N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Het is een vreugde in kranten twee verschillende berichten te lezen die elkaar uitsluiten. De lol bestaat eruit dat jij als lezer wordt teruggeworpen op jezelf, en met een oordeel moet komen. Nee, geen mening, het gaat om het waarschijnlijkheidsgehalte van beide uitspraken. Jij bent nog in pyjama en toch al de officiële scheids.
Afgelopen vrijdag las ik in de Volkskrant een interview met Renze Klamer. Hij zegt: „Klagen over talkshows lijkt me typisch Nederlands – wij zijn sowieso goed in zeuren.” Niet onbelangrijk om te weten: Renze Klamer staat in de startblokken om zelf een nieuwe talkshow te presenteren.
In deze krant stond op dezelfde dag het interview met Jürgen Kaube, socioloog en één van de hoofdredacteuren van de Frankfurter Allgemeine Zeitung. Kaube: „Er zijn veel talkshows die bereidwillig verspreiden dat de samenleving verdeeld is als nooit tevoren, omdat het voor de kijkcijfers beter is.”
Het lijkt wel of Kaube kritiek heeft op talkshows en de hoeveelheid daarvan, en zie, de man is een Duitser. De vluchtroute van het ‘typisch Nederlands’, waardoor Klamer zich kan verheffen uit de kleingeestigheid van zijn vaderland, staat Kaube niet ter beschikking. Kaube hekelt de media, en dan vooral de talkshows, omdat het medium en het genre smeken om uitvergroting van tegenstellingen: die moeten voor kijkcijfers zorgen.
Kaube: „In talkshows wordt vaak de indruk gewekt dat we in een historisch unieke situatie van onenigheid leven.” De vraag is inderdaad of de crises zich rap uitbreiden, of dat wij het crisisbegrip tot het oneindige hebben opgerekt. Leven we in een geheel verdeelde samenleving? De talkshows lijken het te suggereren, de ene kloof na de andere wordt gesignaleerd, en Kaube biedt tegenwicht. Hij is trouwens geen ‘positivo’ om het eens erg Nederlands te zeggen. „De samenleving (…) is verschrikkelijk.”
Maar zijn punt: „Een conflict is voor een samenleving alleen gevaarlijk als er niet ook honderd andere conflicten zijn. Juist omdat we zoveel conflicten hebben, hebben we vrede.”
Ik vind dit een relativerend en toch intelligent gezichtspunt, vooral ook omdat het van een Duitser komt, die weet hoe zijn vaderland meer dan een decennium lang maar één echt conflict kende: tussen Ariërs en Joden. Ook communisten, Roma en gehandicapten konden het voor de kiezen krijgen, maar de jacht op de Joden was hoofdzaak.
Je weet toch altijd te weinig. Ik lees net de schrijnende biografie van Geke van der Wal over Guus Belinfante, de Nederlandse jurist en oud-rector van de UvA. Juist de details blijven nabranden. 1942: „Boodschappen doen: alleen tussen drie en vijf uur bij niet-Joodse winkels. Bezoek aan niet- Joden was niet meer toegestaan.”
Een kloof als een ravijn.