Dwalen in het bos op de grens: Wit-Rusland lokt migranten, maar Polen doet alles om hen buiten te houden

Ze wacht en duikt weg. En dan – zodra ze geen Poolse soldaten ziet – klimt ze snel met een ladder over het vijf meter hoge grenshek tussen Wit-Rusland en Polen. Prikkeldraad doorknippen. Kruipen, rennen en hopen dat de Poolse soldaten haar niet vinden in het bos vol moeras, scherpe takken en muggen.

De 26-jarige Heaven (achternaam bij de redactie bekend) uit Ethiopië wacht dan al tien dagen af in het Wit-Russische bos. Al die tijd sliep ze met zo’n twintig anderen uit Oost-Afrika in het bos. Continu op de vlucht voor de Wit-Russische soldaten, en op waakstand voor de Poolse.

Het is april 2024, de sneeuw is net aan het verdwijnen.

Na de oversteek wordt ze aan de Poolse kant al na een kwartier gevonden door de Poolse grenswacht. „Ik wil asiel in Polen”, roept ze. „Nee, jullie willen naar Duitsland”, reageert een Poolse grenswacht. Ze krijgt handboeien om en wordt in een busje bij het grenshek afgezet. Een luik gaat open en daar wordt ze, samen met zes anderen, doorheen geduwd. Terug naar Wit-Rusland. Haar geld, 700 dollar, is ze kwijt. Haar mobiele telefoon is kapotgemaakt.

Een maand later lukt het Heaven weer om de oversteek te maken. Opnieuw wordt ze gepakt. Nu wordt ze in haar eentje over de grens gezet. Eenmaal aan de Wit-Russische kant gaat ze op de grond zitten, voor het oog van de Poolse grenswacht. Uit wanhoop. De uren verstrijken, het wordt donker. Ze heeft geen eten en drinken. De Poolse grenswacht doet niks. Heaven weet niet waar ze is.

„Dat moment was zo ontzettend zwaar”, vertelt ze er later over, huilend. Maar het was niet de laatste keer dat Heaven zou proberen om de grens over te steken.

Sinds 2021 heerst aan de grens tussen Wit-Rusland en Polen een migratiecrisis. Aangezwengeld door Rusland en buurland Wit-Rusland, die migranten uit Afrika en het Midden-Oosten makkelijk visa verschaffen. Eenmaal aangekomen in Minsk of Moskou worden ze naar de grens met Polen gestuurd. Polen bouwde een hek om de migranten tegen te houden.

De Poolse politie helpt sinds kort ook de grens te bewaken, samen met de grenswacht en het leger.
Foto Anna Liminowicz

De regering van Donald Tusk beloofde voor de parlementsverkiezingen in oktober vorig jaar een humanitaire aanpak aan de grens. Dat was nadat de vorige regering, van de nationalistisch-conservatieve PiS-partij, zogenoemde pushbacks wettelijk had goedgekeurd, hoewel die illegaal zijn volgens het internationaal recht.

De belofte van die humanitaire aanpak trok Tusk in, nadat een soldaat deze zomer was overleden door messteken. Een aanval door een migrant, aldus de regering. Tusk besloot duizenden extra soldaten aan de grens te positioneren en een bufferzone van twee kilometer te introduceren waar bijna niemand toegang toe heeft.

Een logisch gevolg, vinden veel Polen, van de poging van Rusland en Wit-Rusland om Polen en de Europese Unie te destabiliseren door migranten – veel uit Afrika en het Midden-Oosten – die kant op te sturen. Daarentegen noemen veel bewoners en activisten de situatie aan de grens een humanitaire crisis, waar migranten het slachtoffer zijn van de geopolitiek. Ondertussen kondigde de Wit-Russische president Aleksandr Loekasjenko onlangs aan nog meer migranten naar de grens te sturen, als reactie op de economische sancties van de EU op Wit-Rusland.

Hoe ziet het leven aan deze grens eruit?

