in het gezicht. Als dat niets uithaalt, draait ze zich om naar haar broertje. „Mees, we moeten oma bellen.”
In het doodlopende straatje klinken sirenes. De ambulance is er het eerst. Mannen in gele pakken stormen de trappen op en beginnen Miriam in de slaapkamer te reanimeren. Floor kijkt toe hoe de ene na de andere hulpverlener hun krappe appartement binnenkomt. Ze hoort hun stemmen, ziet hun zware laarzen op het beige tapijt. Ze registreert alles maar ze voelt niks – het is alsof een automatische piloot haar heeft overgenomen. Na een uur, of misschien langer, landt er een traumahelikopter op het besneeuwde grasveld bij het huis. Dit is het dan, denkt ze als ze haar moeder op een brancard leggen en via het balkon naar buiten tillen.
6 januari 2021
Historisch. Symbolisch. Bij de opening van het NOS Achtuurjournaal van woensdag 6 januari klinken grote woorden. Die ochtend is in een voormalig distributiecentrum in Brabant de eerste prik tegen het coronavirus gezet. Ondertussen verzamelen zich in Washington duizenden boze Trump-aanhangers. Die avond zullen ze het Capitool bestormen omdat ze de uitslag van de presidentsverkiezingen niet accepteren.
In Valkenburg staart Xander Werres naar de tv. De beelden dringen nauwelijks tot hem door. Pas aan het eind van de journaaluitzending, bij een luchtfoto van het Limburgse plaatsje Wijnandsrade, veert hij op. Er volgt een reportage over een vermissing die na ruim zes jaar is opgelost. Een moeder en twee kinderen – broer en zus, spoorloos sinds ze in 2014 onder toezicht kwamen van jeugdzorg – zijn gevonden in een woning in de Oostenrijkse regio Kitzbühel nadat de plaatselijke politie een telefoontje kreeg over een „medische noodsituatie”.
Xander kan het nog steeds niet helemaal bevatten. Dit gaat over zíjn kinderen. Over Floor en Mees, die hij al meer dan een decennium niet heeft gezien. Hij wist niet eens zeker of ze nog leefden. Tot gistermiddag, toen er twee agenten voor zijn deur verschenen die hem een telefoon overhandigden. Er was iemand die hem wilde spreken. Hij kreeg Bob Willemsen aan de lijn, hoofd van het Limburgse coldcaseteam. „We hebben ze gevonden”, had de rechercheur tot zijn verbijstering gezegd.
Xander kan het nog steeds niet helemaal bevatten. Dit gaat over zíjn kinderen. Over Floor en Mees, die hij al meer dan een decennium niet heeft gezien
Jaarlijks verdwijnen uit Nederland ruim tweehonderd kinderen. In de meeste gevallen is het de moeder die hen na een relatiebreuk zonder toestemming van de andere ouder meeneemt naar het buitenland – net als bij Floor en Mees. Hun zaak kwam in diverse media weer in de belangstelling toen ze in 2021 in Oostenrijk werden gevonden. Hun moeder, Miriam Adriaanse, koos er na een slepend juridisch proces voor om jarenlang buiten het zicht van de instanties te leven. Hoewel uitzonderlijk, is deze casus een voorbeeld van de vele complexe familiekwesties die zowel de jeugdzorg als het rechtssysteem raken.
Om in beeld te brengen hoe zo’n proces kan verlopen en hoe vergaand de gevolgen kunnen zijn, sprak NRC met verschillende betrokkenen. Interviews met Trudy Keulers en Floor Werres, telefonisch en in Oostenrijk, vormden de belangrijkste basis. NRC had inzage in persoonlijke notities en correspondentie, rechtbankstukken en jeugdzorgdossiers. Passages uit dit artikel zijn voorgelegd aan Bureau Jeugdzorg Limburg, het OM en het NFI. Niet alle onderling geuite beschuldigingen zijn onafhankelijk te verifiëren.
29 oktober 2007
Het begon allemaal met een mailtje.
Die „rotcomputer”, schrijft Miriam op een bewolkte maandagmiddag in oktober 2007 aan haar moeder Trudy, is voor de zoveelste keer vastgelopen. „Ik heb geen brander dus we kunnen zelf geen back-up maken. Moet wel spoedig gebeuren, mijns inziens. Doei.”
De computer is essentieel, weet Trudy. De band met haar dochter is innig, ze spreken elkaar meerdere keren per dag. Ze zijn allebei boekhouder en sinds Miriam twee kleine kinderen heeft – Floor is vier, Mees net zes maanden – werkt ze veel vanuit huis. Trudy antwoordt dan ook meteen. „Dit moet opgelost. Eelco zal morgenvroeg langskomen.”
