N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Onweerstaanbaar Jos Holtkamp (76) is consultant in de creatieve sector en verzamelt al zestig jaar vazen. Of een vaas mooi of lelijk is interesseert hem niet. „Dat criterium verveelt snel.”
Jos Holtkamp was zestien toen hij van zijn moeder zijn eerste vaas kreeg: een handgemaakte van de Nederlandse kunstenaar en keramist Hanna Mobach. „Dit trekt mij, dacht ik meteen. Ik etaleerde als bijbaan en was erg gevoelig voor kleuren en materialen. Vrij snel daarna heb ik voor het eerst zelf een vaas gekocht.”
Inmiddels heeft hij een verzameling van zo’n 250 vazen. Pakweg vijftig exemplaren zijn uitgestald in het Amsterdamse appartement dat hij met zijn vriend deelt. De rest staat beneden in de opslag.
Op de foto zijn zijn nieuwste aanwinsten te zien. „Allemaal van de Franse broertjes Ronan en Erwan Bouroullec. Hun werk is een geweldige combinatie van ambachtelijkheid en industriële productie. Poëzie in steengoed noem ik het. En je kunt er ook gewoon uitstekend bloemen in zetten.”
Of een vaas mooi of lelijk is interesseert hem niet. „Dat criterium verveelt snel. Ik word liever geprikkeld, ontroerd of in verwarring gebracht door uitzonderlijk materiaalgebruik, kleurencombinaties of bijvoorbeeld de geschiedkundige betekenis van een vaas. Als ik ergens binnenkom zie ik in één oogopslag wat ik goed vind.” Elk jaar koopt hij vier à vijf nieuwe vazen.
Dierbaar zijn de vijftien stenen vazen van de Nederlander Jan van der Vaart, die in zijn werkkamer staan.
Een goede vaas weerspiegelt de tijdgeest, volgens Holtkamp. „Ik ben groot fan van Hella Jongerius, die met haar imperfecte, ogenschijnlijk B-kwaliteit vazen meedogenloos commentaar levert op de bloedeloze massaproductie van nu. Of neem nou Pueblo-keramiek, dat tussen 1050 en 1300 in New Mexico gemaakt werd door inheemse vrouwen. Dat vertelt veel over het leven uit die tijd. Er is nu een enorme tentoonstelling over in het Metropolitan Museum of Art in New York. Daar móét ik heen.”
Dierbaar zijn de vijftien stenen vazen van de Nederlander Jan van der Vaart, die in zijn werkkamer staan. „Van der Vaart doorbrak het oubollige karakter van de naoorlogse pottenbakkerij. Zijn vazen lijken op wiskundige modellen, schijnbaar eenvoudig maar zeer ingenieus in elkaar gezet. Je hoort de hersenen van Van der Vaart kraken als je naar deze vazen kijkt.”
Om buitenlandse logés iets Nederlands mee te geven „zonder ze te confronteren met klompen en kaas” staan in de logeerkamer uitsluitend vazen van hedendaagse Nederlandse ontwerpers als Babs Haenen, Ineke Hans, MVRDV en Aldo Bakker.
Tot Holtkamps spijt (nog) geen onderdeel van zijn verzameling zijn de vazen van de Britse kunstenaar Grayson Perry. „Niet erg esthetisch, maar de uitbundige decoratie is een soort stripverhaal met provocatieve, politieke en LHBTQI+ thematiek. Ongelooflijk fantastisch, maar helaas onbetaalbaar.”