Truls Moregard blaast nog maar eens op zijn batje. Hij stopt zijn shirt in zijn broek, springt een paar keer op en neer. Dit is het dus, de grootste wedstrijd van zijn leven, in hal 4 van de Arena Paris Sud, een loods die is omgebouwd tot een tafeltennisparadijs en nu zoemt van opwinding voor de finale van het olympische mannentoernooi. De Zweed haalt nog eens diep adem en retourneert dan vaardig de service van zijn tegenstander. Het eerste punt is voor hem.
Hij had nog nooit zoveel gehuild in zijn leven als afgelopen week, vertelde de 22-jarige Moregard aan Zweedse media. Als olympisch debutant en nummer 26 van de wereld kwam hij naar Parijs zonder al te veel verwachtingen. In ronde twee wachtte hem immers Wang Chuqin, de Chinese nummer 1 van de wereld en de grote naam van de Chinese ploeg.
Wang was afgelopen dinsdag nog olympisch kampioen in het gemengd dubbel geworden, maar op woensdag gebeurde er iets heel bijzonders: hij verloor. Moregard speelde aanvallend, varieerde met zijn servicespins en aan het eind van de wedstrijd stond het er echt: 4-2 in games voor de Zweed. Voor het eerst sinds 2008 zou er geen Chinese tafeltennisfinale komen op de Spelen.
Herhaling van WK-finale
Moregard kwam in een flow. De achtste finale: 4-1. Kwartfinale: óók 4-1. En in de halve finale won hij met 4-2 van de Braziliaan Hugo Calderano, de nummer zes van de wereld. Alleen al de gedachte aan de olympische finale, vertelde Moregard in Aftonbladet, bezorgde hem vochtige ogen.
Nu is Moregard een groot talent en niet helemaal onbekend op het hoogste niveau. In 2021 haalde hij de WK-finale, waarin hij verloor van de Chinees Fan Zhendong. Uitgerekend hij, de nummer vier van de wereld, is deze zondag ook de tegenstander in Parijs. Fan heeft het hele toernooi nog maar vier games verloren en hij versloeg in de halve finale thuisfavoriet Felix Lebrun met 4-0.
Voor Fan en de Chinezen staat er heel wat op het spel, dit is hún nationale sport. De laatste zeven Olympische Spelen ging het goud zes keer naar een Chinees, ook het zilver trouwens. Alleen in 2004 in Athene versloeg de Zuid-Koreaan Ryu Seung-Min iedereen en in 2000 was er zilver voor de Zweed Jan-Ove Waldner, de olympisch kampioen van 1992.
Roodgekleurde tribunes
In de geest van zijn illustere landgenoot begint Moregard geweldig aan de finale. Met zijn ongewoon gevormde batje, met hoeken in plaats van een ronde vorm, verrast hij Fan een aantal keer door het initiatief in de rally over te nemen. De eerste game gaat naar de Zweed: 11-7.
De tribunes zijn roodgekleurd voor Fan. Ze beginnen nog luider te juichen om hun nationale held te ondersteunen en overstemmen niet alleen het kleine aanwezige contigent Zweden, maar ook de aanwezige Fransen, die een halfuurtje daarvoor nog door het dolle heen waren toen Lebrun brons won.
Fan schakelt een niveautje hoger en wat volgt is een geweldige wedstrijd met eindeloze rally’s door twee spelers die soms meters van de tafel staan om een bal terug te slaan. Dan is Moregard weer in de aanval, dan neemt Fan het weer van hem over. De Chinees pakt de tweede set (11-9) en ook de derde (11-9). Hij slaakt een vreugdekreet.
Voor het eerst staat Moregard achter. Hij begint wat op zichzelf te mopperen. Nu is het Fan die hem een aantal keer weet te verrassen en de Zweed maakt foutjes die hij zich niet kan veroorloven. De Chinees loopt snel uit en bouwt, ondanks een comeback van Moregard, zijn voorsprong verder uit: 3-1 in games, in een best-of-seven.