Eelco was rond 2003 via een zijweg in Trudy’s leven verschenen. Hij woonde bij haar broer in de straat. „Met die jongen ís iets”, had Trudy’s broer weleens gezegd. Wie hem beter leerde kennen, zou merken dat er achter de man met de harde stem en het grote postuur iemand schuilging die veel had meegemaakt. Eelco had een bovengemiddelde kennis van bepaalde zaken. Hij kende delen van het Burgerlijk Wetboek uit zijn hoofd en was bijzonder technisch. Auto’s waren zijn specialiteit.
Op een dag, nadat Trudy tegen haar broer had geklaagd dat de Ford Ka van haar dochter telkens afsloeg, had Eelco haar opgebeld.
„Jij hebt hulp nodig.”
„O ja?”
„Ja, ik kom jouw auto maken.”
Toen Eelco een paar dagen later op de stoep stond, klikte er iets. Het was, in de woorden van Trudy, alsof ze elkaars „ellende herkenden”. Trudy kampte al een tijd met onverklaarbare klachten: ze was misselijk, soms dagen achter elkaar. De relatie met haar echtgenoot, met wie ze een belastingadvieskantoor runde, stond op springen. Dat kon Eelco allemaal niet weten. Toch zei hij bij het weggaan: „Jij zit in een lastig parket. Als je ergens hulp bij nodig hebt, dan ben ik er voor je.”
Niet lang daarna liep Trudy’s huwelijk stuk. Eelco wierp zich tijdens de moeizame echtscheiding op als haar beschermer, en al gauw trok hij bij haar in. Het kwam Trudy op scheve blikken uit haar omgeving te staan. Wat moest ze met die rare snuiter, 24 jaar jonger dan zij? Maar ze besloot zich er niets van aan te trekken. Eelco was een voorbijdrijvend stuk hout waaraan ze zich dankbaar vastklampte.
Zoals beloofd rijden ze de dag na de mail over de haperende computer naar Miriams huis in Bocholtz, een dorp vlakbij de Duitse grens op een kwartiertje van hun eigen woonplaats Wijnandsrade. Terwijl Eelco zich over het apparaat buigt, halen Trudy en Miriam samen Floor uit school.
Eelco was verbaasd over de computerproblemen. Hij kent de pc, hij heeft ’m namelijk nog geen jaar eerder zelf in elkaar gezet. Op verzoek van Xander, Miriams man, had hij Windows 98 geïnstalleerd, een tamelijk gedateerd besturingsprogramma. Het kón gewoon niet, mopperde hij, dat zo’n veredelde typmachine het nu al niet meer deed.
„En?” vraagt Trudy als ze terug zijn. „Wat is de diagnose?” Nog voordat ze is uitgesproken, ziet ze aan Eelco’s gezicht dat er iets is. Pas als ze samen in de auto zitten, geeft hij antwoord.
„Over de computer… Ik moet je iets verschrikkelijks vertellen.”
„Hè, wat dan? Je moet me nu niet bang maken.”
„Ik geloof niet dat ik het kan zeggen. Laten we naar huis gaan, dan laat ik het zien.”
Thuis lopen ze meteen door naar Trudy’s werkkamer. Hij wilde, begint Eelco te vertellen, eerst een back-up maken om Miriams werk veilig te stellen maar de computer liep direct al vast – waarschijnlijk een teken dat er iets mis was met de harde schijf. Toen hij die onderzocht, vervolgt hij, kwam hij „containers” tegen. Pakketjes software. „Ze stonden op een verborgen partitie. Daar kom je dus niet zomaar bij.”
Eelco opent een map met foto’s die hij met een digitale camera van het computerscherm heeft gemaakt. Trudy ziet een lijst met bestandsnamen.
Illegal Child Porn
Boy Fucks Girl.mpg
kinder_sex_clip.asf
jung kiddy fuck.mpg
„Eelco, wat ís dit? Waar kijk ik naar?”
Eelco zucht diep. „Die computer is één groot kinderpornomagazijn.”
Die nacht doet Trudy geen oog dicht. Ze weet dat ze haar dochter moet inlichten. Maar hoe moet ze dit vertellen? En wat heeft het te betekenen? Eelco was na het zien van de bestanden behoorlijk in paniek geraakt. Het herinnerde hem aan gebeurtenissen die hij lang had weggestopt – aan zijn jaren in de jeugdzorg, waar hij slachtoffer werd van misbruik en geweld. Hij kénde deze wereld, zei hij tegen Trudy. „Dit soort lieden is tot alles in staat.” Hij maakte zich grote zorgen over de veiligheid van Miriam en de kinderen.
Op zaterdagochtend, na drie dagen piekeren, beseft Trudy dat ze het niet langer kan uitstellen. Ze belt haar dochter. „Kun je naar Wijnandsrade komen?”
