Drie keer ‘Robbedoes en Kwabbernoot’: zit er nog toekomst in strips uit het verleden?

Een kleine geschiedschrijving: de piccolo Robbedoes werd in 1938 bedacht door de Franse stripmaker Rob-Vel als mascotte voor het stripblad Spirou, dat later ook in het Nederlands verscheen als Robbedoes. In 1947 nam de Belg André Franquin de stripreeks onder zijn hoede en introduceerde figuren als de Marsupilami, de graaf van Rommelgem en Zwendel. De verhalen van Franquin verschenen tussen 1947 en 1968, en worden gezien als hoogtepunten van de reeks. Nadat hij stopte, kwam er een stoelendans op gang die tot op vandaag duurt. Niet alleen hebben zich talloze auteurs aan de serie gezet, ook het aantal nevenreeksen en spin-offs is de laatste jaren flink uitgebreid – helaas zelden succesvol.

Het uitmelken van de hoofdreeks laat zien hoe de stripwereld omgaat met het eigen erfgoed. Kuifjes schepper Hergé liet vastleggen dat er na zijn dood geen albums van Kuifje meer mochten verschijnen. Omdat de rechten van Robbedoes bij een uitgeverij liggen, kan die ermee doen wat ze wil. En dus kregen bijvoorbeeld alle eerdergenoemde bijfiguren een eigen serie. Sommige spin-offs zijn intussen alweer gestopt, zoals de ‘Robbedoes door …’-reeks waarin allerlei stripmakers hun draai aan de strip gaven. Soms leuk, meestal een zesje, altijd omgeven met het misplaatste gedweep dat men voor eventjes in de schaduw van Franquin, de grootmeester, mag staan.

Plaatje uit de strip De varkensbaai.

Robbedoes versus TikTok

Vanuit oogpunt van de lezer is het een raadsel wat de uitgever hiermee precies wil. Robbedoes, ooit een avontuurlijke kinderstrip met veel padvinderij en exotica, is allang niet meer voor kinderen – ook al dragen de figuurtjes gymschoenen. Jongeren lezen manga, fantasy en strips die aansluiten bij hun belevingswereld. Voor wie is Robbedoes dan wel? Met name de stripverzamelende mannen van vijftig-plus, de nostalgisten die het piccolootje met zijn eekhoorn nog van vroeger kennen. Het verklaart dat van veel albums dure luxe edities verschijnen: linnen rug, genummerd, met een gesigneerde ex libris of iets dergelijks. Omdat de verzamelaars het blijven kopen, is er ambitie om door te gaan.

Een mooi voorbeeld van dit doelgroepdenken betreft het album Robbedoes en Blue Gorgon, dat in november 2023 verscheen en na een rel op TikTok onlangs alsnog uit de handel werd genomen. De kritiek op de strip, gemaakt door het stripduo Yann (70) en Dany (81), betrof de racistische weergave van zwarte mensen en seksistische weergave van vrouwen. Een generatiedingetje: jongeren vinden dat niet meer van deze tijd en stelden het terecht aan de kaak, de striplezer had er duidelijk minder moeite mee.

De uitgever liet er geen gras over groeien en haalde het gewraakte album meteen uit de winkel en nam „de volledige verantwoordelijkheid voor deze beoordelingsfout”: „Dit album maakt deel uit van een karikaturale stijl van representatie geërfd uit een ander tijdperk.” Opvallend genoeg schoot op verzamelaars- en veilingsites de prijs meteen omhoog. Voor een gewone uitgave met slappe kaft betaal je nu 165 euro of meer.

Che, Fidel en Fidelito

Onlangs verschenen er drie Robbedoes-titels tegelijkertijd. Het geheugen van de toekomst, deel 57 van de hoofdreeks, is zonder meer fraai getekend door Olivier Schwartz, in een vloeiende atoomstijl die doet denken aan Yves Chaland. Verhalend is het doodvermoeiend: het tempo is enorm, de figuren schreeuwen vrijwel de hele tijd, hebben geen idee wat ze overkomt en het verhaal is nauwelijks te volgen vanwege allerlei waanbeelden, déjà vu’s en sprongen in de tijd. En altijd dat laatste plaatje waarin de deur alvast op een kiertje wordt gezet voor een volgend deel, zodat we misschien later pas weten wat dit allemaal te betekenen had.

Een stuk beter te verteren is De varkensbaai, het eerste deel uit de Classic-reeks, waarin „hedendaagse auteurs de kans krijgen om hun eerbetoon te brengen aan de hoogtepunten van Robbedoes en Kwabbernoot”. In een onmiskenbaar klassieke stripstijl à la Dino Attanasio en Daan Jippes, tekent Elric Dufau een avontuur dat speelt in Cuba en waarin Che Guevara, Fidel Castro en zijn zoontje Fidelito geestige bijrollen hebben. Het draait allemaal om een geel apparaat waarmee de oorlog gewonnen kan worden en dat in het bezit is van Kwabbernoot. De rest laat zich raden.

Verademing

Gelukkig is er nog iets te vieren. Een onbetwist hoogtepunt uit het Robbedoes-universum is de vierdelige reeks Hoop in bange dagen van de Franse stripauteur Émile Bravo, die sinds deze maand beschikbaar is in een fraaie integrale uitvoering. Nu de vier delen, die verschenen van 2019 tot 2022, zonder oponthoud achter elkaar gelezen kunnen worden, blijkt pas echt hoe goed ze zijn. Het verhaal speelt in Brussel, tijdens de Tweede Wereldoorlog. Robbedoes is een jonge piccolo die zijn Russische vriendinnetje mist, Kwabbernoot werkt bij Le Soir dat door de bezetter wordt geleid en de wereld staat in brand.

Het verhaal is getrouw, met name de gesprekken tussen de piccolo met padvindersinborst en de opportunistische en naïeve journalist geven fraai inzichten in het leven en denken in oorlogstijd. Hier zijn de twee figuurtjes ineens levensecht, met ware gedachten, ideeën en twijfels. Het blijft een avonturenstrip, maar de uitwerking ervan is een verademing. De inkleuring van Fanny Benoit is prachtig, Bravo’s scenario en stemmige tekeningen laten zien dat er best toekomst zit in een klassieke strip: stop met de dweperij en de flauwekul, begrijp nu eens dat we niet meer in de jaren vijftig leven en maak vooral werk van een écht goed verhaal. Bravo’s strip heeft wat dat betreft de enig juiste titel meegekregen.