De Hongaarse premier Viktor Orbán staat niet bepaald bekend als smid van de Europese eenheid. Al jaren is hij een dwarsligger in Brussel, vaak met een veto-dreiging in de Europese Raad op zoek naar wisselgeld. In aanloop naar de EU-top donderdag zet hij de Europese verhoudingen weer op scherp, al verbaast het vriend noch vijand.
Orbán kiest openlijk de kant van de Verenigde Staten. „Hij is de stem van Trump en Poetin”, aldus András Bozóki, hoogleraar politicologie aan de Central European University (CEU) in Wenen. Dat is „zorgelijk”, juist nu het zo belangrijk is dat Europa met één stem spreekt. Orbán spoort Europa aan om „het voorbeeld van de VS” te volgen.
In een brief die Orbán verstuurde aan de Europese Raad zinspeelt hij op een „verdeeld Europa” als Brussel niet met Rusland om de tafel gaat met als inzet een „staakt-het-vuren en duurzame vrede”. Over het topoverleg in Londen, waar afgelopen zondag de regeringsleiders van negentien landen zonder hem de steun aan Oekraïne bespraken, schreef Orbán na afloop op X dat de Europese leiders „besloten hebben door te willen gaan met oorlog, in plaats van te kiezen voor vrede”.
Kan Orbán donderdag bij de speciaal ingelaste Europese top over de nieuwe wereldoorlog en veiligheid de plannen van de Commissie dwarsbomen, na dreiging met zijn vetorecht? Volgens een EU-diplomaat wordt in Brussel momenteel „voortdurend over Orbán gesproken”. De Franse president Emmanuel Macron dineert woensdag met de Hongaarse leider in Parijs, in de hoop de plooien in de aanloop naar de top glad te strijken. Een omgang met Orbán die wel vaker voorkomt vlak voor een EU-top.
António Costa – voorzitter van de Europese Raad, aan wie Orbáns gelekte brief was gericht – reageerde maandag nuchter. In zijn antwoord aan Orbán schreef hij: „Er bestaat een brede consensus dat Europa meer soeverein moet worden.” En: „We willen allemaal een staakt-het-vuren en duurzame vrede.” Maar, zo voegde hij toe tijdens een bezoek aan Moldavië deze week: „Vrede is niet slechts een staakt-het-vuren dat Rusland de tijd gunt om sterker te worden.” Zonder defensie is vrede „een illusie”, aldus de voorzitter van de Raad, die inzet op meer militaire en financiële steun aan Kyiv.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data128987472-af15ba.jpg|https://images.nrc.nl/H0P-E_ks_g2fjUCzUC8cJxPMPCQ=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data128987472-af15ba.jpg|https://images.nrc.nl/GuC9F92mBEB6TVEqPTDFtZcf6WA=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data128987472-af15ba.jpg)
Antonio Costa, voorzitter van de Europese Raad, op een persconferentie maandag in Moldavië. Zonder betere defensie van de EU-landen is vrede een illusie, zei hij daar. Foto Vladislav Culiomza / Reuters
Orbán werd door Steve Bannon, Trumps voormalig adviseur, ‘Trump before Trump’ genoemd. Maar terwijl president Trump Europa op zijn grondvesten doet schudden, is Orbáns grip op Europa „gering”, volgens de Hongaarse hoogleraar Bozóki. „Hij kan er wel voor zorgen dat de EU geen unanieme keuze maakt. De EU moet het dan doen met een coalition of the willing.”
Orbáns tegensputteren zit hem vooral in het geopolitieke signaal dat de EU af wil geven omtrent Oekraïne, waarbij de EU Oekraïne ‘onvoorwaardelijk steunt’. Mocht Orbán dwars blijven liggen, dan is het denkbaar dat de overige 26 landen een verklaring uitgeven. „In het verleden zijn we er altijd wel weer uitgekomen”, aldus een diplomaat. Aangezien er donderdag geen directe beleidsmaatregelen gekoppeld zijn aan de meerderheidssteun, levert dit geen praktische problemen.