Die middag laat ze Miriam in haar werkkamer de door Eelco gemaakte screenshots zien. Jaren later kan Trudy zich haar reactie nog haarscherp herinneren: „Als Xander zich hiermee bezighoudt, ga ik bij hem weg.” Samen besluiten ze die middag het zekere voor het onzekere te nemen. De computer moet naar de politie. Floor en Mees moeten zo snel mogelijk naar een veilige plek.
November 2007
„Mama? Hoe lang blijven we nog bij oma logeren?”
Miriam aait over het hoofd van haar dochter. „Dat weet ik niet, lieverd.”
Sinds ze weg zijn uit Bocholtz wil ze haar kinderen zo dicht mogelijk bij zich hebben. Hoewel er genoeg kamers zijn op Trudy’s bovenverdieping, slapen ze steevast met z’n drieën in het grote bed.
Met haar moeder en Eelco voert Miriam lange gesprekken. Ze kan zich nauwelijks voorstellen, zegt ze, dat haar man achter de kinderporno zit. In 2002 waren ze getrouwd, een sprookjesachtige bruiloft in Toscane. Iets minder dan een jaar later werd Floor geboren. Met de komst van Mees, dit voorjaar, was hun gezin compleet. Maar nu stonden er foto’s op hun computer met bestandsnamen die wijzen op het misbruik van jonge jongetjes. En snuff movies – filmpjes van marteling en moord. Ze begrijpt er niets van. Kon ze het zo mis hebben?
Xander had raar opgekeken toen Trudy hem op maandagmiddag 5 november belde. Ze zei dat Miriam hem later die dag wilde spreken in het Van der Valk Hotel in Heerlen, dat het dringend was. Direct na zijn werk reed hij erheen. In een hoekje van het restaurant zag hij zijn echtgenote en schoonmoeder zitten. Miriam was meteen losgebarsten: hoe kwamen die bestanden op hún huiscomputer? Illegaal, strafbaar materiaal?
Xander stond versteld. „Waar héb je het over?” Strafbaar materiaal? Dat zou hij nooit, nóóit doen. Het moest een misverstand zijn.
Later die week gingen Trudy en Eelco nog een keer bij hem langs. Ze hoopten op uitleg. Dit keer nam Eelco bewijs mee in de vorm van een dik pak papier: een uitdraai van een lijst cookiebestanden, sporen van dubieuze sites die met de computer zouden zijn bezocht. Eelco legde Xander uit wat hij ontdekt had: dat de computer steeds vastliep op grote hoeveelheden porno, 21 gigabyte om precies te zijn. Dat daar „corrupte films” tussen zaten. Materiaal waarvan hij zich „helemaal de pleuris” was geschrokken.
In het gesprek, dat Trudy en Eelco stiekem opnamen, gaf Xander toe dat hij weleens „een beetje had rondgekeken” op internet. Hij had erotische sites bezocht, dingen gedownload, maar met „die illegale zooi”, zweerde hij, had hij echt niets te maken. „Ik ben geen pedofiel, nooit van mijn leven.” Trudy vroeg of hij nog eens goed in zijn geheugen kon graven: op welke sites had hij gezeten? Misschien konden ze hem helpen, zei ze. Misschien konden ze samen aantonen dat er geen sprake van opzet was.
Wat Trudy en Eelco die dag niet zeggen, is dat ze de computer inmiddels bij de politie hebben afgegeven. Een paar dagen eerder heeft Eelco na overleg met Miriam op het bureau in Simpelveld aangifte gedaan van een zedenmisdrijf. Tegen de agent die het proces verbaal opmaakte, verklaarde hij dat hij z’n twijfels heeft over Xander. „Eerlijkheidshalve moet ik u meedelen dat ik deze persoon nooit heb gemogen.” Dit voorval met de computer, zegt Eelco, is misschien wel „de bekende druppel”.
Zomer 2008
Ruim een halfjaar na de ontdekking van de kinderporno is er nauwelijks iets veranderd. Het politieonderzoek heeft niks opgeleverd, Xander houdt vol dat hij geen idee heeft wat er is gebeurd. Miriam vertrouwt hem absoluut niet. De paar keer dat ze afspreken in een café, houdt ze hem nauwlettend in de gaten als hij speelt met Floor en Mees. Nadat Xanders vader een keer onaangekondigd meekomt, tierend dat zijn zoon niks heeft misdaan en dat ze allemaal gek zijn geworden, is voor Miriam de maat vol. Ze staakt de afspraken en dient via haar advocaat een verzoek tot echtscheiding in.
