Een derde van subsidieregelingen voor de landbouw kan biodiversiteit schaden

Landbouwsteun Van 34 subsidieregelingen voor de landbouwsector kunnen er twaalf schadelijk uitpakken voor de natuur, blijkt uit een analyse in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Ze dienen onder meer schaalvergroting en productiegroei.

Dronefoto van koeien bij een sloot in de Hoeksche Waard.
Dronefoto van koeien bij een sloot in de Hoeksche Waard. Foto Jeffrey Groeneweg / ANP

Twaalf subsidieregelingen voor de Nederlandse landbouw hebben mogelijk schadelijke gevolgen voor de biodiversiteit. Dit blijkt uit een recente analyse van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV).

De RVO heeft 34 landbouwregelingen bekeken – van inkomenssteun aan boeren tot subsidies voor innovatieve staltechnieken en behoud van grasland. Van elk is het effect beoordeeld op natuur en biodiversiteit, de verscheidenheid aan planten, dieren en schimmels. De dienst, een agentschap van LNV en Economische Zaken, hanteert daarbij vier categorieën: mogelijk positief, beschermend, neutraal en mogelijk schadelijk. Twaalf subsidieregelingen, samen goed voor ruim een miljard euro op jaarbasis, vallen in de laatste categorie.

Het Rijk werkt zichzelf met deze subsidies in feite tegen. Het kabinet-Rutte IV heeft tot 2035 juist 24,3 miljard euro uitgetrokken voor het ‘stikstoffonds’ dat landbouw duurzamer moet maken en biodiversiteit wil bevorderen.

Lees ook: Duurzame teelt levert boeren minder geld op

Schaalvergroting

De meeste regelingen die schadelijk kunnen zijn, stimuleren intensivering van de landbouw. Ze werken schaalvergroting van het boerenbedrijf in de hand. Dat is slecht voor de biodiversiteit, omdat het aantal gehouden dieren en de productie dan vaak toenemen. Zo gaat nog altijd veel inkomenssteun naar boeren – dit jaar meer dan 400 miljoen euro – wat grondprijzen en pachtvergoedingen opdrijft. Dit leidt volgens de onderzoekers tot schaalvergroting.

Ook financiële steun voor technische innovatie in stallen en kassen zorgt voor intensivering en heeft zo negatieve impact op de natuur. Agrariërs die deze subsidie krijgen, moeten mee-investeren. Doordat het niet zelden om tienduizenden euro’s gaat die ze weer moeten terugverdienen, drijft dit productie en intensivering verder op, aldus de onderzoekers.

In totaal zijn 34 landbouwregelingen bekeken, van inkomenssteun aan boeren tot subsidies voor innovatieve staltechnieken en behoud van grasland

Ze plaatsen ook kanttekeningen bij een regeling die wil voorkomen dat grasland wordt ingezet voor maïsteelt. Grote stukken maïsland zijn niet goed voor de biodiversiteit, aldus de onderzoekers, maar de regeling bemoeilijkt omschakeling van gras naar een meer gevarieerde teelt.

Gericht op voedselzekerheid

De onderzoekers constateren dat sommige regelingen, zoals die voor inkomenssteun, nog stammen uit de tijd dat Europa zich zorgen maakte over voedselzekerheid. In de decennia na de Tweede Wereldoorlog lag de focus op modernisering van de landbouw en hoge voedselproductie om honger te voorkomen. Op de gevolgen voor milieu en biodiversiteit werd minder gelet. Inmiddels, schrijven de onderzoekers, zijn er ook andere prioriteiten: klimaat, natuur en waterkwaliteit.

Lees ook: Behalve de 2.500 al bekende boeren stoten mogelijk duizenden andere agrarische bedrijven óók illegaal stikstof uit

Dat het ministerie van Landbouw nu pas uitgebreid zijn subsidies op bijeffecten heeft laten screenen, is opvallend. Nederland verkeert sinds 2019 in een stikstofcrisis, nadat de Raad van State had geoordeeld dat overheden te ruimhartig stikstofuitstoot toelieten. De landbouwsector is verantwoordelijk voor een groot deel van die emissie. Nederland ondertekende bovendien al in 2011 een biodiversiteitsverdrag van de VN. Een doel daarvan is subsidieregelingen die schadelijk zijn voor de biodiversiteit te stoppen of te vergroenen.

Demissionair minister Van der Wal (Natuur en Stikstof, VVD) heeft de Tweede Kamer het RVO-onderzoek gestuurd en noemt daarbij de conclusies een „serieuze uitkomst”. In haar brief schrijft ze dat de 34 regelingen diepgravender onderzocht zullen worden.

Tegelijk wijst ze erop dat het onderzoek ook toont dat de negatieve impact van een aantal regelingen de afgelopen jaren al is afgenomen, bijvoorbeeld door uitkeringen te korten als er extra dieren door worden gehouden. Subsidies die schadelijk zijn voor natuur en biodiversiteit moeten „voor 2030” aangepast of stopgezet zijn, aldus Van der Wal.