Door Rwanda gesteunde militie verovert strategische stad Masisi in Oost-Congo

In wat wordt gezien als een grote strategische tegenslag voor het Congolese regeringsleger heeft de door Rwanda gesteunde M23-militie afgelopen weekend de stad Masisi ingenomen. Vorige maand leek het er even op dat Rwanda en Congo tot een vredesakkoord zouden komen, maar de Rwandese president Paul Kagame kwam niet opdagen voor de ondertekening van het verdrag met zijn Congolese collega Félix Tshisekedi. Sindsdien zijn de gevechten in Oost-Congo, een van de hardnekkigste conflicten in Afrika, stevig toegenomen.

De inname van Masisi geldt als een van de grootste zeges die M23, Mouvement du 23-Mars, de afgelopen drie jaar heeft behaald. Masisi, op zo’n tachtig kilometer van de grens met Rwanda, is een uiterst vruchtbaar gebied met vele groene heuvels en valleien. De streek staat bekend om zijn koeien en kaas, bevat vele grondstoffen en ligt aan een belangrijke handelsroute. Bovendien woont er een grote concentratie van Tutsi’s, de etnische groep waarvoor M23 het zegt op te nemen. De Tutsi-gemeenschap leeft verspreid in het hele Regio van de Grote Meren — een gebied dat Rwanda, Burundi en Oeganda en delen van de Democratische Republiek Congo bestrijkt.

Het doorgaans slecht functionerende Congolese regeringsleger deed er de afgelopen dagen alles aan om de verovering van Masisi te voorkomen. Er stegen regelmatig gevechtsvliegtuigen op vanaf de regionale hoofdstad Goma naar Masisi, waar talrijke strijdgroepen zich achter het regeringsleger schaarden. Tshisekedi had net een nieuwe legerbevelhebber in het oosten benoemd om de strijd tegen M23 op te voeren, waardoor het verlies van Masisi ook als een persoonlijke blamage voor de president wordt gezien.

Mislukt vredesoverleg

Na het mislukte vredesoverleg braken er op verscheidene fronten gevechten uit. Vorige week nam M23 al de stad Katale in Oost-Congo in. De M23-strijders opereren tot vlak bij grensstad Goma, die nu vrijwel omsingeld is, met hoge voedselprijzen tot gevolg. In het grondstofrijke Oost-Congo opereren talrijke strijdgroepen, maar M23 controleert het grootste deel van het gebied. De militie is actief betrokken bij de ontginning van grondstoffen, die het land veelal in de richting van Rwanda en Oeganda verlaten.

Volgens onder meer de Verenigde Naties is Rwanda de stuwende kracht achter M23. Aan de kant van M23 vechten tenminste vierduizend reguliere regeringssoldaten van Rwanda, dat ook zeer modern wapentuig levert. De Rwandese betrokkenheid leidt tot opvallend weinig kritiek uit Europese landen. De Verenigde Staten zetten Rwanda om deze reden wel onder druk.

Rwanda is vooral geliefd bij de Franse president Macron. Rwanda’s soldaten vechten in Mozambique om het Franse energiebedrijf Total te beschermen tegen opstandelingen en ook in de Centraal Afrikaanse Republiek zijn Rwandese soldaten een belangrijke veiligheidsfactor geworden. Die militaire betrokkenheid bij westerse economische belangen lijkt Rwanda te beschutten tegen kritiek. „Rwanda reageert niet op internationale druk, waardoor de oorlog doorgaat”, zei Congo-kenner Stephanie Wolters van het Zuid-Afrikaanse Instituut voor Internationale zaken onlangs over de Rwandese betrokkenheid in Oost-Congo.