Zhendong Fan was in de olympische finale de hoop van China.Foto Stephanie Lecocq/Reuters
Time-out
Als Moregard ook de drie eerste punten van de vijfde game verliest, vraagt zijn coach een time-out aan. Voorafgaand aan de finale had de Zweedse coach gezegd dat het belangrijkste is dat je tegen Chinezen moet geloven dat je kunt winnen. Anders is er geen beginnen aan. Maar bij zijn pupil is er mentaal iets geknakt, het lichtvoetige is verdwenen. Bovendien is Fan nóg beter gaan spelen. Moregard maakt nog een waanzinnig punt, een hoge bal met zoveel effect dat het Fan verrast en hij er niet bij kan, maar de Chinees verzilvert zijn zesde matchpoint.
Fan’s reactie is onderkoeld: met zijn armen over elkaar neemt hij het gejuich in zich op. Moregard doet zijn hoofddoek over zijn hoofd. Het heeft niet zo mogen zijn, zegt hij na afloop. „Met de manier waarop ik speelde, kan ik niet boos zijn dat ik niet heb gewonnen. Ik heb mijn beste spel laten zien en Fan was gewoon beter.” Hij kan terugkijken op een ongelooflijke week, zegt Moregard. „Met mijn loting zou een zilveren medaille onmogelijk moeten zijn. Dus ik ben supertrots.”
Intussen wordt Fan door zijn coach in de lucht getild en maken ze samen een vreugdedansje. Op de tribune pinken Chinese fans een traantje weg. De Chinezen hebben waarvoor ze kwamen: goud. Hun dominantie in het tafeltennis is weer bestendigd, de nationale trots gered.
Met een geweer in zijn rechterhand geklemd, loopt een man met zonnebril maandagavond op de ingang van een wolkenkrabber in Manhattan af. Na binnenkomst schiet hij op een agent, bewaker en vrouw in de lobby. Op de 33ste etage haalt hij nogmaals de trekker over. Een andere, tegemoetkomende vrouw spaart hij wel. Dan lost hij voor de vijfde keer een dodelijk schot, ditmaal gericht op zijn eigen borst. Eén man met schotwonden ligt nog in kritieke toestand in het ziekenhuis.
De 27-jarige Shane Tamura uit Las Vegas was eigenlijk onderweg naar de etages waar de NFL kantoor houdt, maar „leek op de verkeerde verdieping te zijn beland”, zei de New Yorkse burgemeester Eric Adams in het ontbijtprogramma Good Day New York.
In Tamura’s zwarte BMW, die dubbel geparkeerd stond op Park Avenue, troffen agenten onder meer een geweerkoffer en medicatie aan. De schutter had een wapenvergunning in Nevada en een „gedocumenteerde medische voorgeschiedenis”, stelt de politie.
Volgens de politie heeft Tamura op de plaats delict een briefje achtergelaten waarin hij zijn frustratie botviert op de mogelijke oorzaak van zijn psychische problemen: de hersenziekte chronische traumatische encefalopathie (CTE), mogelijk opgelopen door het spelen van American football. Tamura beoefende die sport in ieder geval tijdens zijn middelbareschoolcarrière in Los Angeles, liet oud-teamgenoot Mason Thomas aan The New York Times weten.
Depressie
Daarmee laait een oude discussie, over het verband tussen hersenschade en American football, opnieuw op. Circa een derde van bijna tweeduizend ondervraagde oud-NFL-spelers denkt CTE te hebben overgehouden aan de populaire Amerikaanse sport, bleek uit vorig jaar gepubliceerd onderzoek van Mass General Brigham, het universitair ziekenhuis gelieerd aan de Harvard Medical School. De hersenziekte kan ontstaan bij sporters die herhaaldelijk hoofdletsel opliepen, met eventueel steeds ernstigere denkproblemen en een kort lontje tot gevolg.
