Duitsland kritisch op Tunesië-deal: ‘EU-lidstaten werden gepasseerd’

Diplomatie Uit gelekte diplomatieke berichten blijkt dat Duitsland kritisch is op de Tunesië-deal, die migranten buiten Europa moet houden. De correcte procedure zou niet gevolgd zijn en er zijn zorgen over de mensenrechten.

Demissionair premier Mark Rutte, Europese Commissievoorzitter Ursula von der Leyen, president Kais Saied en de Italiaanse premier Giorgia Meloni, vorige maand in Tunis.
Demissionair premier Mark Rutte, Europese Commissievoorzitter Ursula von der Leyen, president Kais Saied en de Italiaanse premier Giorgia Meloni, vorige maand in Tunis. Foto EPA

Dertien Europese lidstaten, aangevoerd door Duitsland, hebben daags na het sluiten van de Tunesië-deal felle kritiek geuit op de totstandkoming ervan. De lidstaten toonden zich tijdens een briefing over de deal verbolgen over het feit dat niet de Europese Raad van regeringsleiders, maar de Europese Commissie het voortouw heeft genomen in de besprekingen met de Tunesische regering.

Dat blijkt uit een gelekt diplomatiek bericht – in bezit van NRC – van een Duitse ambtenaar, werkzaam op de permanente vertegenwoordiging in Brussel. Een kleiner aantal lidstaten is ontevreden over het gebrek aan waarborgen op het gebied van de rechtsstaat en mensenrechten.

Uit het lek rijst het beeld dat er in aanloop naar het sluiten van de deal, vorige maand in Tunis, nauwelijks afstemming is geweest door voorzitter Ursula von der Leyen van de Europese Commissie, demissionair premier Mark Rutte en zijn Italiaanse ambtsgenoot Giorgia Meloni met de overige lidstaten en het kantoor van EU-buitenlandchef Josep Borrell.

Team Europa

Op 16 juli sloot het trio, dat zich steevast ‘Team Europa’ noemt, een ‘strategisch en alomvattend partnerschap’ met de regering van de autocratische president Kais Saied. In ruil voor bijna 1 miljard euro aan Europese leningen moeten de Tunesische autoriteiten zien te voorkomen dat vluchtelingen en andere migranten op bootjes naar het Europese vasteland vertrekken. Tunesië ontvangt dit jaar nog 105 miljoen euro voor het versterken van de grenswacht en de bestrijding van mensensmokkelaars. Ook moet het land Tunesiërs die illegaal in Europa verblijven terugnemen en zich inspannen voor de repatriëring van illegaal in Tunesië verblijvende migranten naar hun herkomstland.

Sinds het sluiten van de deal zijn er zeker zeventienduizend bootmigranten vanuit Tunesië in Italië aangekomen. Begin augustus verdronken er 41 mensen in de Middellanse Zee. Ook stierven er tientallen door Tunesië uitgezette migranten in de Libische woestijn.

‘Volstrekt onaanvaardbaar’

Uit het gelekte diplomatieke bericht van de Duitse ambtenaar blijkt dat er drie dagen na het sluiten van de EU-Tunesiëdeal een briefing aan lidstaten heeft plaatsgevonden. Zo schrijft de ambtenaar dat „een groot deel” van de aanwezige lidstaten de inspanningen van het trio heeft geprezen. Duitsland koos echter voor het standpunt dat het „het optreden van [de Europese Commissie] en het negeren van de voorgeschreven procedures volstrekt onaanvaardbaar waren”.

De ambtenaar werd gesteund door Emer Finnegan, de directeur-generaal van de juridische afdeling van de Europese Raad van regeringsleiders. Zij stelde dat de intentieverklaring een „niet-bindend instrument” is, waarvoor de specifieke procedures niet zijn gevolgd. Omdat volgens haar bij de deal „politieke verplichtingen” zijn aangegaan, had de Europese Raad nog voor de ondertekening kennis moeten nemen van de tekst. Ook hadden de andere lidstaten volgens de Duitse ambtenaar expliciet moeten instemmen met bijvoorbeeld het voornemen om een soepeler visumbeleid te voeren voor werkende en studerende Tunesiërs.

Tsjechië, Luxemburg, Ierland, België, Polen, Frankrijk, Hongarije, Oostenrijk, Denemarken en Finland schaarden zich achter de procedurele kritiek. De Europese Commissie beloofde vervolgens om de Europese Raad voortaan „beter te betrekken” en de „relevante verdragen” na te leven.

Politieke afspraken

Ook Tesseltje de Lange, hoogleraar Europees migratierecht aan de Radboud Universiteit Nijmegen, stelt dat de afspraken die in Tunis zijn gemaakt vooralsnog politiek van aard zijn, maar nog geen juridische status hebben. Ze nuanceert echter ook de kritiek van de Duitse ambtenaar en wijst erop dat er afspraken zijn gemaakt over verschillende disciplines: handelsrelaties, ontwikkelingssamenwerking, migratie en energie. Op deze terreinen verschilt de autonomie van de Europese Commissie om op eigen houtje op te treden. Als het om handelsrelaties gaat, „hebben lidstaten hun soevereiniteit aan de Europese Commissie afgestaan. Op het gebied van arbeidsmigratie kunnen lidstaten nog veel zelf bepalen.”

Lees ook: Drie weken na Tunesië-deal: weer 41 doden na bootramp op Middellandse Zee

Dat er een maand na het sluiten van de Tunesiëdeal nog steeds geen details bekend zijn gemaakt, vindt de hoogleraar niet heel vreemd. Elk beleidsterrein kent een eigen juridisch kader, wat expertise vraagt van hele verschillende ambtenaren. De Lange wijst erop dat de EU-Tunesië Associatieraad, in 1995 in het leven geroepen, dit najaar bij elkaar komt. „Details zullen daar worden besproken, dan moeten de lidstaten echt goed opletten”, aldus De Lange.

Mensenrechten

In tegenstelling tot de „grote steun” die de Duitsers kregen voor hun kritiek op de gevolgde procedures, kwam er „nauwelijks” bijval voor hun inhoudelijke bezwaren. Alleen Luxemburg, Denemarken en Ierland deelden het bezwaar dat er in de intentieverklaring „nauwelijks” wordt gerept van ‘democratie, rechtsstaat en mensenrechten’.

Lokale waarnemers en mensenrechtenorganisaties wijzen al langer op de afbrokkelende democratie in Tunesië. President Saied trekt sinds zijn aantreden in 2019 steeds meer macht naar zich toe: hij ontbond het parlement, er kwam een nieuwe grondwet en prominente dissidenten en journalisten worden er vaker vastgezet. In speeches uit Saied zich haatdragend over de aanwezigheid van zwarte migranten, die onderdeel zouden zijn van een „crimineel omvolkingsplan”.

Het aantal racistische klopjachten in het Noord-Afrikaanse land neemt toe. Demissionair premier Mark Rutte wees de zorgen over mensenrechten in juni nog van de hand. „Vluchtelingen zijn er veilig”, zei hij.