Een funky Vondel in de Bergense duinen

Recensie Theater

Festival Karavaan Het jonge Collectief Blauwdruk herschreef een bijbels drama van Vondel tot een schuimende cocktail. Maar ook in ‘Paradijs aan het Einde’ staat de toekomst van de mensheid op het spel.

‘Paradijs aan het Einde’, door Collectief Blauwdruk. Opgevoerd in de duinen bij Bergen.
‘Paradijs aan het Einde’, door Collectief Blauwdruk. Opgevoerd in de duinen bij Bergen. Foto Tibor Dieters

Als er een prijs zou zijn voor het leukste, nieuwe, jonge, veelbelovende collectief, dan zou die gaan naar Collectief Blauwdruk. Het viertal is te zien op Festival Karavaan, dat zich afspeelt in de regio rond Alkmaar en dat streeft naar ‘avontuurlijk locatietheater’. In de duinen bij Bergen voert Blauwdruk een radicale bewerking op van Vondels Adam in ballingschap, een bijbels drama, als Paradijs aan het Einde, een eigentijdse komedie. En die omwerking is buitengewoon geslaagd. In hun handen is het een feestelijke, funky Vondel geworden.

In een zonnige duinpan zien we vier van de vijf eerste mensen ter wereld in hun zandparadijs: Eva (‘Eef’), Adam (‘Aad’), Raphaël en Belial. De engelachtige wezens gaan gekleed in mooie pakken, met sleep en verlengde mouwen, over een goudkleurig broekje en met een laag glittergoud in de vorm van een masker op het gezicht. In hun luilekkerland zijn ze gelukkig, zelfs al bestaat het menu uit de keuze tussen helmgrassoep en helmgrasburgers.

Maar er staat ook een grote boom, met een appel die lonkt. De appel geeft de eter goddelijke krachten: het vermogen de aarde opnieuw te scheppen. Maar wat zou het: de wereld is paradijselijk genoeg. Toch laat Eva zich verleiden: „Ik heb de vrucht geplukt en daarmee onze afspraak in den aars gefuckt.”

Lees ook een interview met theatermakers Blauwdruk: ‘Juist onze afkeer van Vondel gaf veel inspiratie’

Knipogen en referenties

Die uitspraak is een illustratie van hoe het collectief de taal prachtig naar zijn hand zet. Het stuk is een schuimende cocktail van statig getoonzette, deels rijmende verzen, modieus idioom en een goed gedoseerde portie Engels jargon, met veel knipogen en referenties. Raphaël wil bijvoorbeeld het samenleven „tweaken” en „micromanagen” en hij geeft aan bij het eten zoeken onder de „prestatiedruk” te hebben geleden. Doordat de vier uitstekende acteurs (Dinda Provily, Tijn Panis, Romijn Scholten, Bram Walter) hun teksten up-tempo uitspreken, soms verrassend naturel en soms lekker vet bombastisch, is het effect vaak geestig.

De dialogen zijn dat evengoed van zichzelf. Na de appelpluk is de vraag hoe het verder moet. Wie gaat hem eten en wat voor schepping wordt er dan gecreëerd? To eat or not to eat: dat is de vraag. De vier fantaseren erop los, argumenten vliegen over en weer, en als besloten wordt de appel met rust te laten, ontbranden de machtsfantasieën en begint het manipuleren en elkaar dwarszitten. Listig laten de vier zien hoe snel de discussie ontaardt en uitloopt op geweld. Voor ze het weten staat Adam te zwaaien met een zelfgesneden speer („Adam got creative”).

Het strak gemonteerde, slimme slot sluit alle existentiële dilemma’s af met een visioen van de wereld van de toekomst – een bittere ondertoon bij het vertoonde. Dan is wel duidelijk dat de mens niet voor het paradijs geschapen is.