Volgens de Amerikaanse onderzoekers kampten respondenten die dachten CTE te hebben significant vaker met een laag testosterongehalte, depressie, hoofdpijn en chronische pijn in vergelijking met zorgelozere oud-NFL-spelers. En ongeveer 25 procent van de ondervraagden die denkt te lijden aan CTE heeft zelfmoordneigingen, tegenover 5 procent van de respondenten die geen CTE-klachten heeft.
Zelfs als respondenten mét en zonder vrees voor CTE even depressief waren, had de eerste groep nog steeds twee keer zoveel kans om frequent aan zelfdoding of -verwonding te denken, schrijven de onderzoekers. Op basis van die bevinding concluderen de onderzoekers dat „sommige zelfmoordneigingen kunnen voortkomen uit de aanname dat de oud-NFL-speler lijdt aan een onbehandelbare neurologische ziekte in plaats van een depressie”. Overigens hoeft de vrees voor een vorm van CTE niet ongegrond te zijn, nuanceren de onderzoekers.
Head, Neck and Spine Committee
Zorgen over hersenschade bij NFL-spelers zijn allerminst nieuw. Omdat spelers serieus gehavend het veld verlieten, richtte de bond in de jaren negentig een commissie op die zich bezighield met hersenletsel bij professionals. Inmiddels draagt dit preventieorgaan de naam NFL Head, Neck and Spine Committee. Op basis van adviezen van experts werden de spelregels sinds 2002 meermaals aangepast, blijkt uit een lange tijdlijn van de NFL.
Zo verbood de NFL vorig jaar de swivel hip-drop-tackle. Bij deze actie grijpt een speler de runner (die de bal vastheeft) bij diens middel, terwijl hij een tackle poogt in te zetten. Om daarna met vol gewicht op de benen van de tegenstander te leunen.
Ondanks de wijzigingen zijn Amerikaanse hersenwetenschappers, zoals die van de Boston University, nog niet onder de indruk, bleek vorig jaar uit een interview met academici in Bostons universiteitsblad The Brink. Zo wordt de hersenziekte CTE niet veroorzaakt door geïsoleerde incidenten, maar kleinere, herhaalde klappen op het hoofd die zich in de loop van maanden en jaren opstapelen, stellen zij. Daarbij gelden de preventieve maatregelen enkel op het hoogste niveau.
„Wat we missen is dat dit ook doorsijpelt naar de universiteit, de middelbare school en de jeugdcompetities”, vertelde universitair hoofddocent neurologie Michael Alosco aan het universiteitsblad. „Zij hebben geen toegang tot speciale helmen die NFL-spelers gebruiken en de middelen van de NFL. Dat is waar de meeste mensen football spelen, op middelbare schoolniveau, en dat is waar de grootste zorg voor de volksgezondheid ligt.”
(Praten over zelfdoding kan bij de landelijke hulplijn 113 Zelfmoordpreventie. Telefoon 0800-0113 of www.113.nl.)
Lees ook
Kopballen verbieden: spelersvakbond is voor, sportartsen nog niet
De begrotingswet van president Donald Trump leidt tot hogere economische groei in de Verenigde Staten, maar het land moet rekening houden met oplopende inflatie en hogere begrotingstekorten. Grote klappen voor de wereldeconomie als gevolg van Trumps handelsbeleid blijven vooralsnog uit.
Lees ook
Lees ook: Industrie weet nog nauwelijks waar ze aan toe is na handelsdeal
Dit blijkt uit een raming die het Internationaal Monetair Fonds (IMF) dinsdag heeft gepubliceerd. Het gaat om een update van de World Economic Outlook, het halfjaarlijkse rapport over de wereldeconomie dat in april is verschenen.
De recent aangenomen begrotingswet van Trump, met daarin belastingverlagingen (voor met name de rijken) en bezuinigingen, verhoogt de bbp-groei, verwacht het IMF. Dit komt met name door verwachte hogere investeringen door bedrijven, die profiteren van belastingvoordelen in de wet. Het Fonds verhoogt de groeiramingen voor de Amerikaanse economie voor dit en volgend jaar, respectievelijk van 1,8 naar 1,9 procent en van 1,7 naar 2 procent. Ook daarna kan Trumps belastingwet de Amerikaanse groei bevorderen, denkt het Fonds.