Zoals wel vaker bij een conflict tussen scheidende ouders, vraagt de rechtbank de Raad voor de Kinderbescherming te onderzoeken wat het beste is voor de kinderen. De Raad adviseert het politieonderzoek af te wachten, maar de rechter vindt dat Xander hen mag zien zolang er geen bewijs tegen hem is. Er komt een officiële omgangsregeling: twee keer per week zal hij Floor en Mees ontmoeten in het appartement van Miriams broer in Meerssen. Miriam, Trudy en Eelco spreken af dat ze braaf zullen meewerken. Maar wel op hún manier.
„Kom jongens, tijd om te gaan.”
Miriam loodst Floor en Mees naar de auto. Terwijl ze de kinderen in hun stoeltjes zet, start Trudy de motor. Ze rijden de straat uit, met Eelco vlak achter hen aan.
Dit is hoe ze het nu al een paar weken doen. Zij met z’n vieren in Trudy’s Citroën Picasso, Eelco in zijn rode, gepantserde Xantia. Ervaringen uit het verleden hebben hem geleerd om op zijn hoede te zijn. De veiligheidsmaatregelen in zijn auto – een dashboardcam, rallygordels – komen mooi van pas nu ze er alle drie van overtuigd zijn dat de situatie nog erger is dan gedacht. Nadat de recherche de computer had teruggegeven omdat er niets op was aangetroffen, had Eelco ’m opnieuw doorgespit. Hij vond nog meer dubieuze sporen: transacties op het darkweb, encryptie- en betalingssoftware. Aanwijzingen, vermoedde hij, dat Xander niet alleen kinderporno downloadde maar ook produceerde. De politie had niets met de informatie gedaan.
Dit is hoe ze het nu al een paar weken doen. Zij met z’n vieren in Trudy’s Citroën Picasso, Eelco in zijn rode, gepantserde Xantia
„Eelco? Alles oké daar?”
Trudy is bezorgd. Zoals elke week wacht ze een eindje verderop tot het omgangsmoment is afgelopen. Normaal gesproken belt Eelco haar dan direct om het ‘sein veilig’ te geven. Dit keer duurde het langer dan normaal.
„Eh… Ja. Er is iets gebeurd. Iets waar ik al bang voor was…”
Eelco vertelt dat Xander zojuist, in de Jaguar van zijn vader, „plankgas” heeft gegeven en hem op een haar na heeft gemist.
„Een totale kamikazeactie. Maar het is goed afgelopen. Miriam en de kinderen waren gelukkig nog binnen.”
Thuis besluiten ze aangifte te doen. Eelco heeft alles gefilmd met de dashboardcam. Maar als hij op het bureau komt met de beelden, krijgt hij te horen dat ze niet bruikbaar zijn.
Het incident, zou Trudy later zeggen, zorgde ervoor dat er bij Miriam een zaadje wordt geplant. „Ze voelde zich in de steek gelaten. Het was een teken dat er dingen gebeurden die niet pluis waren. Waarom grepen de instanties niet in?”
Vanaf dan is nog maar één ding belangrijk voor Miriam: hoe krijgt ze haar kinderen in veilig vaarwater?
18 december 2012
Foute boel, ziet Miriam zodra ze de uitspraak van het gerechtshof in Den Bosch begint te lezen.
Hoewel „het bezit van kinderporno als een ernstig strafbaar feit wordt aangemerkt” en „vervolging in beginsel opportuun is”, schrijft het hof, is er „onvoldoende bewijs dat beklaagde zich aan (het downloaden c.q. het bezit van) kinderpornografie schuldig heeft gemaakt”. Het valt bovendien „niet uit te sluiten dat de kinderporno door een ander of anderen op de desktop is geplaatst”.
De klacht die Miriam indiende nadat het OM de zaak tegen Xander in 2009 liet vallen, is afgewezen. De kans dat haar ex-man nu nog vervolgd gaat worden, beseft ze, is nihil.
Trudy, doctor in fiscaalrecht, heeft al haar juridische kennis in de strijd gegooid om Miriam te helpen. Twee maanden eerder heeft ze in de raadkamer namens haar dochter een vurig betoog gehouden. Ze probeerde duidelijk te maken dat de zaak rammelt: de computer is, net als een oude werklaptop van Xander, volgens haar nooit goed onderzocht. Ze vroeg zich af waarom de recherche en de ingeschakelde deskundigen van het Nederlands Forensisch Instituut niet naar Eelco’s „logboeken” hebben gekeken: meermaals hebben ze lange lijsten met data aangeleverd die op verdachte activiteiten zouden wijzen. Waarom is daar niks mee gebeurd?
