Een galerie van minder dan een vierkante meter, waar al bijna 1200 kunstenaars geëxposeerd hebben

Klein in afmetingen, maar groot in bereik. Zo is galerie De Aanschouw te karakteriseren. De expositieruimte in Rotterdam is nog geen vierkante meter groot – 127,8 bij 67 centimeter om precies te zijn. Maar sinds de zomer van 2001 trakteerde de mini-galerie, een vitrine aan de gevel van café De Schouw in de drukke Witte de Withstraat, dagelijks duizenden passanten op kunst. Week in week uit exposeerden ruim 1.100 verschillende professionele kunstenaars in de gevelkast.

„Het beste onafhankelijke duurzame kunstinitiatief van Nederland” – zo prijst Sjarel Ex de galerie. Dat doet de voormalig directeur van museum Boijmans in de inleiding van het boek dat kunstjournalist Edo Dijksterhuis over De Aanschouw schreef. Deze monografie is met 1.280 bladzijden een kunstwerkje op zich. Dijksterhuis beschrijft niet alleen minutieus de vrolijkmakende geschiedenis van de galerie, het boek bevat ook foto’s van alle 1.138, tot eind juli gehouden exposities.

Iedere week ‘openingsavond’

Voor de vitrine een kunstgalerietje werd, hingen er lange tijd dagelijks verse kranten. Met zeven krantenredacties was de Witte de Withstraat tot begin jaren zeventig de Rotterdamse variant op Fleet Street, de Londense straat waar vroeger een groot deel van de Britse pers gevestigd zat. En De Schouw was een roemrucht journalistencafé, de favoriete hang-out van de redacteuren van NRC, AD en Het Vrije Volk.

Tót de redacties omstreeks 1990 naar buitenwijken verhuisden. In de verweesde gevelkast hing op vrijdag 6 juli 2001 opeens een zwart-wit portretfoto van acht jonge kunstenaars die uit hun atelier waren gezet. Een initiatief van de jonge psycholoog Frank Taal, die zich bekommerde over het lot van zijn dakloos geworden vrienden. De cafébazin gaf Taal vervolgens toestemming om van de vitrine de kleinste expositieruimte van de stad te maken.

Taals aanpak was vanaf het begin die van een echte galeriehouder. Van de kunstenaars die hij aanzocht, zowel beginnende als gearriveerde artiesten, eiste hij een voor de gelegenheid gemaakt werk, liefst eentje dat reageerde op de tijdgeest en het openbare karakter van de expositieplek. Een bekende kunstenaar die zei dat hij nog wel een tekening had liggen, kreeg nul op het rekest. Met een ijzeren regelmaat organiseerde Taal ook openingen. Iedere vrijdagavond dromden bezoekers voor het café samen voor de zogenoemde ‘wissel’ van De Aanschouw.

De geschiedenis van de galerie is een vat vol bijzondere verhalen. Met de decoupeerzaag moest eens een kunstwerk op maat gemaakt worden omdat de kunstenaar zich verkeken had op het formaat voor de vitrine. De ‘knuffelmuur’ van Anique Weve preludeerde op de huidhonger tijdens de coronaperiode. Zittend in de vitrinekast deed Katharina D. Martin een week lang performances in de vitrinekast.

Overschilderschilderij

Eén keer maakte Schouw-uitbater Tineke Speksnijder gebruik van haar vetorecht. Dat was toen een kunstenaar vlak voor de ramadan varkenskoppen wilde tentoonstellen. En een kunstenaar die „zijn eigen zakie” had getekend mocht van haar zijn tekening wel in het café hangen, maar vanwege passerende kinderen niet in de vitrine.

Een bijzondere traditie van De Aanschouw is Het Overschilderschilderij. Een surrealistisch concept: steeds krijgt een kunstenaar een maand de tijd om over het kunstwerk van een voorganger een nieuw kunstwerk te schilderen. Na een week in De Aanschouw wordt het Het Overschilderij gedocumenteerd en doorgegeven aan een volgende kunstenaar. Kostbare kunstwerken van kunstenaars als Philip Akkerman, Klaas Gubbels en Lucassen zijn zo kort na conceptie verdwenen onder nieuwe verflagen. Door de uitdijende plak verf (159 verflagen and counting) weegt Het Oververfschilderij inmiddels ruim 11 kilo.

Omdat het pand rijp voor de sloop was, ging café De Schouw in juli dicht. De vitrinegalerie kreeg een mobiel vervolg: op een bakfiets die voor café Ari op de Nieuwe Binnenweg in Rotterdam geparkeerd staat. Op 7 december vindt wissel 1.157 plaats. Kuan Yen-Ting is dan een week exposant.

Het Overschilderschilderij voor de 150ste keer overschilderd.
Foto Walter Birkhoff




Leeslijst