Overigens blijven de ramingen van het IMF voor de VS nog steeds láger dan ze waren voordat Trump terugkeerde in het Witte Huis. Zijn invoerheffingen remmen de groei af; ze jagen Amerikaanse bedrijven en consumenten op kosten, verwacht het IMF: „De heffingen […] werken naar verwachting geleidelijk door in de consumentenprijzen en zullen in de tweede helft van 2025 de inflatie beïnvloeden.”
In juni was de Amerikaanse inflatie 2,7 procent op jaarbasis – hoger dan de 2,4 procent van mei. Voor een belangrijk deel kwam dit door duurdere import, onder meer van speelgoed, kleding en interieurartikelen. Winkelketens als Walmart kondigden in mei al aan dat ze hun prijzen zouden verhogen als gevolg van de importheffingen.
De inflatie in de VS, schrijft het IMF, zal „boven het doelniveau blijven”. De Federal Reserve, de Amerikaanse centrale bank, streeft naar 2 procent. De Fed staat onder zware druk vanuit het Witte Huis om, ondanks het aanzienlijke inflatierisico, de rente te verlagen. Woensdag houdt het Fed-bestuur een rentevergadering. Pierre-Olivier Gourinchas, hoofdeconoom van het IMF, hamerde in een persconferentie op het belang van de onafhankelijkheid van centrale banken.
Onzekerheid
Trumps begrotingswet maakt de Amerikaanse staatsfinanciën er niet beter op. De wet „draagt bij aan de onzekerheid” over de houdbaarheid daarvan, meent het Fonds. Het door het IMF geraamde Amerikaanse begrotingstekort in 2026 loopt door de wet op van 5,5 naar 7 procent. Dit gat wordt voor rond de helft goedgemaakt door extra inkomsten uit Trumps invoerheffingen, tekent het Fonds daarbij aan. Een soortgelijk beeld zal voor de komende jaren gelden. Volgens recent onderzoek van de Yale-universiteit dreigt de Amerikaanse staatsschuld door Trumps begrotingsbeleid te exploderen: van rond de 122 procent van het bbp nu naar 186 procent in 2055.
De rest van de wereldeconomie voelt het Trump-effect eveneens. De handelsspanningen en de onzekerheid die daaruit voortvloeit, trekken een wissel op investeringen en consumptie. In zijn januari-raming (de laatste pre-Trump) verwachtte het IMF nog dat de wereldeconomie dit jaar met 3,2 procent zou groeien. Dat cijfer werd in april fors verlaagd, naar 2,8 procent. Nu wordt die raming weer wat opgehoogd, naar 3 procent, maar dit komt volgens het IMF vooral doordat bedrijven in het eerste kwartaal anticipeerden op een handelsoorlog. „Er was een opleving in export vanuit Europa en Azië naar de VS, om de heffingen voor te zijn”, zei Gourinchas.
Ook sloten diverse economieën handelsdeals met de Amerikanen, maar die kunnen ook weer „uit elkaar vallen”, zei Gourinchas. Hij benadrukte de enorme onzekerheid waarmee de jongste raming is omgeven. Een opwaardering van de groeiprognose van China (van 4 naar 4,8 procent in 2025) komt bijvoorbeeld goeddeels door het bestand in de handelsoorlog tussen de VS en China, dat over een paar dagen afloopt.
Naar historische begrippen is 3 procent groei voor de wereldeconomie sowieso laag. De gemiddelde jaarlijkse groei in de periode 2000–2019 was 3,7 procent.
De economie van de eurozone blijft mager presteren. Het IMF verhoogde zijn groeiverwachting voor dit jaar iets, van 0,8 naar 1 procent. Volgend jaar voorziet het Fonds 1,2 procent groei in de eurozone. India stoomt door met 6,4 procent groei.
