N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
Ocean Race Als enige Nederlandse deelnemer vaart Rosalin Kuiper de wereld rond in de Ocean Race. Het leven aan boord is zwaar. Er is non-stop herrie, nooit privacy en altijd gevaar. „Als je overboord valt, is er een kans van 90 procent dat je het niet overleeft.”
Zeilen aan boord van een IMOCA 60, een zeilboot van ruim achttien meter lang met twee foils die bij de juiste snelheid de boot uit het water liften, is niet te vergelijken met varen op welke andere boot dan ook, zegt Rosalin Kuiper. Eerder met het besturen van een Formule 1-wagen, vermoedt ze, ook zo’n mix tussen mens en machine, op het randje van wat een mens met zijn gezonde verstand en fysieke kracht aankan.
Kuiper geeft een voorbeeld: de boot wordt, behalve bij het uitvaren van de haven, te allen tijde bestuurd door een automatische piloot. De bemanningsleden voeden die met data, en ze hijsen de zeilen. Maar bij snelheden van tussen de 40 en 60 kilometer per uur is het onmogelijk voor een mens om langer dan een paar minuten aan het roer te staan, zegt Kuiper. „Je breincapaciteit kan de focus niet langer opbrengen, daarvoor is het te intens. Na tien minuten ben je kapot.”
De zeilers zitten 90 procent van de tijd aan boord in een cockpit met ramen rondom. Buiten zitten is levensgevaarlijk, daarvoor gaat het te hard. „Je gaat ook niet met 60 kilometer per uur op de motorkap van je auto zitten”, zegt Kuiper. Alle promotiefilmpjes waarop de bemanningsleden aan dek of zelfs in de mast zitten zijn alleen voor de show, zegt ze.
Bij manoeuvres, als een zeil gewisseld moet worden of als er iets kapot is, wordt de boot benedenwinds gelegd, zodat de zeilers veilig het dek op kunnen. Daarna duiken ze terug de cockpit in, pas dan kan er weer worden opgeloefd (de boeg naar de wind toedraaien). Kuiper: „Alles gebeurt in de cockpit, aan dek ben je een passagier. En zodra je oploeft, spuit je direct weer weg.”
Kortom: de crew van vijf – vier zeilers en een onboard reporter die verslag doet – met wie Kuiper deze zondag uit het Spaanse Alicante is vertrokken aan boord van de zeilboot van het Duitse Team Malizia voor de eerste etappe van de Ocean Race, de zeilwedstrijd rond de wereld (zie inzet), is „de limiterende factor”, zegt ze een paar weken voor vertrek. „En dat heb ik nog nooit meegemaakt.”
Co-schipper
Met haar deelname aan de grootste zeilrace ter wereld gaat voor de 27-jarige Kuiper een droom in vervulling: acht jaar geleden formuleerde ze voor zichzelf het doel de Ocean Race een keer te varen. Ze is dit jaar de enige Nederlandse deelnemer die rond de wereld zeilt. In de andere raceklasse VO65 doet weliswaar het Nederlands team JAJO met schipper Jelmer van Beek mee, maar die boten varen, vanwege geldgebrek, alleen in de Europese etappes van de wedstrijd mee.
Lees ook: De zwaarste zeilrace ter wereld sponsoren? Liever niet
Vorig jaar kwam vanuit Duitsland het telefoontje waarvan Kuiper droomde: schipper Boris Herrmann vroeg of ze onderdeel wilde zijn van zijn team. Nu is ze co-schipper en verantwoordelijk voor alle techniek aan boord. „Maar ik doe het niet alleen. Aan land is er een technisch team van veertig man wier kennis we nodig hebben om met deze boot te kunnen varen.”
Er is een automatische piloot, je zit binnen, je hebt ondersteuning van een technisch team. Is dit nog wel zeilen te noemen?
Kuiper denkt even na. „Ja, het is nog wel zeilen, maar dan met veel minder gevoel. In de VO65, waarop ik veel gevaren heb, zit je aan dek, dan voel je de wind, de deining van golven, je hebt zelf het roer in handen. Dan kun je veel beter op basis van je zintuigen zeilen. Nu staat een computer aan het roer. Die stuurt beter, maar ook onnatuurlijker dan een mens. Je kunt dus niet aanvoelen wat er komt, je staat continu op scherp omdat er iets onverwachts kan gebeuren. Ik denk dat je daardoor heel andere delen van je hersenen moet gebruiken.”