De bewoners

Iedereen die in de buurt van de grens komt wordt gecontroleerd. En zelfs na vier controles in tien minuten volgt nog een controle, als soldaten met bedekte gezichten niet geloven dat NRC toestemming heeft om de grenszone te bezoeken. „Dat zullen we nog wel eens zien”, roepen ze, met hun machinegeweren stevig vast. Nog geen minuut later komt er een jeep van de grenswacht aangescheurd over de zandweg van het Poolse grensdorpje Opaka Duza. De vrouwen die erin zitten nemen wel genoegen met het toestemmingsformulier dat we laten zien.

Adam en Patrycja zijn geschrokken van de herrie van de jeep. De twee zijn op bezoek bij de 84-jarige oma van Adam. Als jongetje kwam hij hier al vakantie vieren. „Toen kon je een pet naar de overkant van de grens gooien”, zegt hij lachend. Nu staat er langs de 186 kilometer lange grenszone een 5,5 meter hoog hek, verschillende afrasteringen van prikkeldraad, camera’s en zitten om de honderd meter soldaten als paddestoelen langs de kant van de weg. „Jullie doen goed werk”, zegt Adam tegen de twee vrouwelijke grenswachten in de jeep, die voor het eerst een glimlach laten zien.

Zelfs onze vrienden krijgen geen toestemming ons te bezoeken

Malgorzata Maliborska-Prazmowska
Oud-radiopresentator

Aan het einde van het elf huizen tellende dorp is Wojciech Prazmowski (75) gras aan het maaien. Zes jaar geleden kwam de oud-hoogleraar fotografie samen met zijn vrouw, oud-radiopresentator Malgorzata Maliborska-Prazmowska (65), hier wonen. „We wilden per se aan de grens wonen, vanwege de vervlechting van culturen, nationaliteiten en religies”, vertelt Maliborska-Prazmowska. „Dat betekende avontuur, maar misschien is het nu te veel avontuur.”

Na hun verhuizing dronk de grenswacht koffie bij hen in de tuin, nu kennen ze geen van de zesduizend soldaten, tweeduizend grenswachten en nog honderden politieagenten persoonlijk. Dagelijks vliegen er helikopters over en tijdens zoekacties van het leger naar vluchtelingen valt het internet soms weg. Informatie over de nieuwe bufferzone of enige compensatie kregen ze niet. Maliborska-Prazmowska: „Zelfs onze vrienden krijgen geen toestemming ons te bezoeken.”

Wojciech Prazmowski en Malgorzata Maliborska-Prazmowska hebben de grensstreek in korte tijd zien veranderen.
Foto Anna Liminowicz

Drie dagen geleden kwamen ze nog een Franstalige migrant tegen in het bos. Officieel mogen ze migranten niet helpen met vervoer – op smokkelen staat een celstraf van acht jaar. Wel mag iedereen humanitaire hulp verlenen. Zoals water, brood en verband uitdelen aan de vaak door het prikkeldraad verwonde migranten. Ook helpen zij de vluchtelingen met het invullen van een Pools asielformulier, zodat ze niet over de grens worden teruggezet. „Maar daar heb ik slecht van geslapen”, zegt Prazmowski. „Hebben we de Franstalige daarmee echt geholpen of wilde hij liever in een ander land asiel aanvragen?”

Ze zien dat de situatie aan de grens is verhard door de politiek. Zelfs Tusk, waar ze zelf op gestemd hebben, praat niet meer over ‘arme mensen’ zoals hij migranten een halfjaar geleden noemde. Nu heeft hij het over ‘georganiseerde groepen zeer agressieve mannen’.

Die taal leidt ertoe dat veel dorpsbewoners tegenwoordig banger zijn om landgenoten tegen te komen in het bos. Sinds kort struinen daar namelijk nationalistische knokploegen rond. Zelfbenoemde patriotten, soms bewapend, op zoek naar migranten én activisten.