Vaccinatie tegen mazelen: verplicht in elf Europese lidstaten. Vaccinatie tegen polio: verplicht in twaalf lidstaten. Kinkhoest: in tien lidstaten. Verplichte vaccinaties in Nederland: nul.
In het Nederlandse rijksvaccinatieprogramma zijn dertien besmettelijke ziektes opgenomen, waartegen ouders hun kinderen op vrijwillige basis kunnen laten inenten. Meteen vanaf de invoering in 1957 is de vaccinatiegraad in Nederland altijd relatief hoog geweest, vertelt Jeanne Marie Hament, manager van het rijksvaccinatieprogramma bij het RIVM. „Mensen waren heel blij dat er iets was tegen vreselijke ziektes als polio en tetanus.” Maar sinds een jaar of tien daalt de vaccinatiegraad.
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) adviseert een vaccinatiedekking van 90 procent (voor DKT, difterie, kinkhoest en tetanus) tot 95 procent (voor mazelen) voor voldoende groepsimmuniteit. Vorig jaar haalde meer dan de helft van de landen in de Europese regio (53 landen in Europa en Centraal Azië) die dekking niet voor BMR (bof, mazelen en rodehond) en/of DKT. Dat is ook zo in Nederland: de geregistreerde vaccinatiegraad voor DKTP (DKT en polio) was in maart dit jaar 88,5 procent en voor BMR 88,8 procent.
Mazelen is een extreem besmettelijke ziekte, die in uitzonderlijke gevallen dodelijk kan zijn en waartegen geen medicijnen zijn. Baby’s kunnen er op z’n vroegst pas tegen worden ingeënt als ze 1 jaar zijn. In Europa waren er in 2024 ruim 125.000 gevallen, meer dan in de 25 jaar daarvoor, constateerde de WHO in maart. In Nederland werden vorig jaar 205 meldingen van mazelen gedaan, dit jaar tot half juli al 488, blijkt uit de meest actuele cijfers van het RIVM. Het gaat om losse gevallen en kleine clusters, er is geen sprake van een landelijke uitbraak.
Ook kinkhoest is bezig aan een ‘opmars’: bijna 300.000 mensen in Europa kregen die ziekte in 2024, meer dan een verdrievoudiging ten opzichte van 2023. „Dit zijn niet zomaar cijfers, het zijn honderdduizenden gezinnen die in angst zitten omdat hun kinderen ziek zijn, en dat had voorkomen kunnen worden”, aldus Hans Kluge, regiodirecteur Europa van de WHO. In Nederland is het aantal meldingen van kinkhoest nu relatief laag, vorig jaar werden ruim 18.000 gevallen gemeld en overleden acht mensen aan de ziekte, onder wie vijf baby’s.
Lees ook
Hoe gevaarlijk is kinkhoest? Hoe herken je de mazelen? Deze en zes andere vragen over twee ‘vergeten’ ziektes
Vrijwel simultaan met de daling van de vaccinatiegraad klinkt de roep om het invoeren van een vaccinatieplicht in Nederland. Zo’n verplichting geldt op dit moment in dertien lidstaten van de Europese Unie, variërend van één verplichte vaccinatie (in België voor polio, in Duitsland voor mazelen) tot rond de tien of zelfs vijftien verplichte vaccinaties (in Letland). Al betekent dit niet dat onder dwang een prik in iemands arm wordt gezet.
De roep om verplichte vaccinatie is zo mákkelijk
Juridisch geen bezwaar
In 2021 behandelde het Europese Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg een zaak van enkele Tsjechische ouders, die de boete aanvochten die ze kregen omdat hun kinderen niet gevaccineerd waren. Het Hof oordeelde dat die vaccinatieplicht weliswaar een inmenging is op het recht op privéleven (artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens). Maar die is in dit geval geoorloofd omdat die een legitiem doel dient: het beschermen van anderen en de volksgezondheid.