Het leven aan boord is zwaar, zegt Kuiper. „De intensiteit van alles is heel hoog, zelfs van het slapen.” Door de hoge snelheid waarmee de zeilboot over de golven vaart, knallen de bemanningsleden op en neer, omdat de boot van carbon is voelen ze continu vibratie, en het gefluit van wind langs de kiel „klinkt alsof er 24 uur per dag naast je een baby ligt te gillen”, zegt Kuiper.
Ze eet aan boord bijna uitsluitend gevriesdroogd voedsel uit vacuüm getrokken zakjes – „astronautenvoeding” – dat ze opwarmt met kokend water. Om te voorkomen dat ze haar handen verbrandt tijdens het inschenken, draagt ze in sommige condities speciale handschoenen.
Aan- en uitkleden doet ze alleen als de weersomstandigheden dat toelaten, anders slaapt ze in haar thermokleren. Privacy aan boord is er nauwelijks, poepen doet ze in een emmer waar de anderen bij zijn. Slapen doen de zeilers in een bunk, vastgesnoerd zodat ze niet uit bed gelanceerd kunnen worden en met noise cancelling oordopjes in. Met een beetje geluk slapen ze drie uur per dag.
De crew wisselt elkaar af in tweetallen, in diensten van vier uur. Langer doorgaan is simpelweg onverantwoord. Kuiper: „Ken je de Villa Volta, de attractie uit de Efteling? Het is alsof je permanent daarin bent gestapt.”
Het klinkt nogal heftig allemaal. Is het wel leuk om te doen?
Kuiper tuit haar lippen. „Pff, dat vind ik echt lastig om te zeggen.” Ze laat een stilte vallen.
„Zeilen met deze boot is vaak niet leuk, maar eerlijk gezegd is offshore zeilen dat meestal niet. Ik denk dat je zo’n 80 procent van de tijd wenst dat je niet aan boord bent. En het verschil met andere boten is dat hier de lows nog extremer zijn.”
Waarom doe je het dan toch?
„Ik denk dat ik het ultieme van mezelf wil vragen. Zo vlak voor de start zie ik wat het met mijn lijf en mijn brein doet, hoezeer ik mezelf in het diepe ga gooien. Dat is voor mij de kick. Als ik dit kan doen, ben ik heel trots en blij. En begrijp me niet verkeerd, in de 20 procent van de tijd dat het zeilen goed gaat en je aan het foilen bent, dan vlieg je echt. Het is een magisch en machtig gevoel, je staat in verbinding met de natuur en je voelt je echt de king of the world. Ik kan me heel goed voorstellen dat niemand het snapt, maar je voelt zoveel adrenaline dat het echt kicken is.”
Houdt het je bezig dat je iets kan overkomen aan boord, of nog erger: dat je overboord valt?
„Daar ben je je elke dag van bewust. Als je overboord valt, is er een kans van 90 procent dat je het niet overleeft, want je vaart zo hard dat het veertig minuten duurt voordat de zeilen zijn gestreken en je bent omgekeerd. In de Zuidelijke Oceaan is het water 1 graad Celcius, dus dan ben je binnen een kwartier onderkoeld.
„Op zee ben je onbereikbaar voor een helikopter en andere schepen zijn vaak niet in de buurt, dus je moet het zelf doen. Als een van de twee medische hulpverleners aan boord heb ik de meest heftige dingen geleerd om te overleven, zoals benen amputeren. Je doet dus nooit iets onbewust, maar je maakt altijd een risico-analyse van wat je wil doen en hoe je dat veilig kunt doen.”
Hoe ga je met die dreiging van de dood om?
„Ik denk er nooit over na. Ik weet wat de gevaren zijn, maar ik ga er feitelijk mee om. Emotioneel worden levert me toch niks op. Ja, het kan de laatste keer zijn, maar ik leef mijn leven tot de max en geniet er elke dag van. Ik zou nergens spijt van hebben. Ik kom altijd terug, anders zou ik het egoïstisch vinden ten overstaan van mijn familie en mijn vriend.”