De activisten

In een café in Bialowieza scrollen mensenrechtenactivist Aleksandra Chrzanowska (44) en acteur Mateusz Janicki (40) snel door hun berichten. Het internet was een paar uur uitgevallen en misschien moeten ze het bos in. Bereiken migranten Polen, dan kunnen ze een noodnummer bellen en hun gps-locatie afgeven. Dan zoeken Chrzanowska en Janicki hen op en brengen powerbanks, droge kleren en voedsel mee zodat de migranten kunnen overleven in het bos. Altijd staat Chrzanowska paraat: „Soms krijgen we drie meldingen tegelijk, vaak midden in de nacht, en soms drie dagen niks.” Ze praat zacht, want een tafeltje verderop zitten vier grenswachten te lunchen.

Het geweld aan de grens is erger geworden onder de nieuwe regering, zeggen ze. „De soldaten en grenswachten weten dat ze ongestraft blijven – ook onder de nieuwe regering”, zegt Janicki. „En in de laatste twee maanden, na de dood van de soldaat, is het sentiment in de hele maatschappij veranderd.” Dat is ook te zien in opiniepeilingen: het aantal Polen dat tegen asielaanvragen is van migranten die de grens met Wit-Rusland oversteken is gestegen van de helft naar bijna driekwart.

Aleksandra Chrzanowska en Mateusz Janicki proberen migranten te helpen.
Het plaatsje Bialowieza trekt ook toeristen, vanwege het nabijgelegen oerbos.

Foto’s: Anna Liminowicz

Janicki opent zijn mobiel en laat foto’s zien van migranten met blauwe plekken en vleeswonden. Video’s van pushbacks door de Poolse soldaten. En beeldmateriaal van gevonden lijken in het bos. Dit jaar verscheen een rapport van samenwerkende ngo’s waaruit bleek dat er sinds 2021 zeker 116 dode migranten zijn gevonden aan de grens van Wit-Rusland met Polen, Litouwen en Letland. Tientallen anderen zijn nog vermist of niet geïdentificeerd.

Hoe uitzichtloos de situatie aan de grens ook is, toch blijven ze het bos ingaan. „Dit gebeurt in mijn land, waar ik stem, waar ik onze regering kies”, zegt Janicki. Anders gezegd: hij kan niet wegkijken. „Elke keer als we het bos in gaan kunnen we tenminste het leven van één persoon minder slecht maken”, zegt Janicki. „Als we vluchtelingen vinden kijken ze ons aan als een bang dier. Maar na wat warme soep, thee en een sigaret zie je een glimlach verschijnen en kijk je weer in de ogen van een mens.”

Sinds kort moeten ze niet alleen waakzaam zijn voor de grenswacht, maar ook voor de groep nationalisten die de grens wil bewaken. Deze zomer liep Chrzanowska zo’n nationalist tegen het lijf in het donker. „Hij droeg camouflagekleding en hield zijn hand over het holster van zijn wapen”, vertelt Chrzanowska, die met een groep door het bos liep. „Nasi czy wasi?”, riep de nationalist – ‘van ons of van hunnie?’. De groep van Chrzanowska riep iets terug in het Pools en liep door.

Nee, de situatie aan de grens wordt niet beter, denkt Chrzanowska. „Volgend jaar volgen in Polen presidentsverkiezingen, dan zal het debat over migratie waarschijnlijk weer escaleren.”

De toerist

Opeens gaan de blikken van Chrzanowska en Janicki naar een parkerende auto. Een dorpsbewoonster stapt uit, samen met een man van kleur. Een migrant? Nee, op een migrant vervoeren staat een jarenlange celstraf. De bewoonster snelt op Chrzanowska af en vertelt dat ze deze toerist langs de kant van de weg heeft opgepikt, nadat ze grenswachten zag naderen.

De 29-jarige Fransman, die niet met zijn naam in NRC wil, heeft geen idee wat zich afspeelt aan de grens met Wit-Rusland. Hij wilde Bialowieza bezoeken vanwege het oerbos, het oudste van Europa. Kamperen om wolven en bizons te zien. „Ik zag al die soldaten en dacht dat er een kazerne in de buurt was. Ik begreep niet waarom die vrouw mij aanbood om mee te rijden”, zegt hij lachend.