Dat betekent dat er juridisch gezien geen bezwaar zou zijn om een vaccinatieplicht invoeren, zegt Martin Buijsen, hoogleraar gezondheidsrecht aan de Erasmus School of Law. „Het hof heeft dus gezegd: verplichte vaccinatie mag. Daar zou Nederland ook toe kunnen overgaan, dat is het probleem niet.” Maar, verzucht hij, „de roep om verplichte vaccinatie is zo mákkelijk.” Veel landen met een vaccinatieplicht hebben daar al een lange traditie in, stelt Buijsen, „die komt vaak nog uit de communistische tijd”.
Voor de invoering van een vaccinatieplicht is wetgeving alleen niet voldoende, waarschuwt Buijsen. „Als je wilt verplichten, moet je ook goed handhaven. Er moeten genoeg vaccins beschikbaar zijn, voldoende personeel om die te zetten en over het beleid moet goed gecommuniceerd worden met de doelgroep. Wil je werkelijk een hogere vaccinatiegraad bereiken, dan komt daar veel meer bij kijken.”
Er bestaan binnen de EU verschillende vormen van verplichting en handhaving. In sommige landen mag geweigerd worden op religieuze gronden en soms vanwege gewetensbezwaren. Vaak wordt volgens Buijsen „niet goed gemonitord en is de handhaving niet optimaal”.
Hoge boetes in Hongarije
In Letland bijvoorbeeld zijn vrijwel alle vaccinaties verplicht, maar er staat geen sanctie op weigeren. Buijsen: „Er komt alleen een arts langs die om een handtekening vraagt en misschien nog wat informatie verstrekt over de voordelen van vaccinatie. En daar blijft het bij.” Hongarije (twaalf van de veertien vaccinaties verplicht) kent juist relatief hoge boetes. In beide landen is de vaccinatiegraad voor mazelen hoog: tussen 98 en ruim 99 procent.
Volgens een studie uit 2024 over vaccinatieplicht in Europa, gepubliceerd in Vaccines, hebben landen met een vaccinatieplicht over het algemeen een hogere vaccinatiegraad dan landen die vaccinaties alleen aanbevelen. De invoering of uitbreiding van een vaccinatieplicht kan ervoor zorgen dat de vaccinatiegraad stijgt, zoals bijvoorbeeld in 2017 gebeurde in Frankrijk en Italië.
In België is alleen een poliovaccinatie verplicht; alle baby’s moeten die gekregen hebben voor ze achttien maanden zijn. In Duitsland is sinds 2020 mazelenvaccinatie verplicht voor kinderen vanaf 1 jaar die naar het kinderdagverblijf gaan.
Afbreuk aan vertrouwen
In Nederland willen VVD en D66 een wetsvoorstel indienen waarin bepaald wordt dat ongevaccineerde kinderen geen toegang krijgen tot kinderopvang als de vaccinatiegraad onder de „kritische grens” van 92 procent komt. De Tweede Kamer heeft hierover nog niet gedebatteerd. Een eerder, vergelijkbaar voorstel van D66 is in 2022, tijdens de coronacrisis, afgewezen in de Eerste Kamer.
Volgens hoogleraar Buijsen kunnen Nederlandse kinderdagverblijven niet-gevaccineerde kinderen al weigeren. „Dat is weinig bekend, maar dat mag gewoon. Daar mag de overheid ze wel meer op wijzen”, vindt hij. Dat geldt niet voor (basis)scholen: het recht op onderwijs voorkomt dat scholen een verplichte vaccinatie mogen vragen.
Hament van het RIVM twijfelt of er voor het verplicht stellen van vaccinaties voor toegang tot de kinderopvang in Nederland een voedingsbodem is. „De vraag is of het past bij onze vrije samenleving.” Bovendien denkt zij dat het voorstel weinig toegevoegde waarde heeft. „De vaccinatiegraad onder kinderen die naar de opvang gaan ligt al boven de 90 procent, blijkt uit recent onderzoek van het RIVM. Je bereikt er dus niet de groep mee die nu al niet naar de kinderopvang gaat en een lagere vaccinatiegraad heeft; je lost het probleem er waarschijnlijk niet mee op.”
