Een ‘narrenschip’ midden in de stad

Midden in Parijs, onder de Charles de Gaulle-brug over de Seine ligt een hedendaags ‘narrenschip’. Deze ‘Adamant’ (de “onbuigzame”) is een drijvende dagopvang voor mensen met een psychische aandoening. Documentairemaker Nicolas Philibert (het meest bekend van zijn alweer twintig jaar oude Être et avoir over een dorpsschooltje in Saint-Étienne-sur-Usson) begon er aan het begin van de pandemie te filmen. Dat resulteerde in een associatief gemonteerde, observerende documentaire die vorige winter de Gouden Beer voor Beste Film won op het filmfestival van Berlijn.

De allegorie van het ‘narrenschip’ is sinds de Griekse filosoof Plato hem voor het eerst beschreef in zijn Politeia (omstreeks 380 voor Christus) door de cultuurgeschiedenis blijven varen. Voor Philiberts film is de interpretatie van de Franse filosoof Michel Foucault het meest relevant: een symbool voor de manier waarop een samenleving mensen die anders zijn buitensluit. Foucault was met zijn ideeën over de geschiedenis van de psychiatrie als spiegel voor politieke macht vorige eeuw een van de grondleggers van de antipsychiatrie.

https://www.youtube.com/watch?v=oXXcAeKiAXw

Lees ook
een interview met regisseur Nicolas Philibert over ‘Sur l’Adamant’



<p>Een van de ‘passagiers’ van de Adamant praat tegen Philiberts camera. </p>
<p> ” class=”dmt-article-suggestion__image” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/01/een-ac280c298narrenschipac280c299-midden-in-de-stad.jpg”><br />
</a> </p>
<p>De echo van zijn denken klinkt door in <em>Sur l’Adamant</em>, waar geen protocollen en pillen maar personen centraal staan en kunst en expressie worden gezien als een manier om zelfs de meest getroebleerde geest te verheffen of kalmeren. Daarmee verwijst de film naar de geschiedenis van de outsiderkunst, vaak gemaakt door mensen die een vorm van psychiatrische behandeling ondergaan.</p>
<p>Philibert voerde zelf de camera en schetst met engelengeduld de gang van zaken aan boord van de Adamant. Dit is een narrenschip met open deuren, waar outsiders insiders worden en waar de creativiteit van de clientèle wordt aangemoedigd én gekanaliseerd in tekenlessen, filmclubs, muziekoptredens. Een tijdelijke gemeenschap, waarin anders-zijn niet wordt uitgesloten, maar omarmd. We zijn getuige van filosofische gesprekken; veel van de dagpassanten gebruiken Philiberts camera als extra therapeut, aan wie ze zonder tegenspraak hun levensverhaal en theorieën kwijt kunnen.</p>
<p>Aan het einde spreekt hij zelf, middels een slottekst, waarin hij zich zorgen maakt over een wereld die weer allengs normatiever wordt. „In een wereld waarin men wordt geacht aan de norm te voldoen en afwijkend gedrag onderdrukt wordt”, schrijft hij, „zijn er nog plekken waar de poëtische kracht van mens en taal mag bestaan. Hoe lang nog?”</p>
<p> <dmt-util-bar article=