„Ik weerspreek dat ik bewust zou hebben gelogen om de boel te ondermijnen, het kabinet bewust zou hebben laten vallen. Ik vind het nogal wat, om iemand maandenlang te beschuldigen van doelbewuste leugens.” De oppositie had gehoopt op een ruimhartig mea culpa van demissionair minister van Justitie en Veiligheid en VVD-leider Dilan Yesilgöz, maar donderdagavond bleef dat uit.
Bijna was Yesilgöz dit debat bespaard gebleven, maar in de schemerdagen van haar ministerschap moest ze er aan geloven: ze werd donderdag naar de Kamer geroepen om verantwoording af te leggen over het feit dat zij overdreef hoeveel asielzoekers jaarlijks Nederland inkomen door de gestapelde gezinshereniging oftewel nareis op nareis. Die treedt op wanneer een vluchteling middels gezinshereniging familieleden laat overkomen en deze nareizigers vervolgens ook familie naar Nederland halen. Volgens Yesilgöz ging het om „duizenden mensen – hoeveel exact weten we niet”, het bleek om tientallen gevallen te gaan.
Yesilgöz ontkende tijdens het debat dat zij, toen ze sprak over grote aantallen mensen die via nareis op nareis naar Nederland komen, al informatie had gekregen van haar ambtenaren over de werkelijke aantallen.
Yesilgöz werd door de oppositie opgeroepen verontschuldigingen te maken voor het overdrijven van de aantallen. Dat deed ze ook, maar volgens haar had ze niet bewust overdreven maar had ze zich versproken: ze had niet nareis op nareis bedoeld, maar normale nareis. Ze noemde dat “een fundamentele fout”. „Ik heb per abuis duizenden van toepassing verklaard op het onderdeel nareis op nareis, terwijl het om de gehele categorie nareis ging. Dat had vollediger moeten zijn.”
Opgetrokken wenkbrauwen
Rondom de val van kabinet-Rutte IV en in aanloop naar de verkiezingen afgelopen november bleven Yesilgöz en andere VVD’ers keer op keer terugkomen op de notie dat een aanzienlijk deel van de asielinstroom door nareis op nareis kwam. Vier dagen voor de verkiezingen in november, waarin migratie een grote rol speelde, zei Yesilgöz in de Volkskrant voor het eerst dat het om „duizenden” gevallen van nareis op nareis zou gaan.
Al direct werd die uitspraak met opgetrokken wenkbrauwen ontvangen: experts vonden zo’n hoog aantal ongeloofwaardig. Volgens een anonieme asielambtenaar in NRC was het een „non-issue”.
In februari kwam de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) met de werkelijke cijfers: er waren geen duizenden gevallen van nareis op nareis, maar 340 tussen 2019 en 2022. Bij de linkse, progressieve oppositie leidde dat tot grote verontwaardiging. Ook D66 en ChristenUnie waren verongelijkt, aangezien het kabinet-Rutte IV deels vanwege nareis op nareis was gevallen.
Begin juni bleek bovendien uit antwoorden op Kamervragen van NSC-Kamerlid Caspar Veldkamp dat die cijfers in de zomer vóór de verkiezingen bij de IND al bekend waren, waarna de dienst die zes maanden nam om „zorgvuldiger” onderzoek te doen. Uiteindelijk was er amper verschil tussen de eerste analyse in de zomer, en de definitieve cijfers die in februari werden gepubliceerd. Afgelopen woensdag bleek dat de IND die cijfers ook met ambtenaren van het ministerie van Justitie en Veiligheid had gedeeld. Had Yesilgöz weet van de cijfers, vroeg D66-Kamerlid Anne-Marijke Podt in Kamervragen. „Met zekerheid zaken uitsluiten is per definitie onmogelijk”, luidde het antwoord van het ministerie.
Een debat over de foutieve cijfers die Yesilgöz gebruikte, werd door de aankomende coalitie drie keer verhinderd. Bij haar vierde poging lukte het GroenLinks-PvdA-Kamerlid Kati Piri toch een meerderheid te krijgen om Yesilgöz naar de Tweede Kamer te roepen, omdat aanstaand coalitiepartij NSC instemde. De vraag van de oppositie was niet meer of Yesilgöz de „duizenden” gevallen van nareis op nareis had verzonnen, maar of ze de cijfers van de IND onder ogen had gehad. Oftewel: of ze actief had gelogen.
Voordat Yesilgöz achter het spreekgestoelte ging staan, stelden Kamerleden van de oppositie dat het debat niet moest gaan over asielinstroom, maar over het handelen van Yesilgöz. Volt-Kamerlid Marieke Koekkoek zei dat „op het moment dat de minister van Justitie iets zegt over haar eigen vakgebied, dan moet dat te vertrouwen zijn”. Volgens D66-Kamerlid Podt heeft Yesilgöz „niet alleen mij, niet alleen de Kamer, maar heel Nederland belazerd”.
Volgens GroenLinks-PvdA’er Piri „kan het niet zo zijn” dat de IND zorgvuldig om moest gaan met de cijfers, terwijl Yesilgöz zelf onwaarheden bezigde. SP-leider Jimmy Dijk zei dat „het niet vreemd was geweest als de minister zelf haar conclusies had getrokken en was opgestapt vanwege haar leugen”. Hij vond het „totaal ongeloofwaardig” dat ambtenaren Yesilgöz niet op de hoogte hebben gesteld van de daadwerkelijke cijfers.
Tijdens het debat kreeg Yesilgöz steun van VVD-Kamerlid Ruben Brekelmans. Hij wilde, zoals voorspeld door de oppositie, vooral weten wat GroenLinks-PvdA en D66 „zelf hadden voorgesteld om de asielinstroom omlaag te krijgen”.
Ook Kamerleden Joost Eerdmans (JA21), Marina Vondeling (PVV) en Mona Keijzer (BBB) wilden liever een debat over asielbeleid dan over de uitspraken van Yesilgöz. Keijzer: „Mensen in dit land zien een complete asielchaos terwijl de Tweede Kamer zich vooral bekommert over het mogelijk kunnen beschadigen van een minister. Daar wil de BBB-fractie niet aan meedoen.”
Feitelijk kan de oppositie Yesilgöz weinig meer maken: het is zeer onwaarschijnlijk dat een meerderheid van de Tweede Kamer een motie van afkeuring of wantrouwen tegen Yesilgöz zal steunen. Bovendien treedt op 2 juli een nieuw kabinet aan. Toch beschadigt het debat Yesilgöz. Dat zij zich versprak bij haar vele uitingen over nareis op nareis wil er bij de oppositie niet in.
Na de eerste termijn van het debat kondigt Kamervoorzitter Martin Bosma aan dat áls er een motie van wantrouwen of afkeuring wordt ingediend, daar pas dinsdag over gestemd wordt.