Het hof schuift Trudy’s argumenten terzijde. Ja, er is inderdaad een aanzienlijke hoeveelheid kinderporno op de computer en de laptop aangetroffen. Maar wie die bestanden gedownload heeft, blijkt onmogelijk vast te stellen. Iederéén die toegang had tot de computers kan erachter zitten, is de conclusie van het NFI. Er zijn aanwijzingen dat de systeemklok van de pc tussen 5 november 2007 en 8 januari 2008 – precies de periode dat-ie tijdelijk in bezit was van Trudy en Eelco – „gemanipuleerd” is. De logboeken bewijzen niets. En wat betreft de laptop: de kinderpornobestanden die daarop zijn gevonden, dateren van voordat Xander ’m kreeg van zijn werkgever. Ook daar kan mee gerommeld zijn. Waar het op neerkomt: meer onderzoek zal niet tot meer duidelijkheid leiden, laat staan tot een veroordeling. Vervolgen heeft geen zin.
Xander vraagt zich vaak af hoe hij in deze nachtmerrie terecht is gekomen
Xander leest de uitspraak met gemengde gevoelens. Het oordeel van het hof voelt als een overwinning, als erkenning van zijn onschuld. Maar wat verandert er nu wezenlijk voor hem?
Met zijn kinderen heeft hij sinds de zomer van 2008 geen contact meer. Het Jaguar-incident is een keerpunt geweest, reden voor Miriam om de omgangsregeling eenzijdig stop te zetten. Wat Xander daarna ook probeerde, iedere poging tot omgang met Floor en Mees werd door zijn ex-vrouw geblokkeerd. Zolang de zaak niet was afgerond, herhaalde ze steeds, zou ze nergens aan meewerken. De opgelegde dwangsom had ze na een tijdje niet meer betaald. Xander stond machteloos. Het had zijn vertrouwen in het rechtssysteem een behoorlijke knauw gegeven.
Hij vraagt zich vaak af hoe hij in deze nachtmerrie terecht is gekomen. De ‘kamikazeactie’ in Meerssen was een verzinsel, op z’n minst zwaar overdreven. Ja, hij had bij het wegrijden even gas gegeven, geremd en gezwaaid toen hij zag dat Eelco hem filmde. Uit frustratie, misschien. Maar hij zou Eelco nooit iets aandoen. Daarmee zou hij zichzelf alleen maar verder in de nesten werken.
Juli 2014
Ze mogen allebei een souvenir uitzoeken. Floor loopt door het krappe winkeltje en kijkt om zich heen. Ze aarzelt. Dan ziet ze de tas. Blauw met gele accenten en vrolijke letters: Austria. Perfect voor haar knutselspullen. „Mag ik deze?” Haar moeder knikt. Floor straalt als ze met haar aanwinst naar buiten stapt. Na de zomer, als ze naar groep 8 gaat, zal ze ’m showen aan al haar vriendinnen.
Het is tot nu toe een heerlijke vakantie. Zwemmen, wandelen, ze mogen bijna iedere dag een ijsje. De heenreis duurde wel behoorlijk lang en het was warm in de trein – zeg maar gerust bloedheet. Op het grote station van München verbaasde ze zich over de drukte: al die mensen, onderweg naar iets. Toen ze in de verte de Tiroler Alpen zag, werd ze overspoeld door fijne herinneringen aan eerdere vakanties.
Twee weken later zal Miriam haar kinderen vertellen dat ze voorlopig niet naar huis gaan. Na de uitspraak van het gerechtshof eind 2012 zat ze voor haar gevoel op een doodlopende weg: nu duidelijk was dat Xander vrijuit ging, zetten de instanties haar klem. In het voorjaar van 2014 was er een nieuw, onverbiddelijk rapport van de Raad voor de Kinderbescherming verschenen: omdat Miriam haar strijd niet „kan en wil” loslaten, schreven de raadsonderzoekers, groeiden Floor en Mees op met een „extreem negatief en ongenuanceerd beeld” van hun vader en werden ze ernstig bedreigd in hun ontwikkeling. Ze moesten onder toezicht van jeugdzorg komen.
„Dat kan ik niet laten gebeuren”, had Miriam vastberaden tegen Trudy gezegd. Bij een ondertoezichtstelling, vreesde ze, had ze straks niets meer over haar kinderen te zeggen. Ze zou hen niet meer kunnen beschermen. Voor haar gevoel had ze geen keuze: ze moest het plan uitvoeren dat ze stilletjes had voorbereid. Ze moest weg. Op een ochtend in juli waren ze in alle vroegte met z’n drietjes naar Oostenrijk vertrokken.
Najaar 2020
Het was begonnen rond haar vijftiende, met een zeurend gevoel onder haar rechterschouder. De pijn was steeds erger geworden, na verloop van tijd hielp zelfs de maximale dosis paracetamol niet meer. In het najaar van 2020 voelt het alsof iemand continu met een mes in haar rug prikt. Slapen lukt alleen nog met een warme kruik en een dubbelgevouwen kussen tegen haar zij.
