N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Pulp Een handzaam boek is in de zomer essentieel ter ontspanning aan zee en zwembad. Gawie Keyser over de beste pulp-romans. Aflevering 9: Len Deighton, Horse Under Water. „We flirtten al jaren boven de mozzarella.”
In het triumviraat van de Britse spionagefictie – Ian Fleming, John le Carré en Len Deighton – is Fleming de playboy, in feite James Bond, en is Le Carré de literaire intellectueel, net als zijn held Smiley geteisterd door twijfel. Maar Deighton? Zijn thrillers grossieren in op het oog zinloze details en labyrintische plots die na afloop zelden na te vertellen zijn, en ze hebben als hoofdpersoon een spion, mogelijkerwijs Harry Palmer geheten, die vooral laconiek in het leven staat.
In Deightons debuut, The Ipcress File (1962), speelt zich het volgende tafereel af op de Romeinse luchthaven Fuimicino waar een onbekende onze held, de anonieme verteller, begroet met: „Hallo, Harry.” De verteller schrijft dan: „Nu is mijn naam geen Harry maar in dit wereldje is het lastig te weten of dat ooit mijn naam was geweest.”
Michael Caine
Len Deighton. Hij schreef dat eerste boek uit verveling. Binnen een week werd het een bestseller, nota bene toen juist Fleming de gevierde spionage-auteur was en de eerste James Bond-film uitkwam (zie Pulp, aflevering 1). Deighton was van meet af aan anders dan Fleming, anders dan ook Le Carré wiens klassieker The Spy Who Came in From The Cold een jaar later uitkwam.
Drie jaar na verschijning werd The Ipcress File verfilmd. Opeens kreeg Deightons spion een naam en een gezicht: Harry Palmer, gespeeld door Michael Caine met zijn iconische bril van Curry & Paxton (roodbruin, zwaar montuur). Hoewel Deighton zijn personage in de boeken naamloos liet, maakte de authentieke cool van Caine de figuur tot een superster. Hier hadden we een spion voor en van het volk. Anders dan Fleming en Le Carré, allebei boegbeeld van de hogere middenklasse, was Deighton net als Caine Londener in hart en nieren, opgegroeid in de dichtbevolkte wijk Marylebone.
Deightons held is duidelijk afkomstig uit de arbeidersklasse, woont in een flatje en doet de dagelijkse boodschappen net als alle andere mensen
Deze achtergrond zien we terug in Deightons held. Die is duidelijk afkomstig uit de arbeidersklasse, woont in een flatje ergens in het centrum en doet de dagelijkse boodschappen net als alle andere mensen. Deighton beschrijft dit tot in de puntjes: twee pakjes Gauloises, het linkse weekblad The New Statesman, Normandische roomboter en knoflookworstjes. En: „Het meisje achter de delicatessen was klein, donker en tamelijk delicious. We flirtten al jaren boven de mozzarella.”
Natuurlijk, ‘Harry’ moet ook nog aan het spioneren, en in zijn tweede avontuur, Horse under Water (1963), gebeurt dat vooral in Portugal in een verhaal dat even heerlijk om te lezen als volkomen onmogelijk is om samen te vatten. Want we hebben: scubaduiken, heroïnesmokkel, nazi’s van Marrakech tot Londen en dodelijke meisjes in bikini.
Allemaal gaat het meteen mis als ‘Harry’ aan z’n baas om toestemming vraagt voor het vorderen van een vuurwapen uit het depot. Daar is geen sprake van! Waarop de baas voorstelt dat ‘Harry’ z’n eigen wapen meeneemt. ‘Harry’, wars van gezag en altijd uit op salarisverhoging, zegt dan cynisch: „Ik heb wel een wapen, sir, maar ik kan geen kogels betalen.”
Voetnoot. Curry & Paxton van Londen maakt de Harry Palmer-brillen nog steeds. Zelf draag ik er sinds een paar weken ook een. Ze zijn tevens verkrijgbaar in een zonnebril-uitvoering.