Verdedigingsplan
Dinsdag presenteerde Commissievoorzitter Ursula von der Leyen alvast het defensieplan ReArm Europe, waarbij de verdediging van Europa met 800 miljard euro moet worden opgekrikt in de komende jaren. Zo’n 150 miljard euro moet via een nieuw leningenfonds lopen. Maar zowel het aangaan van gezamenlijke leningen als een gedeelde defensiestrategie voor de Russische oorlog in Oekraïne liggen politiek gevoelig op nationaal niveau. De regeringsleiders die elkaar donderdag treffen, moeten instemmen met het miljardenplan, dat qua grootte en urgentie doet denken aan het coronaherstelfonds na de pandemie.
Hongarije lijkt de verdere opbouw van een Europese defensie-industrie te steunen. Al heeft Brussel Orbán – en het gelijkgestemde Slowakije, onder aanvoering van premier Robert Fico – hierbij niet per se nodig. Het defensieplan van de Commissie vereist geen unanimiteit, slechts een meerderheidsbesluit. Om het Europese handelen te versnellen, wordt daarbij een beroep gedaan op Artikel 122 uit het verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, dat kan worden ingezet bij noodsituaties. Ook het Europees Parlement kan daarmee worden omzeild.
Dat is „een verontrustende ontwikkeling”, zegt Sophie in ’t Veld, Volt-politica en twintig jaar lang Europarlementariër (2004-2024). „De macht komt steeds meer te liggen bij de Europese Raad en de regeringsleiders. Al is snelheid geboden, dit mag niet leiden tot zwakkere democratische normen. Mogelijke verspilling, fraude en corruptie liggen hierbij op de loer.”
‘Outsider’ Hongarije, dat steeds dreigt met een tegenstem, laat volgens In ’t Veld „zien dat het huidige Europese vetosysteem niet werkt”. „Orbán is het probleem niet, hij legt slechts een zwakte bloot door luid te zijn. Dat wil niet zeggen dat de andere lidstaten geen druk uitoefenen of een ruilmiddel inzetten als het gaat om hun stem, Nederland net zo goed.”
Orbán speelt met zijn gedrag Poetin en Trump in de kaart, vindt politicoloog Bozóki. Die zijn gebaat bij Europese verdeeldheid. De Hongaarse leider – sinds 2010 premier, en daarmee de langstzittende regeringsleider van Europa – wordt gezien als een autocraat aan het hoofd van een zelfverkondigde ‘illiberale democratie’, die floreert bij de gratie van een vijandbeeld. Maar ondanks het Brusselse lidmaatschap maakt de Hongaarse premier van de ‘Europese elite’ graag zijn vijand.
Volgens Bozóki probeert Orbán met zijn Oekraïne-standpunten – hij riep al eerder op tot een staakt-het-vuren en is kritisch over wapensteun aan Kyiv, sancties van EU-landen tegen Rusland en een mogelijk NAVO-lidmaatschap voor Oekraïne – vooral zijn nationale agenda te redden. Hongarije gaat in 2026 opnieuw naar de stembus – en Orbán zijn populariteit begint af te nemen. Volgens het laatste onderzoek van het Hongaarse peilinginstituut Medián staat de centrumrechtse Tisza-partij van oud-partijgenoot Peter Magyar op 47 procent van de stemmen, tegen Orbáns Fidesz-partij op 36 procent. Bozóki: „Hij is een doodlopende weg ingeslagen. Dit is zijn laatste kans: met Rusland aan zijn zijde zet hij in op technologische hulp om zijn bereik online te vergroten en de narratief te beïnvloeden, met de VS hoopt hij op geld om de bevolking om te kunnen kopen.”
Hij besluit: „Orbán staat niet voor Europa of voor wie dan ook, hij vertegenwoordigt slechts zichzelf”. Met een groeiend gevoel van urgentie onder de Europese bevolking om verenigd actie te ondernemen op defensievlak kiest de Hongaarse premier daarmee een minderheidsstrategie.