Toen Floor scheef begon te staan, was wel duidelijk wat er aan de hand was. Miriam had op internet artikelen over scoliose gevonden; een aandoening die vaak opspeelt in de puberteit, waarbij de ruggenwervels langzaam krom groeien en draaien als de treden van een wenteltrap. In lichte vorm goed te behandelen, met fysiotherapie of een speciale brace. In zwaardere gevallen alleen te verhelpen met een operatie.
Op YouTube zijn talloze filmpjes met oefeningen te vinden die scoliosepatiënten moeten helpen aan een betere houding en sterkere rugspieren. Floor doet ze trouw – al twijfelt ze of het helpt. Ze weet dat ze eigenlijk medische hulp nodig heeft, maar naar een dokter gaan is uitgesloten. Dan zou ze zich moeten identificeren, met alle gevolgen van dien. Ze heeft geen geldig paspoort, laat staan een zorgverzekering. Er zit dus maar een ding op: volhouden. Als ze de deur uitgaat, draagt ze wijde kleren. Ze verbijt zich.
Die zomer hebben ze een appartement betrokken in Litzlfelden, een slaperig dorp niet ver van het bekende skigebied Kitzbühel. ‘De grot’, zo noemen ze hun nieuwe, sobere onderkomen. Het is een typische Ferienwohnung, met dikke vloerbedekking en schuine wanden van donker hout.
Floor is het verhuizen inmiddels gewend. Het ís gewoon zo, net als het feit dat ze geen contact heeft met andere kinderen. „Natuurlijk was dat soms een leuke aanvulling geweest, bijvoorbeeld als je nieuwe kleren hebt of zo”, zou ze achteraf zeggen. „Maar je komt in een patroon, en dat is dan je leven.”
Ze is fanatiek aan het schrijven. Als de schooldag erop zit, Mees zich terugtrekt met zijn potloden en Miriam aan de slag gaat met het huishouden, werkt zij aan een boek. Ze is er al sinds haar dertiende mee bezig. Een lijvige psychologische thriller moet het worden, geïnspireerd op het werk van haar literaire helden Karen Slaughter en Jussi Adler-Olsen. Het verhaal gaat over een Londens detectivebureau dat een reeks gruwelijke misdrijven probeert op te lossen. De hoofdpersoon, Max May, worstelt ondertussen met demonen uit zijn verleden.
Miriam, fervent lezer, is haar toegewijde redacteur. Het boek, grapt Floor op een dag nadat ze weer een hoofdstuk heeft afgerond, wordt sowieso een bestseller. „Iedereen gaat het lezen. Ik ga naar Amerika, bij Stephen King op de koffie.” Het doet Miriam in de lach schieten. „Klinkt goed, Floor. Maar zou je niet beginnen bij de Benelux?”
4 januari 2021
Dit is het dan. De traumahelikopter is vertrokken, Miriam is weg. Floor zit in de woonkamer en probeert na te denken. Ze moet een tas pakken voor haarzelf en Mees. Tandenborstel, deo, schone sokken. Labello voor zijn droge lippen. Iets te eten misschien. Als ze de spullen wil gaan verzamelen, neemt een hulpverlener hen apart. De man zegt op ernstige toon dat ze helaas niet zonder begeleiding naar het ziekenhuis in Innsbruck kunnen. „Jullie zijn minderjarig.” Er wordt een opvangplek voor hen gezocht.
Ondertussen rijden Trudy en Eelco met een rotvaart over de Duitse snelweg. Nog geen uur na Floors telefoontje zijn ze naar Oostenrijk vertrokken, ze hebben alleen het hoognodige mee gegrist. De hele rit blijven de laatste woorden van haar kleindochter door Trudy’s hoofd spoken: „Wees maar sterk oma, we zullen je nog lang nodig hebben.”
Het is tegen zes uur ’s ochtends, 5 januari, als ze in Tirol aankomen. Floor en Mees staan hen in de vrieskou op te wachten, samen met twee agenten van de politie Kirchdorf en de buurvrouw bij wie ze de nacht hebben doorgebracht. De agenten, zou Trudy later in dossiers lezen, zijn daar omdat Miriam wordt verdacht van een misdrijf: het onttrekken van minderjarigen aan het wettig gezag. In 2016 heeft de Limburgse rechtbank Miriam het gezag over Floor en Mees ontnomen. Sindsdien ligt er een opsporingsbevel bij Interpol. De Nederlandse autoriteiten willen dat er wordt ingegrepen: de kinderen mogen niet ontsnappen.