Buijsen denkt dat een vaccinatieplicht in Nederland averechts zou werken: „Het invoeren van verplichte vaccinatie doet ook afbreuk aan het vertrouwen van mensen in instituties en in vaccins.”
Het afnemende vertrouwen in de overheid onder sommige bevolkingsgroepen is een van de belangrijkste oorzaken voor de daling van de vaccinatiegraad. „We zagen dat al vóór covid, vanaf 2012, 2013 zette een daling in”, zegt Hament. „Er spelen mogelijk andere dingen mee, zoals de Toeslagenaffaire en Nederlandse politici die uitspraken doen over bepaalde bevolkingsgroepen. Terwijl we weten dat vertrouwen in de overheid een belangrijke rol speelt bij de keuze om te vaccineren. Dat zie je bijvoorbeeld ook in Engeland en Vlaanderen.”
Buijsen vindt dat de overheid vooral goede voorlichting moet geven. „Er wordt gezegd dat er sprake is van vaccine hesitancy door sociale media, dat is tot op zekere hoogte zo. Maar een veel grotere groep, die traditioneel gezien moeilijk bereikt wordt in de gezondheidszorg, is de groep mensen met een lagere sociaal-economische status.”
Vaccinatie is slachtoffer van haar eigen succes
Vaccinatieparadox
De vaccinatiegraad daalde in Nederland de afgelopen jaren het sterkst onder kinderen met een biculturele, met name Turkse of Marokkaanse, afkomst. Daardoor groeit, naast de Biblebelt waar veel orthodox-protestanten hun kinderen niet laten vaccineren, ook in de grote steden de kans op een uitbraak. Clusters van mazelen werden verder opvallend veel gezien op antroposofische scholen. Zeker sinds de coronapandemie is er daarnaast een luidruchtige groep hoogopgeleide, conservatieve ouders, ook wel ‘welness-rechts’ genoemd, die kritisch zijn over vaccineren.
Lees ook
‘Wellness-rechts’, mensen met prikangst en religieuzen: groep van ongevaccineerden wordt steeds diverser
Vaccinatie is slachtoffer van haar eigen succes, zei Regina De Dominicis, regionaal directeur van Unicef voor Europa en Centraal Azië, eerder deze maand. „De huidige generatie heeft niet de verwoestende impact gezien van ziektes die door vaccinatie te voorkomen zijn – dat leidt tot zelfgenoegzaamheid en is een voedingsbodem voor het verspreiden van desinformatie.”
Dat merkt ook het RIVM. „We horen vanuit de gezondheidszorg dat mensen in de spreekkamers zeggen bang te zijn voor autisme of dat vaccinatie niet goed zou zijn voor de afweer.” Voor die aannames is geen bewijs. Er is sprake van een vaccinatieparadox, zegt Hament. „We kunnen ons nu niets meer voorstellen bij de heel ernstige ziektebeelden die horen bij ziektes als polio en tetanus. En dat is misschien juist onderdeel van het probleem.”
Pleisters na vaccinatie. Foto’s Getty Images, bewerking NRC
Het RIVM werkt met partners aan een wijkgerichte aanpak, onder meer voor voorlichting van bevolkingsgroepen die voor de gezondheidszorg moeilijk te bereiken zijn. „Er zijn veel dingen gaande in de steden. Maar het gaat met kleine stapjes.”
Want het is moeilijk verloren vertrouwen terug te winnen, geeft Hament toe. „De mens is meer dan alleen de kennis in je hoofd. Van belang is ook gevoel, hoe je bent opgevoed, wie je om je heen hebt. Twijfel, daar komt veel gevoel en angst bij kijken. Dat kan je vaak niet met logische argumenten alleen wegnemen.”