800 kilo zeil
Ter voorbereiding op alle beproevingen hebben Kuiper en haar team maanden in de gym gestaan, vijf keer per week. Veel oefeningen voor hun rompstabiliteit, om hun rug aan te sterken, en om hun nek steviger te maken; allemaal om de klappen van de boot straks goed op te kunnen vangen.
Ze hebben tevens op kracht getraind, want ze moeten regelmatig sjouwen met zeilen. Aan boord zijn acht verschillende soorten zeilen, variërend in gewicht van 40 tot 90 kilo. In totaal is er voor ongeveer 800 kilo zeil aan boord. Kuiper: „Die zeilen moeten verplaatst worden als de koers verandert: vaart het team over bakboord, dan moeten de zeilen die we niet gebruiken aan de stuurboordkant liggen voor de balans, en andersom.”
Ook mentaal heeft Kuiper zich voorbereid op het leven op zee. Ze heeft met zichzelf afgesproken elke dag een half uur buiten op het dek te zitten. „Ik heb dat nodig, ik ben echt een buitenmens.” Daarnaast heeft ze met haar mental coach drie doelen opgesteld die ze tijdens de race wil verwezenlijken: elke dag plezier hebben, elke etappe van de race uitvaren, en elke dag iets toevoegen aan de sfeer aan boord.
Hoe doe je dat, de sfeer aan boord verbeteren?
„Aan boord is iedereen aan het overleven, dus je hebt heel andere sociale interacties met elkaar. Als iemand ziek is, dan vind je het vervelend voor diegene, maar je denkt ook: ‘Dat betekent dat ik een stuk harder moet werken, en ik héb het al zo zwaar.’
„Ik ga proberen iedereen elke dag een beetje liefde te geven, door bijvoorbeeld grapjes te maken, koffie te zetten of gewoon te vragen hoe het met ze gaat. Het kan ook zoiets simpels zijn als een saucisson, zo’n klein Frans worstje, meenemen en aansnijden. Gewoon echt lekker vet, daar wordt iedereen blij van. Ik vind het heel belangrijk dat het goed gaat met de anderen.”
Is het dan lastig om ook nog aan jezelf te denken?
„Nu je het zegt, denk ik dat dat heel moeilijk wordt. De afgelopen tien maanden ben ik ook al zo druk geweest met alle voorbereidingen, dat ik mezelf soms vergat. Dat wordt wel een uitdaging.”
Hoe ga je ervoor zorgen dat je daar toch in slaagt?
„Allereerst door te zorgen dat hier in Nederland alles goed geregeld is. Op zee heb je zoveel tijd, denk je zoveel na tijdens onbewaakte ogenblikken, dan is het fijn als het thuis goed gaat met mijn familie en mijn vriend, en ook tussen ons. Dat is een grote zorg minder. Niet hoeven nadenken over wat ik eet omdat alles vooraf is geselecteerd en ingepakt, neemt ook een grote stressfactor weg.
„Het belangrijkste worden denk ik mijn meditatie-oefeningen. Ik heb drie soorten oefeningen die ik doe in bed. Ik doe aan bodymeditatie, waarbij je je hele lichaam stukje bij beetje aandacht geeft, ik heb een jazz-playlist die al jaren hetzelfde is waarmee ik snel in slaap val, en ik heb mezelf een vorm van zelfhypnose aangeleerd. In gedachten ga ik dan naar mijn happy place, dan voel ik mijn lijf ontspannen en dan weet ik dat het veilig is om te gaan slapen.”
Hoe ziet jouw happy place eruit, is dat op zee?
„Nee, dat is in de bergen, altijd bij eenzelfde soort beekje. Ik ben in mijn vrije tijd nog liever in de bergen dan op zee, omdat ik altijd rustig word als ik er ben. De berglucht maakt dat ik me gereinigd voel. Het leven is er net als op zee: je bent er in de natuur en er zijn veel minder prikkels. Het leven is er simpel, héérlijk. Dat is eigenlijk wat ik zoek.”