De agenten zijn daar omdat Miriam wordt verdacht van een misdrijf: het onttrekken van minderjarigen aan het wettig gezag
„We zijn in Innsbruck, mam. Ze hebben hier een ziekenhuis, wist je dat? Het is niet heel gezellig. Kil, zou ik zeggen. Er zijn dokters, je ligt aan een monitor met slangen en piepjes. Net Grey’s Anatomy.”
Als ze later die dag met z’n allen om het bed zitten, kan Floor niet anders dan hardop tegen haar moeder praten. Ze weet pas een paar uur dat Miriam feitelijk dood is: een ernstige hersenbloeding, had de behandelend arts gezegd. Alleen machines houden haar lichaam nog aan de gang.
De politie heeft hen die ochtend naar de Uniklinik in Innsbruck gereden. Ondanks het opsporingsbevel hebben de agenten Floor, Mees, Trudy en Eelco daar alleen gelaten.
Terwijl ze afscheid nemen, verschijnen in Nederland de eerste berichten in de media. ‘Doorbraak: ontvoerde kinderen uit Wijnandsrade gevonden in Oostenrijk’, kopt de Limburgse streekomroep ZO-NWS. Een dag later zijn ze op het NOS Journaal.
Januari 2021
Al snel na Miriams dood begint het juridisch getouwtrek. Als in de loop van januari duidelijk wordt dat de Oostenrijkse autoriteiten niet van plan zijn Floor en Mees zomaar over te dragen, spant Bureau Jeugdzorg Limburg een rechtszaak aan. Jeugdzorg – formeel de voogd van de kinderen – maakt zich zorgen over een mogelijke gebrekkige ontwikkeling, zo blijkt uit documenten. Over Floor, die in april 18 jaar wordt, hebben ze niet veel meer te zeggen, maar Mees willen ze naar Nederland halen om hem in een instelling te onderzoeken op eventuele trauma’s, en te kijken of het contact met zijn vader kan worden hersteld.
Krankjorum, vinden Trudy en Eelco – Floor en Mees doen het ondanks alle omstandigheden fantastisch, en het laatste wat ze nu nodig hebben is bemoeienis van buitenaf. Jeugdzorg heeft volgens hen niets over de kinderen te zeggen: het besluit om Miriam het gezag te ontnemen zou niet rechtsgeldig zijn want de uitspraak uit 2016 heeft haar nooit bereikt. De Nederlandse instanties, zegt Trudy in de media, hebben haar dochter de dood in gedreven. „Ze wilde alleen haar kinderen beschermen. De stress die dat veroorzaakte, werd haar fataal.”
Ze wilde alleen haar kinderen beschermen
Trudy Keulers oma van Floor en Mees
Ook Xander laat van zich horen. In een brief aan de Oostenrijkse rechter die de voogdijkwestie behandelt, schrijft hij dat hij graag weer met zijn dochter en zoon in contact wil komen maar dat hij allereerst hoopt dat zij „uit hun bubbel” worden gehaald. „Belangrijk is dat ze goede begeleiding krijgen in een veilige omgeving zodat ze langzaam aan weer een juist wereldbeeld krijgen en een beeld van mij krijgen dat overeenkomt met de werkelijkheid.”
Floor heeft het gevoel dat ze in een storm beland is. De begrafenis, haar rug, angst om haar broertje kwijt te raken – alles loopt in de weken na Miriams overlijden dwars door elkaar. Iedereen lijkt zich met hen te willen bemoeien. Kinderfoto’s van haar en Mees verschijnen op internet en oud-klasgenoten voegen haar toe op Instagram, als ramptoeristen. Maar het allerergst vindt ze dat de media haar moeder een kinderontvoerster noemen.
In een live interview op de Limburgse radiozender L1, zet ze het recht.
„Kan ik beginnen?” Ze leest de tekst voor die ze samen met Mees voor de begrafenis heeft geschreven. Iedereen mag weten, zegt ze, hoe lief Miriam was. „De beste knuffelmoeder ter wereld.” Ze vertelt over de vakanties, uitjes en de Happy Meals die ze deelden. Over hoe haar moeder alles op alles zette om hen goed op te leiden. Hoe ze met haar ging winkelen en met Mees naar de sterren en de planeten keek. „We beloven dat we je niet teleur zullen stellen en onze dromen gaan verwerkelijken. We zullen je nooit vergeten.”
2021-2023
Vanaf haar vaste plek aan tafel kan Floor de witte bergtoppen zien. Het was het eerste dat opviel toen ze het appartement bezichtigden: overal ramen, zeeën van licht. In de zomer van 2021 zijn ze met z’n vieren verhuisd naar dit gloednieuwe complex. Zij, Mees, Trudy en Eelco. Het voelde als een nieuw begin.
