Drummer Yoràn Vroom over verhalend drummen: ‘De band is mijn wapen om sociaal commentaar te leveren’

Drummer en componist Yoràn Vroom

Drummer en componist Yoràn Vroom

Foto Ferry Knijn

Interview

Focus Drummer Yoràn Vroom reflecteert op zijn nieuwe album ‘Reflex: A Forgotten Story’ op het gekrakeel van meningen tijdens de coronacrisis. Met drums levert hij commentaar op zijn omgeving.

‘In mijn band bestaat het traditionele westerse onderscheid tussen ritme- en harmonie-instrumenten niet. We spelen een soort totaalvoetbal, iedereen kan de melodie vertolken, ook de percussie. Ik kom uit een cultuur waarin je verhalen vertelt met ritme.”

Het nieuwe album van drummer en componist Yoràn Vroom (32) Reflex: A Forgotten Story is de live-uitvoering van de compositieopdracht die hij kreeg vanuit jazzpodium Bimhuis. „De opdracht was alleen maar: reflecteren op de tijdgeest. Dat doe ik eigenlijk altijd al, muziek is mijn licht cynische commentaar op wat ik zie in de maatschappij.” Er zijn geen vocalen, geen tekst, maar Vroom geeft zijn composities bewust sturende titels mee.

„Ik geef je een titel, daarna is het aan je eigen fantasie. Als je wilt, kun je horen wat ik bedoel. De albumtitel slaat op het einde van de coronaperiode, hoe de spanningen werden uitvergroot en een generatie voor het eerst een grote crisis beleefde, maar die nu alweer vergeten lijkt.

„Ik zat thuis, mijn dochter was net geboren, ik gaf mijn zoon van zes thuisonderwijs en keek televisie. Het enige wat er verder te doen was, was rustig werken aan zelfontplooiing. Maar buiten, bij mij aan de gracht, zag ik mensen samenkomen, ook al werd hen gevraagd dat niet te doen. Ik vond het op zijn zachtst gezegd een beetje apart. De muziek is dan mijn middel om mijn gal te spuwen, maar met een beetje humor.

Ik kom uit een cultuur waarin je verhalen vertelt

„Op het nummer ‘Ruckus’, te vertalen als opschudding, kun je horen dat de band de maatschappij weergeeft, terwijl twee leidende instrumenten constant hun mening verkondigen. Enerzijds is er de melodie, anderzijds een vrije improvisatie op percussie die daarop reageert. Wie heeft gelijk? Dat weten we niet. Het is zoals Willem Engel die steeds gelijk wilde krijgen en het commentaar dat daar weer op kwam. Het werd een berg van meningen waarbij er niet meer toe deed of het waar was.

„‘Well Done My Boy’ is een ode aan mijn grootvader die in die periode overleed. Het is een lange drumsolo. Iedereen in onze gemeenschap in Amsterdam kende zijn Volvo, hij was de eerste Surinaamse rij-instructeur in de jaren zestig. Ik was een van zijn laatste leerlingen. Als je een goede bocht maakte zei hij: ‘well done my boy’, en het is een verwijzing naar zijn favoriete gospel: ‘He’ll Understand and Say Well Done.’ Het was zijn credo, hij stimuleerde ons enorm. Toen ik vijf was, schepte hij al op over hoe ik drumde. Dat geloofde dan niemand en moest ik komen opdraven om het te bewijzen.

„De band, waar ook mijn broer in zit, is mijn wapen. We zijn allemaal in dezelfde omgeving opgegroeid en muzikaal opgevoed. We zijn van Afro-Caribische afkomst en dus onderdeel van de diaspora. Jazz hoort bij die bagage, maar we zijn ook grootgebracht met de West-Afrikaanse Mandinka-cultuur. In die cultuur, en eigenlijk in alle culturen behalve de westerse, is percussie veel dominanter en heeft een sociale functie. Dat komt terug in mijn spel, ik gebruik het om sociaal commentaar te leveren.”