„Iemand die zegt dat het leven voor dieren minder betekent dan voor ons heeft nog nooit een dier in zijn handen gehouden dat voor zijn leven vecht”, aldus J.M. Coetzee in zijn essayistische novelle Dierenleven. Zijn hoofdpersonage houdt lezingen over de vraag of dieren redelijke wezens zijn en of ze een ziel hebben. Het hoofdpersonage is ervan overtuigd dat de rol van de mens naar dieren toe „een onderneming is in vernedering, wreedheid en moord”. Als levende kunstenaars vrienden hadden kunnen worden met personages, is de kans groot dat de Griekse kunstenaar Janis Rafa (1984) en Coetzee’s hoofdpersonage hartsvriendinnen waren geweest.
In Eye Filmmuseum heeft Rafa nu een solotentoonstelling waarin films zijn opgenomen over de rol van dieren waarvan het lot door de mens wordt bepaald. Of het nu gaat om het domesticeren van het instinct, of het dier dat door de mens vernederd wordt: in de films van Rafa leer je de wereld kennen vanuit het perspectief van een dier.
Daarbij gaat het niet zozeer om de verstrengeling tussen mens en dier, maar meer om het idee dat wie weinig moet hebben van de mens, maar wel weet wat liefde is, kan besluiten vooral van dieren te houden. (Niet voor niets is Dierenleven van Coetzee een van de boeken die Rafa op de boekenlijst plaatste die de bezoeker bij de expositie meekrijgt, voor wie verder wil lezen over de positie van dieren.)
Dierenliefde leidt bij Rafa tot enkele fascinerende films, een paar drammerige, en tevens tot enkele neon-werken en staalconstructies. Om met het neon te beginnen, daarop staan teksten als „Thank you for liking my body but keep it out of your mouth” en „Do you really think I lick you because I like you?” Wie hier vermoedt in een obscure seksueel geladen omgeving terecht te zijn gekomen vergist zich. Dit zijn dieren die je toespreken.
Ze zijn in neon uitgesprokener dan in de films waarin dieren aan het ‘woord’ komen. In Jafa’s videokunstwerken word je meegetrokken in de wereld van een piepende hond in een auto met beslagen, gesloten ramen en zie je hoe een paard op een loopband getraind wordt en met oogkleppen gedwongen wordt niet op of om te kijken. In de gruwelijke film The Fear of Leaving the Animal Forever Forgotten Under the Ground (2021) zie je hoe angstige honden zich gedragen wanneer ze in een ondergrondse bunker worden achtergelaten.
Ode aan de kip
Omdat er niet in gesproken wordt, alleen bewogen, gejankt of geknarsetand, maken de films indruk. Fantastisch is het hoempa-orkest dat de Dodenmars speelt tussen honderden levende kippen vlak voordat ze het proces van gebraden kip in gaan. De muziek maakt ze rustiger (dat geldt overigens ook voor varkens voordat ze de gaskamer ingaan, blijkt uit onderzoek). Het fragment komt uit het slot van Rafa’s speelfilm Kala azar (2020); door het isoleren van dit fragment als werk op zichzelf brengt ze een ode aan de kip. Wie meent dat dieren een ziel hebben, zal bij het eten van een gebraden kippetje nu vanzelf een dodenmars horen.
In een wereld waar het draait om het instinct zijn geen woorden nodig, zoveel is wel duidelijk bij Rafa. Dat is anders in haar recente films waarin wel gesproken wordt. In Landscape Depressions (2023) bijvoorbeeld gaat het om een gebied rondom een kunstmatig meer. Niet zozeer de dieren zijn hier getemd, maar de hele natuur. Verandert dat weer wanneer de mens passief wordt?
Op de achtergrond wordt het verhaal verteld over hoe de wereld eruitziet na de bouw van het stuwmeer en zie je snurkende mensen, in slaap gedommeld door een gevoel van veiligheid. Een soort Grieks 21ste-eeuws Doornroosje waar iedereen slaapt terwijl het klimaat naar de knoppen gaat. Op zichzelf een goed idee, alleen jammer dat er een mens doorheen praat. Zijn verhaal maakt het geheel wel erg nadrukkelijk.
Die nadrukkelijkheid is ook terug te zien in een ander recent werk, Lacerate (2023). Hierin zijn mannen niet meer superieur en is de hond niet meer het statussymbool van mannen die graag gaan jagen. Je kijkt mee in een verwaarloosd, ooit luxueus huis waarin beelden van een dode man, aan een lap vlees rukkende honden en een zwijgende vrouw worden afgewisseld met stillevens met gewelddadige taferelen uit de 17de eeuw. Rafa wil ermee laten zien hoe geweld altijd al ingebed is geweest in de kunstgeschiedenis.
De ambitie en de volheid van het getoonde staan in schril contrast tot het hoogtepunt van de tentoonstelling: Father Gravedigger.
Het werk is al ouder, uit 2013, maar zonder woorden wordt hier een schitterend verhaal verteld over rouw. Wanneer de vader van Rafa de bontjas van zijn moeder erft, besluit hij de jas te begraven. Je bent getuige van zijn fietstocht door een desolaat landschap. Op een onbestemde plek hakt hij het harde zand rul, graaft een gat en legt de jas er zorgvuldig in. Wanneer hij de jas heeft begraven, dekt hij het gat af en aarzelt even voordat hij zich omdraait. Met een minimum aan middelen zie je hier tonnen aan stil verdriet. De mens die het dier vernedert, zijn omgeving wreed en moordlustig behandelt, is hier teruggebracht tot wat de mens ook kan zijn: tijdloos en tragisch.
Lees ook
Janis Rafa verbeeldt het roestige leven op een schroothoop