Nederlandse etiketten op jerrycans en vaten gedumpt in de bosjes, ook in Duitsland, tot op 160 kilometer van de grens. Nederlandse labels op de gedumpte zakken en flessen en slangen en handschoenen en op de flesjes mineraalwater en snoepzakjes die erbij liggen.
Als de taal van de etiketten de herkomst verraadt, dan is Nederland onmiskenbaar een belangrijke speler in de productie van synthetische drugs. En als je kijkt naar het aantal ontdekte drugslabs en dumpingen van drugsafval, dan blijkt het oosten van Nederland op dit moment de meest gewilde regio. 84 drugslabs werden er tussen 2018 en 2022 in Gelderland en Overijssel gevonden, en vorig jaar waren er 55 dumpingen – de hoogste cijfers van Nederland.
Met dank aan ‘de grotere jongens’ uit het zuiden; drugscriminelen die hun werkgebied hebben uitgebreid naar andere delen van het land. Vermoedelijk omdat in Limburg, waar de laboratoria van oudsher stonden, de handhaving is toegenomen en de problematiek scherper op het vizier staat van lokale overheden. Sinds 2018 breiden ze uit naar het noorden en het westen van het land, naar België en Duitsland, en dus vooral naar Oost-Nederland, dat vanwege de vele buitengebieden aantrekkelijk is voor grootschalige productie van speed, xtc, crystal meth en mdma.
Dat staat in een rapport dat het Regionale Informatie en Expertisecentrum (RIEC) Oost-Nederland dinsdag publiceerde en waarin het centrum de kennis over de productieketen op een rij zet. Het RIEC is een samenwerkingsverband tussen overheden zoals gemeenten, politie en de Belastingdienst om ‘ondermijnende criminaliteit’ tegen te gaan. Een samenwerking die de regio hard nodig heeft, zegt Gerdo van Grootheest, burgemeester van het Zuid-Gelderse Culemborg en lid van de stuurgroep van het RIEC. Want de vlucht van de drugsproductie naar Oost-Nederland is vooral voor de kleinere gemeenten tamelijk nieuw en ingewikkeld en niet al die gemeenten hebben „een fulltime specialist” in huis.
Grondstoffen uit China
Van Grootheest ziet de complexiteit in zijn eigen stad. Daar moest hij onlangs een kantoorruimte sluiten waarin een drugslab-in-opbouw was ontdekt. „De eigenaar van een bedrijfsverzamelgebouw had de ruimte aan iemand verhuurd, maar de beheerder vertrouwde het niet. Die was een maand later gaan kijken en toen stonden de ketels er al.” Zo snel kan het dus gaan met zo’n drugslab, wil hij maar zeggen. En om ze te ontdekken is de politie afhankelijk van de meldingsbereidheid van burgers en andere overheden. „Dat vereist bewustwording. Maar dan moeten ze wel weten waar ze op moeten letten.”
Lees ook
De hoefsmid uit Den Nul bleek opeens een drugslab in de tuin te hebben
Het begint al bij de grondstoffen. Volgens het RIEC-rapport, dat leest als een kleine gids voor aspirant-koks met Breaking Bad-ambities, moeten overheden niet alleen scherp zijn op de verboden precursoren (basisgrondstoffen) die nodig zijn voor het kookproces van synthetische drugs, maar sinds de aangescherpte wetgeving ook op pre-precursoren, waarmee de basisgrondstoffen worden gemaakt.
Ingrediënten voor basisgrondstoffen komen via dekmantelfirma’s uit China naar Nederland
Een deel van die pre-precursoren komt vanuit China in bulk naar Nederland via dekmantelfirma’s, zoals een schoonmaakbedrijf dat grondstoffen inkoopt „die ook als grondstoffen voor synthetische drugs kunnen dienen”. Ze worden opgeslagen in garages, schuren en loodsen en op industrieterreinen. Ook de dorpsgemeenschappen moeten volgens het RIEC alert zijn want boeren kunnen door leegstand, mogelijk „als gevolg van stikstofproblematiek”, extra kwetsbaar zijn voor zogenaamde ‘locators’ die rondrijden in het buitengebied op zoek naar geschikte locaties voor de opslag of productie van drugs.
Meer risico op ontploffingen
Op de productielocaties zelf zorgt een ‘chefkok’ voor de inrichting van het lab. ’Recepten’ worden aangetroffen op notitieblokken of opgehangen aan de muur. Deze chefs, of ‘superlaboranten’, zijn schaars en koks voeren volgens het rapport de simpelere taken uit, zoals „in de potten roeren”. De betrokkenen, blijkt op basis van aanhoudingen, zijn merendeels Nederlanders, tussen de 19 en 78 jaar oud. Maar niet al deze mensen zijn even deskundig en door al die nieuwe ingrediënten, de pre-precursoren, neemt het risico op ontploffingen toe. Zo heeft het gebruik van foute grondstoffen volgens een geïnterviewde in het rapport vermoedelijk geleid tot een toename in 2022 van het aantal branden en doden bij drugslabs.
Dat is de grootste angst van burgemeester Van Grootheest: een explosie zoals die begin dit jaar plaatsvond in Rotterdam, met drie gewonden tot gevolg. Want de drugslabs staan ook in het oosten van Nederland volgens het RIEC lang niet allemaal in het buitengebied. De meeste opslaglocaties werden aangetroffen in woonwijken. En al is er bij criminelen een voorkeur om te produceren op afgelegen locaties, hun ketels met gevaarlijke stoffen werden ook gevonden in kelders, loodsen, schuren en garageboxen. „Gewone plekken, waar kinderen boven slapen”, zegt Van Grootheest. „Dat vond ik in het rapport de meest verontrustende bevinding.”
Lees ook
Een drugslab in een woonwijk? Wie verzint zoiets?
Ketels van 3.000 liter aangetroffen
Wat het aantal ontdekte drugslabs precies zegt over de werkelijke omvang is onbekend. Daar is volgens het RIEC amper zicht op, net zo min als op de geldstromen. De aangetroffen ketels zijn steeds groter, tot 3.000 liter, waarmee de drugsproductie niet per se in omvang toeneemt maar vooral „efficiënter” wordt. Bijna 19 miljard euro zou de handelsopbrengst zijn, volgens onderzoek van criminoloog Pieter Tops. Het gros van de synthetische drugs is bestemd voor het buitenland, waar de vraagprijs veel hoger ligt. Nederlandse criminelen zouden er zelf naar schatting 3 tot 5 miljard euro aan overhouden. Witwassen doen ze via de handel in auto’s en andere luxegoederen en door de opkoop van onder meer horecazaken, ook in Oost-Nederland. Hierover is nog te weinig bekend bij overheden, meent het RIEC.
En ook als het gaat om de dumpingen, blijkt uit het rapport, is de crimineel soms inventiever dan de overheid vermoeden kan. De klassieke lozing – drugsvaten gedumpt in de natuur, soms in Duitsland – is al lang niet meer zo populair. Veel vaker dumpen criminelen het afval minder zichtbaar, zoals in het riool of in een lozingsput, direct in de grond. Of rijdend in een paardentrailer, terwijl ze het kraantje van de vloeistoftank openzetten. Of ze vermengen het drugsafval met mest in silo’s en gierkelders en laten het afval door betrokken boeren uitrijden op het land. De kosten voor het opruimen van drugsafval kan een gemeente vele tonnen kosten. „En als je dat twee keer in je gemeente hebt”, zegt een betrokkene in het rapport, „ben je zo failliet”.
Lees ook
Hoe een crystal meth-lab een Gelders gehucht op zijn kop zet