Dieren hebben last van het grenshek, zegt Michal Zmihorski van het biologie-instituut in Bialowieza.
Foto Anna Liminowicz

Dat het soms gevaarlijk kan zijn voor niet-witte mensen in Bialowieza weten ze bij het biologie-instituut. „Een promovendus liet zijn hond uit in het bos toen hij werd opgepakt door Poolse soldaten”, zegt directeur Michal Zmihorski. Hij had geen documenten bij zich en de soldaten spraken geen Engels. „Ze wilden hem meenemen in een vrachtwagen en waarschijnlijk over de grens zetten, maar gelukkig sprak hij een paar woorden Pools en namen de soldaten contact met ons op.”

Zmihorski is uitgesproken. Over de schade die het grenshek toebrengt aan rondtrekkende dieren zoals elanden, wolven en de tientallen met uitsterven bedreigde lynxen. Over de rotzooi die soldaten achterlaten in het bos en de rust die ze verstoren met hun zware voertuigen. Maar de bioloog is het meest kritisch op het grensbeleid vanuit menselijk oogpunt. „Als bewoner kom ik deze vluchtelingen tegen in het bos”, zegt Zmihorski. „Als ze worden teruggezet naar Wit-Rusland proberen ze de volgende dag Polen weer te bereiken. Ze kunnen niet aan meneer Loekasjenko vragen om een retourticket naar huis. Ze worden door de Wit-Russen geïntimideerd, geslagen en beroofd weet ik uit talloze gesprekken met hen. Ze zijn doodsbang. Onze medewerkers hebben lijken in het bos gevonden. Er is een andere manier nodig om deze crisis te beheersen.”


De grenswacht

In het kantoor van de Poolse grenswacht in de stad Bialystok hangt een foto van twee douaniers die langlaufen langs de grens met Wit-Rusland, slechts gescheiden door wat prikkeldraad. „Zo zag het er voor 2021 uit”, zegt woordvoerder Katarzyna Zdanowicz. Toen waren er tientallen migranten die de grens over staken – per jaar. Nu zijn het er honderden per week, jaarlijks tienduizenden.

„We hebben te maken met hybride oorlogsvoering van Wit-Rusland, ons buurland doet er alles aan om deze mensen illegaal de grens over te sturen”, zegt Zdanowicz. „Het is een poging om Polen en de Europese Unie te destabiliseren. Daarom moeten wij de buitengrens van de NAVO, de EU en het Schengengebied beschermen.”

We hebben te maken met hybride oorlogsvoering van Wit-Rusland

Katarzyna Zdanowicz
woordvoerder Poolse grenswacht

Maar mag je deze migranten zomaar terugsturen? „Deze mensen steken illegaal de grens over en willen geen asielaanvraag in Polen doen. Daarom bevelen wij hen ons land te verlaten en zetten we ze terug over de grens met Wit-Rusland”, zegt Zdanowicz. „Ze gaan liever terug daarheen, dan asiel aan te vragen in Polen. Dan proberen ze nog een keer de grens over te steken, in de hoop dat ze dan niet door ons worden gevonden en West-Europa bereiken.”

Kritiek op pushbacks krijgt ze voornamelijk vanuit de media, zegt Zdanowicz. „We worden niet op de vingers getikt door de Europese Unie of andere Europese landen. We voeren onze activiteiten uit in overeenstemming met de Poolse wet. Verder mag ik vanuit mijn functie geen politieke uitspraken doen.”

De migrant

De Ethiopische Heaven moet gniffelen als ze hoort dat de grenswacht vindt dat ze goed werk doen. Haar ervaring is anders. „Aan beide kanten, de Poolse en Wit-Russische, worden migranten aangevallen”, zegt ze. Ze heeft gezien hoe migranten werden geslagen, uitgelachen en achtergelaten. „Er zitten vrouwen en kinderen in het bos. En het enige wat al deze mensen willen is een veilig leven.”

Heaven wacht inmiddels haar asielprocedure af in een azc net buiten Warschau. Na haar derde poging om de grens over te steken, lukte het om in Polen te blijven. Ze nam contact op met de activisten, die haar een asielverzoek lieten ondertekenen. Dat was in juni, twee maanden nadat ze in het Wit-Russische bos was aangekomen.