De rechter in Kitzbühel die in februari hun zaak behandelde, had Mees inspraak gegeven. Wat wilde hij zelf het liefst? In Oostenrijk blijven, antwoordde hij stellig. Na zeven jaar voelde hij zich hier thuis. De uitspraak werd een compromis: Trudy en Eelco mochten voor de kinderen zorgen, de lokale Jugendamt kreeg een jaar lang de voogdij. Wel moest de inmiddels 14-jarige Mees om de week met zijn vader bellen en zo snel mogelijk naar school. Hij was in de zomer van 2021 zonder problemen ingestroomd op het gymnasium.
Floors scoliose was een grote zorg. De knik in haar wervelkolom was inmiddels levensbedreigend. In juli ging ze in Innsbruck onder het mes. Er werd een specialist ingevlogen, met titanium staven en schroeven zette die haar rug weer recht. De maanden daarna volgde een pittige revalidatie.
Ze realiseert zich, zegt ze, dat het ook anders had kunnen aflopen. Ze geniet ervan dat ze nu overal kan gaan en staan en nieuwe mensen kan ontmoeten. Ze begon een online studie psychologie en maakte haar boek af: De vergiffenis van de dood, een pil van 813 pagina’s, is zo goed als af.
Haar vader zag Floor sinds hun ontdekking één keer, via een videoverbinding. Het gesprek in het voorjaar van 2022 ging over alimentatie. Met tegenzin had ze haar camera aangezet. Hoe vond ze het om hem te zien? „Het was zakelijk, niet heel bijzonder. Ik herkende hem nog wel.”
In een café in Maastricht wordt Xander Werres weer emotioneel als hij aan het moment denkt. „Ineens zag ik haar zitten, voor het eerst in elf jaar. Een mooie, jonge vrouw met krullen. Ik heb zitten janken naderhand. Tuurlijk, wat denk je!”
Voor hem hoeft het niet, wéér media-aandacht. Hoewel hij geen behoefte voelt de „familiaire aangelegenheid” op te rakelen, wil hij na enig aandringen toch iets kwijt over zijn kant van het verhaal. „De hele situatie is voor mij nog steeds… Absurd. Hoe makkelijk het is om iemand te beschuldigen. Normaal ben je onschuldig tot het tegendeel is bewezen, maar bij dit soort aanklachten sta je met je rug tegen de muur. Je krijgt voorgoed een stempel.”
Ineens zag ik haar zitten, voor het eerst in elf jaar
Xander Werres vader van Floor en Mees
De afgelopen jaren is hij – zo goed en kwaad als het ging – doorgegaan met leven. Hij kreeg een nieuwe relatie en werkt nog steeds voor hetzelfde telecombedrijf. Floor en Mees zijn nooit uit zijn gedachten geweest. Het doet hem verdriet, zegt hij, dat hij ze nog altijd geen knuffel heeft kunnen geven.
Trudy en Eelco zijn na Miriams overlijden ruim een jaar lang in Tirol gebleven. Pas in maart 2022, als het Limburgse OM hen niet langer verdenkt van medeplichtigheid bij de verdwijning van Floor en Mees, voelen ze zich veilig genoeg om af en toe naar Nederland te reizen.
Hoewel ze inmiddels de voogdij heeft over Mees, is de juridische strijd voor Trudy nog niet gestreden. Ze houdt Bureau Jeugdzorg verantwoordelijk voor alle ellende en heeft hen gedagvaard. Ze hoopt aan te tonen dat haar dochter niks te verwijten viel en dat ze nooit het gezag over haar kinderen had mogen verliezen. Jeugdzorg laat in een reactie weten het daar niet mee eens te zijn: „Moeder heeft zich met het vertrek met de kinderen naar het buitenland onttrokken aan de uitvoering van [een] door de rechter uitgesproken maatregel en aan het gezag van vader. BJZ heeft gehandeld op grond van rechtsgeldige beslissingen.”
Ze zijn, laat Trudy begin 2023 weten, allen op hun eigen manier bezig Miriams dood te verwerken. Tegelijkertijd ziet ze haar kleinkinderen opbloeien: Mees heeft een druk sociaal leven, hij voelt zich meer Oostenrijker dan Nederlander en wil over een paar jaar naar de universiteit. Floor, steeds creatiever, denkt aan een carrière als patissier. Via haar bijbaantjes en opleiding maakte ze het afgelopen jaar nieuwe vrienden.
Na haar laatste bezoek aan Wijnandsrade heeft Trudy oude foto’s meegenomen, van hun Limburgse jeugd. „Ik probeer ze te helpen alles een plek te geven. Ze hebben natuurlijk een klap van jewelste gekregen, maar ik zie ze langzaam wennen aan de wereld. Ze worden steeds meer zichzelf.”
Illustraties: Frann de Bruin