Een lot als zoveelste rechtse ruziepartij, lijkt JA21 voorlopig bespaard te blijven

Reportage

Congres Alle voorstellen uit de kritische brandbrief van JA21-leden zijn zaterdag met een stevige meerderheid aangenomen op het partijcongres.

JA21-prominenten Annabel Nanninga en Joost Eerdmans tijdens het partijcongres in Amersfoort.
JA21-prominenten Annabel Nanninga en Joost Eerdmans tijdens het partijcongres in Amersfoort. Foto Bram Petraeus

„We zijn begonnen in de cockpit van een klein vliegtuigje, en dat is gaan vliegen.” JA21-partijleider Joost Eerdmans staat in de blauwroodverlichte hal van de Prodentfabriek in Amersfoort. Hij spreekt zijn leden toe aan het begin van het partijcongres, waarvan hij dan verwacht dat het best nog eens ongezellig zou kunnen worden.

Zo’n driehonderd man en een paar vrouwen zitten in de zaal, keurig gekleed, stemkastjes gereed. „Het vliegtuigje is steeds sneller gaan vliegen”, zegt Eerdmans. Als de partij niet oppast, waarschuwt hij, kan het zó weer neerstorten.

Wat wil JA21 zijn? De jonge partij ziet voor zichzelf een toekomst als bestuurderspartij. Maar hoe de partij dat bereikt, daarover verschillen de meningen. Volgens kritische leden moet JA21 nu volwassen worden, met een stevige democratische partijstructuur, om niet in handen van een klein clubje te blijven. Aan de andere kant staat het partijbestuur, dat niet te haastig te werk wil gaan uit angst voor een interne strijd, zoals bij voorgangers LPF en FVD gebeurde.

Eind maart liet een groep critici in een brief aan het partijbestuur weten dat hun geduld op is. De boodschap kwam van onder meer senatoren, Europarlementariërs, Statenleden en twee van de drie Tweede Kamerleden. In korte tijd wist de conservatief-liberale partij veel leden aan zich te binden na de oprichting in 2021. Na die bliksemstart is de partij, volgens de critici, de opstartfase nog altijd niet ontgroeid.

„Er mág verschil van mening zijn”, benadrukt de Eerdmans in zijn toespraak. Hij ondertekende de brandbrief niet. Als de leden maar weer bij elkaar komen, want: „Wij moeten dit land uit het slop gaan trekken.” Daar is een serieuze, professionele organisatie voor nodig, weet ook Eerdmans. Maar dat moeten ze wel „zorgvuldig” aanpakken, waarmee hij zegt: het partijvliegtuigje moet niet té snel gaan vliegen.

Verkiezingsposters

De vier voorstellen die de kritische briefschrijvers deden, worden op de ledenvergadering met een brede meerderheid aangenomen. Het bestuur gaat een partijraad instellen, die het gesprek tussen de leden en het bestuur aan de gang moet krijgen. Een aantal prominente leden is bijvoorbeeld bestuurslid en partijmedewerker of gemeenteraadslid én senator. Zulke dubbelfuncties en dubbelmandaten worden afgeschaft binnen de partij. Voor lokale bestuursafdelingen, een wens die voorbijkwam tijdens het congres, vindt het bestuur het nog te vroeg: dat komt volgend jaar.

De boodschap is aangekomen bij het partijbestuur, concluderen kritische leden na de ledenvergadering. Of het bestuur er daadwerkelijk in slaagt de problemen op te lossen, zullen ze bij de volgende ledenvergaderingen ontdekken. Eerst zien, dan geloven, zo klinkt het.

Tot echt onaangename confrontaties kwam het niet tijdens de vergadering. „Er zijn natuurlijk ook sinds het versturen van die brief goede gesprekken gevoerd met het bestuur”, zegt senator Bob van Pareren, brief-ondertekenaar.

Nicki Pouw-Verweij, hoofdauteur van de brief, merkt op dat er nu in elk geval deadlines zijn voor de verbeterplannen: daar zal ze het bestuur aan houden.

Discussie over dubbelmandaat

Het nieuwe verbod op dubbelmandaten leidde al direct tot discussie: Eerste Kamerlijsttrekker Annabel Nanninga blijft fractievoorzitter in de Amsterdamse gemeenteraad. Dat kan niet anders, vindt Nanninga: met haar ervaring en bekendheid ziet ze zich genoodzaakt de posten bezet te houden. Het is tenslotte háár hoofd dat op al die verkiezingsposters heeft gestaan, zo is haar argument. Ze krijgt de volle steun van het bestuur.

Op den duur wil ze de dubbelmandaten natuurlijk wel gaan „uitfaseren”. Ze krijgt luid applaus uit de zaal, in tegenstelling tot bezwaarmakers Gert-Jan Ransijn (voormalig Statenlid in Zeeland) en Ted Dinklo (oud-Statenlid in Utrecht).

Uiteindelijk, zegt Europarlementariër Rob Roos, „gaat het om de vraag: willen we een volwassen ledenpartij worden?” Bij de vorige ledenvergadering is het democratisch tekort van de partij ook al aangekaart, vertelt hij. Daar heeft het bestuur toen niets mee gedaan, en dus kozen de critici ditmaal voor het instrument van de brief. Of het instrument toereikend is geweest, zal blijken bij de volgende ledenvergadering.